Responsiecollege 20 Nadine Wilczak.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Verspreiding van infecties door seksueel contact
Advertisements

Acute lymfatische leukemie (ALL)
Toelichting rapport Robert Kneepkens voorzitter werkgroep Hiv Verbond van Verzekeraars.
Een bijzonder geneesmiddel
Misbruik van en verslaving aan medicatie
Universitair Medisch Centrum Groningen
Nefrotisch syndroom.
Longen prekliniek anatomie & celbiologie
Multiple sclerose.
Oorlog in je lichaam - 6 vwo
Ontstekingen en de acute fase reacties
ITP: immuun trombocytopenische purpura
Hairy cell leukemie (HCL) ‘pluizebolleukemie’
Trombotische trombocytopenische purpura (TTP)
Prolymfocytenleukemie (PLL) Afdeling Hematologie Universitair Medisch Centrum Groningen
Basisstof 8: Seksueel overdraagbare aandoeningen
Medicatie.
Thema 9 Dementie.
Gaat een soa altijd vanzelf over?
AL amyloidose oorzaak, klachten en behandeling
Hoorcollege 3 Overgewicht Diabetes Jelle Wijma
AIDS =? = Acquired immune deficiency syndrome
COPD en aids Nadine Wilczak
Responsiecollege 18 Nadine Wilczak.
Organisatieniveaus Sikkelcelanemie Hoofdstuk 3 (Cellen)
[Ruimte om eigen naam, organisatie en evt. datum in te vullen]
Behandelmogelijkheden van Multiple Sclerose
Over mijn lijf Ons hart klopt Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen Keer.
1BAO2KWIZERA ORGAN CYNTHIA ONTWIKKELINGEN IN DE DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN LEUKEMIE BIJ KINDEREN MET DOWNSYNDROOM.
2-3 Welke cellen infecteert HIV? Nicky, Tewabu, Naomi en Damla.
Wat is kinderkanker?.
Samen met de website van:
AFWEER/IMMUNITEIT Thema 21 Par. 21
Leeswijzer bij de bijlagen   In deze bijlagen bij het NVZ-strategiedocument Zorg voor 2020 zijn de belangrijkste grafieken en brondocumenten voor u geselecteerd.
Seksueel overdraagbare aandoeningen
VPH Les 3.
Wijs met medicijnen Voor ouderen die verschillende medicijnen tegelijk gebruiken.
Wat is ( jeugd ) reuma ?? Daphne Veldman 4BA
Teken zien er uit als platte spinnetjes van 1 tot 3 millimeter groot Het zijn parasieten; ze leven van bloed Hun beet is meestal pijnloos.
MS bij kinderen RQ Hintzen neuroloog-immunoloog MS Centrum ErasMS Erasmus MC Rotterdam.
MS ontstaat als gevolg van een immuunreactie die geleidelijk aan het myeline in het lichaam afbreekt. Myeline is de witte stof die de isolerende laag rond.
COPD en zuurstof Longpunt 16 september 2016 Jeanine Antons, longarts.
B. Stof 7 soa’s VEILIG VRIJEN EN Geslachtsziektes
Seksueel Overdraagbare Aandoeningen
Vragen vooraf naar aanleiding van het huiswerk
Disclosure belangen NHG spreker
Meten van de bloeddruk.
Project geneesmiddelenkennis doktersassistentenopleiding
Ontstekingen en de acute fase reacties
Alles over seksualiteit Thema: SOA Ontwikkeld door: GGD Rotterdam voor de lesmethode ‘Lang Leve de Liefde’ Kijk voor meer informatie op:
Hartritme Het hartritme wordt geregeld door een prikkelgeleidingsysteem. Elektrische prikkels stimuleren de hartspier om zich samen te trekken.
Samen met de website van:
Overzicht verschillende longziekten
Gaat een soa altijd vanzelf over?
Geneesmiddelen.
Ziekte verloop 2.3 en
Fagocyten.
Kalverziekte.
en de LedRad-Steering Committee
Bloed en afweer Bloed = weefsel: Cellen en tussencelstof (= plasma)
Ademhaling.
Herhaling bouw en werking van de luchtwegen.
Duizeligheid.
Luchtwegen deel 2.
Hepatitis C
Groeihormoon-stoornis..
CVID….. Wat is dat eigenlijk?
en de LedRad-Steering Committee
Transcript van de presentatie:

Responsiecollege 20 Nadine Wilczak

Klinisch onderzoek AIDS Twee methoden voor vaststellen hiv-infectie Een hiv-infectie kan op twee manieren worden vastgesteld: Indirect door het aantonen van specifieke antistoffen: de antistoffen kunnen gedetecteerd worden met behulp van twee verschillende testen. Samen geven deze testen een zeer betrouwbare uitslag. Direct door het aantonen van het virus of onderdelen hiervan: bij deze methode van diagnostiek wordt de aanwezigheid en de hoeveelheid hiv-RNA (viral load) in het bloed bepaald. Op basis van deze viral load en de meting van het aantal CD4-cellen (T-helpercellen) kan een goede voorspelling van de ziekteprogressie worden gedaan.

Medisch onderzoek AIDS Arts Anamnese (stellen van vragen) Achterhalen of er infectie met HIV heeft plaatsgevonden Klinische test aanvragen Nemen van een bloedmonster Lichamelijke klachten Is er sprake van een opportunistische infectie

HIV en AIDS Lichamelijke klachten Begin: Later stadium Griepachtige verschijnselen Later stadium Longontsteking, moeheid, koorts, gewichtsverlies en opportunistische infecties Kaposisarcoom (huidkanker) die veel voorkomt bij HIV geïnfecteerde

HIV en AIDS Kaposisarcoom Candida Albicans

Multiple sclerose Multiple sclerose bij jongeren Aandoening van het centraal zenuwstelsel Jonge mensen (gemiddeld 30 jaar) 4 vormen van MS Meest voorkomende vorm van MS Relapsing (verergering) en remitting (tijdelijk herstel) (ontstekingsfase en myeline afbraak en herstel) Relapsing en remitting opgevolgd door de secundaire fase (blijvende demyelinisatie)

Verschillende fasen

Farmacotherapie bij MS Immunomodulerende therapie De huidige immunomodulerende medicijnen onderdrukken de ontstekingshaarden en verminderen het aantal schubs (verslechteringen). Immunomodulerende medicijnen kunnen de ziekte echter niet stoppen ze lijken niet goed te werken in de progressieve fase van de ziekte. Bron: UMCG website http://www.umcg.nl/NL/Zorg/Volwassenen/zob2/Multiple_Scler ose_MS/Behandeling/schubs_en_medicatie/Pages/default.aspx

Farmacotherapie en MS Interferon-beta (Avonex, Betaferon, Rebif) en glatirameeracetaat (Copaxone) Dit zijn de meest gebruikte medicijnen. Deze medicijnen krijgt u via een injectie toegediend. Interferon-injecties worden drie keer per week of om de dag gegeven. Interferon kan ook een keer per week door een arts of verpleegkundige worden gegeven. Dat is het geval als de injectie dieper (in de spier) moet worden gegeven. Glatirameeracetaat wordt dagelijks gespoten. Bron: UMCG website http://www.umcg.nl/NL/Zorg/Volwassenen/zob2/Multiple_Sclerose_MS/Behandel ing/schubs_en_medicatie/Pages/default.aspx

Farmacotherapie bij MS Natalizumab (Tysabri) Natalizumab werkt door het blokkeren van de toegang voor witte bloedcellen (T-lymfocyten) naar de hersenen. De schubs worden hierdoor geremd met 68%, dus ongeveer twee keer zoveel als bij interferon en glatirameeracetaal. Natalizumab is alleen beschikbaar voor patiënten met een ernstige vorm van relapsing remitting MS die niet reageren op de andere middelen. De reden hiervoor is dat Natalizumab een ernstige virusinfectie in de hersenen kan veroorzaken. Bron UMCG website http://www.umcg.nl/NL/Zorg/Volwassenen/zob2/Multiple _Sclerose_MS/Behandeling/schubs_en_medicatie/Pages/d efault.aspx

Chemotherapie bij MS Mitoxantrone Mitoxantrone is een vorm van chemotherapie. Het onderdrukt de ontstekingsreactie in de hersenen bij MS. De kans op bijwerkingen is groot, bevoorbeeld vermindering van de functie van de hartspier. misselijkheid, bloedarmoede, gevoeligheid voor infecties of onvruchtbaarheid. Mogelijk vergroot het middel ook de kans op leukemie. U krijgt het eens per drie maanden in het ziekenhuis via een infuus toegediend. Er is een bepaalde maximumdosis, waarna moet worden gestopt. Bron: UMCG website http://www.umcg.nl/NL/Zorg/Volwassenen/zob2/Multiple_Sclerose_MS /Behandeling/schubs_en_medicatie/Pages/default.aspx

Chemotherapie bij MS Methotrexaat Methotrexaat is een vorm van chemotherapie. Bij MS wordt het in lage doseringen toegediend. U krijgt het eens per week als tablet. Mogelijke bijwerkingen zijn misselijkheid, haaruitval en problemen met de bloedaanmaak. Over het effect zijn nog geen goede resultaten bekend. Het middel wordt meestal goed verdragen en ernstige bijwerkingen zijn zeldzaam. Bron: UMCG website http://www.umcg.nl/NL/Zorg/Volwassenen/zob2/Multi ple_Sclerose_MS/Behandeling/schubs_en_medicatie/Pa ges/default.aspx

MS in de USA FDA = controlerend orgaan (Food Drugs Administration) Meer experimenteel en klinisch onderzoek in de Verenigde Staten Nieuwe medicatie in de USA erkend en gebruikt wordt ook meestal ingevoerd in Europa.

Bronchus Bronchien Trachea vertakt zich in twee takken Rechter en linker primaire bronchus Aanvoer lucht linker en rechterlong Wanden lijken op die van de trachea Binnenbekleding cilindervormig epitheel met trilharen Buitenwanden <> U-vormig kraakbeen Rechter primaire bronchus Grotere diameter als de linker primaire bronchus Vormt ook een minderscherpe hoek naar de longen toe Vreemde voorwerpen via de trachea komen daarom altijd in de rechter primaire bronchus

Bronchiën Rechter primaire en linker primaire bronchus vertakken verder in de longen Bronchusboom Vertakking van de primaire bronchus in secundaire bronchi Vertakking van secundaire bronchi in tertiaire bronchi Verdere vertakkingen van de tertiaire bronchi in kleinere bronchi Met de vertakkingen van de bronchus in bronchi worden de kraakbeenstukken steeds kleiner Zodra de diameter ca 1 mm is verdwijnen de kraakbeenstructuren <> bronchiolen Bronchiolen zijn de kleinste vertakkingen die geen kraakbeen meer bevatten

bronchiolen Bronchiolen vertakken tot de eindbronchiolen of terminale bronchiolen. Diameter 0.3 tot 0.5 mm de terminale bronchiole vertakt tot meerdere bronchioli respiratoirii. Voeren lucht aan naar het longoppervlakte (longblaasjes) waar de gasuitwisseling plaatsvindt.

Bronchusboom Rechter en linker bronchus Secundaire en tertiaire bronchus Bronchiën Bronchiolen Terminale en respiratoire bronchiolen

Opbouw van het ademhalingsstelsel De bronchusboom Figuur 15-6(a)