Woordenkist Dieren Deel 3.

Presentatie over: "Woordenkist Dieren Deel 3."— Transcript van de presentatie:

1 woordenkist Dieren Deel 3

2 De panter lijkt op een hele grote kat, maar is erg gevaarlijk
De panter zie je in Nederland alleen in de dierentuin Er zijn zwarte panters en gevlekte panters

3 de parkiet De parkiet is een wilde vogel die, als hij veel bij mensen is, tam kan worden Parkieten zijn kleine papegaaiachtigen (ze lijken op een papegaai) met een lange staart en soms een kuif

4 de pauw De pauw is een vogel waarbij de haan (mannetje) een hele lange staart heeft Pauwen eten granen, zaden, insecten en wormen De staart van de pauw bestaat wel uit 150 veren

5 De pinguïn is een zeevogel die niet kan vliegen
Pinguïns leven aan de zuidkant van de aarde en eten vooral vis

6 Een ree is een soort hert
de ree Een ree is een soort hert Een jonge ree is gevlekt, een volwassen ree heeft geen vlekken De ree heeft een zwarte neus en een witte kin

7 De sprinkhaan is een insect met hele lange sprieten
De sprinkhaan heeft hele sterke achterpoten waarmee hij zich goed kan afzetten; zo kan de sprinkhaan heel ver springen

8 De stier is een rund en wordt ook wel bul genoemd
De stier wordt vaak groter dan een koe (een vrouwtjesrund)

9 De struisvogel is een Afrikaanse loopvogel
De struisvogel is de grootste en zwaarste vogel die nog leeft Het is de snelste loopvogel ter wereld

10 De veldmuis is een soort knaagdier
De veldmuis leeft graag in het gras, tussen het graan, langs sloten en dijken De veldmuis eet planten en insecten

11 De vink is een zangvogel
De vink eet allerlei zaden De vink houdt van vruchten, bessen en insecten

12 De vleermuis is een zoogdier dat echt kan vliegen
De vleermuis is een insecteneter Vleermuizen zie je vaak in de schemer buiten vliegen, vooral in de zomer, in de winter houden ze een winterslaap

13 De vlo (vlooien) is een insect
De vlo is een plaaginsect: hij zit vaak bij huisdieren en vogels Honden en katten dragen vaak een vlooienband, hiervan gaan vlooien dood

14 De voerbak wordt gebruikt voor het voer voor de dieren
De voerbak (1) is voor schapen en geiten en staat vaak buiten in de wei De andere voerbakjes (2) worden gebruikt voor honden en katten

15 De zeeleeuw leeft in zee en is een roofdier
De zeeleeuw eet haring maar ook krabben, garnalen en mosselen

16 De zwaan is een grote watervogel met een lange hals
De zwaan loopt een beetje waggelend en eet meestal waterplanten Hij kan zijn eten met z’n lange hals makkelijk uit het water halen De zwarte zwaan komt niet zo veel voor in Nederland

17 het aquarium Een aquarium is een bak met water waarin je planten en vissen kunt houden In een aquarium dat je thuis hebt zitten vaak goudvissen In de dierentuin heb je meestal een heel groot aquarium (= bassin) Er zwemmen dolfijnen en zeeleeuwen

18 Een kippenhok is een huisje waarin kippen slapen en eieren leggen
het kippenhok Een kippenhok is een huisje waarin kippen slapen en eieren leggen Het kippenhok is meestal gemaakt van hout en kippengaas en staat vaak in de achtertuin van een huis

19 Het konijn is familie van de haas
Het konijn houdt van planten en kruiden Het konijn wordt in Nederland ook veel als huisdier gehouden

20 Het roodborstje is een zangvogel
Het roodborstje zie je in de winter vaak in de tuin op zoek naar wormen, fruit en bessen In de zomer eet het roodborstje graag kevers, slakken en spinnen

21 Het spinnenweb wordt door spinnen gemaakt
Het spinnenweb bestaat uit hele fijne draadjes en is bedoeld om muggen en vliegen te vangen In de herfst en winter kun je de spinnenwebben goed zien door de druppeltjes die erop zitten

22 Het zwijn lijkt op een varken
Het zwijn leeft in de bossen waar hij graag met zijn snuit in de grond wroet Hij is op zoek naar wormen, eikels en kastanjes De jongen van het zwijn hebben strepen: het lijkt wel of ze een streepjespyjama aan hebben