Depressie bij kinderen en adolescenten.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Zorg voor autonomie van ouderen met een psychiatrische achtergrond in het verzorgingstehuis Lambert Liza.
Advertisements

Activeren van ouders met behulp van video-beelden
Kinderen van depressieve moeders: het integratieve model van Goodman en Gotlib Cassie Claeys 1BaTP.
Depressie bij kinderen en jeugdigen
Schizofrenie Maité Geldhof 1BaOa2.
Informatiebijeenkomst Archipel Kenniscentrum
Psychiatrie Ontwikkelingspathologie van Mentale Functies 22 juni 2013 Imelda - 10x10.
Diagnostiek in de psychiatrie
Jongeren met visuele beperking: persoonlijk netwerk en welbevinden
Het geheugen “Een dag om niet (meer) te vergeten. Over het lerend vermogen van mensen met dementie” Leuven, 15/6/2012 Janssens Anneleen, Expertisecentrum.
Hoofdstuk 2 De fundamenten van individueel gedrag
Diagnostiek van ontwikkelingsstoornissen
Diagnostiek van gedragsstoornissen
Posttraumatische Stress-stoornis
Depressie bij kinderen en adolescenten.
Schizofrenie en verwante stoornissen
Synthese Artikel Onderwerpsverkenning
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
Angst en angststoornissen
Depressie bij kinderen en adolescenten.
Preventieprogramma’s voor kinderen van alcoholverslaafde ouders.
Psychiatrische stoornissen bij patiënten met een lichamelijke aandoening Hanne Claeys.
De rol van aandachtsfocus in blootstelling aan bedreigende informatie
Syndroom van Gilles de la Tourette in de DSM-IV
Gedragsproblemen bij kinderen en jongeren
Hans Grietens Centrum voor Gezins- en Orthopedagogiek
Hans Grietens Centrum voor Gezins- en Orthopedagogiek
Marieke Bossuyt en Barber Declerck
Conflicten en onderhandelingen
De psychologische gevolgen van detentie voor kinderen
Stemmingsstoornissen
Sarah Bal & Marlies Tierens, Universiteit Gent
Angststoornissen bij kinderen met autismespectrumstoornissen
Perl Kohen1BaOAOICT en bronnen. Er is vaak onderkenning van dyslexie bij volwassenen →ontstaan en signaleren in de basisschoolleeftijd Sociaal-emotionele.
Verstandelijke beperking. Chromosomale aandoeningen Prenatale diagnose Postnatale diagnose.
Dossier Empowerment.
Depressie bij ouderen.
Deel 1: Definitie, geschiedenis en prevalentie
Opvoeden.
Kind in ontwikkeling A Gedrag vs. Gedachten Dagindeling:
De domeinen & Niveau bij ABB.
Kind in ontwikkeling B Gedrag vs. Gedachten Dagindeling:
Week 2 : Ontwikkelingspsychologie, Liesbeth van Beemen:
Week 6 GGZ Preventie en psycho-educatie
Opvoedrelaties onder spanning Bijeenkomst 4. Debat passend onderwijs Lees §1.1 Sipman goed door. In de maatschappij lijkt het aantal kinderen met gedragsproblemen.
Week 3: Systeemtheorie versus biologische psychologie
Week 3 Casus oefenen Docent: Madeleine Meurs Opvoedrelaties onder spanning B.
Levenslooppsychologie Hoorcollege 8
Stromingen in de psychologie Hoorcollege 5
Kind in ontwikkeling B Gedrag vs. Gedachten Dagindeling:
Jennifer de Vries-Aydogdu med.hro.nl/vrije
Determinanten en andere beïnvloedende factoren bij medicatiegebruik
Klinische les medisch maatschappelijk werk
Opvoeding en ontwikkeling van het jonge kind
Seksualiteit Het bespreekbaar maken van seksualiteit in het contact met de cliënt als onderdeel van de hulpverlening.
Paulien Verschoren Groep psychische stoornissen 1BaOC4
Omgaan met zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag
Problemen in de interactie en communicatie bij kinderen met een aan autisme verwante stoornis. M. Serra & R.B. Minderaa.
SADAN HOOFDOPDRACHT SYNTHESE BASISARTIKEL Cynthia van Acker 1 BaTP B1.
Seksualiteit en kanker
Stoornis/beperkingen Stoornissen Thema 10 les 5
Groepsdruk Sarah Benabdallah 2015/2016.
Depressie bij kinderen en adolescenten
Diagnose en classificatie in de Psychiatrie
Depressie bij kinderen en adolescenten.
Angststoornissen en hypochondrie
Gedragsproblemen en stoornissen
Gedragsproblemen en stoornissen
Gedragsproblemen en stoornissen
Havo lesboek deel 1 ~ Hoofdstuk 1
Transcript van de presentatie:

Depressie bij kinderen en adolescenten. Het klinische beeld De prevalentie Assement Etiologie

Het klinische beeld. Depressie kan niet beschouwd worden als een transitiemoment binnen de ontwikkeling van kinderen. Een belangrijke impuls binnen dit opzicht kwam door de publicatie van de derde editie van de diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders (DSM-III) Standpunt: depressie kan ook bij kinderen voorkomen. Depressie manifesteert zich op alle leeftijden ongeveer gelijk. Depressies worden beschreven onder de rubriek ‘stemmingstoornissen’ Er kwam veel kritiek op de DSM-omschrijvingen  De gelijkstelling van depressiemanifestaties voor alle leeftijden gaat voorbij aan ontwikkelingspsychologische aspecten.

Comorbiditeit Depressie blijkt vaak samen te gaan met andere psychiatrische stoornissen = angsstoornissen, eetstoornissen, obsessief-compulsieve stoornissen, alsook met externaliserende problemen: ADHD en gedragstoornissen

Prevalentie. Uit prevalentie-en prognosecijfers blijkt dat depressie bij kinderen een ernstige stoornis is Algemeen: de prevalentie neemt geleidelijk toe met de leeftijd om dan vanaf de vroege adolescentie een vrije snelle groei te kennen tot in de volwassenheid De ernst van de depressieve stoornis blijkt nog meer uit longitudinale studies betreffende het verloop van een depressieve stoornis. Uit verschillende studies blijkt: Depressieve individuen vertonen een grotere kans om steeds opnieuw in nieuwe depressieve momenten te hervallen Binnen vijf jaar zou 70% een nieuwe depressie vertonen

‘Assesement’ van depressie bij kinderen en adolescenten. Prevalentiegegevens zijn afhankelijk van de omschrijving van de term depressie en de afgrenzing hiervan ten aanzien van normale stemmingsschommelingen In onderzoek en in de klinische praktijk wordt in de eerste fase vaak gebruik gemaakt van screeningsinstrumenten Ze zijn tijdsefficiënt, goedkoop en makkelijk te scoren Zelfbeoordelingsvragenlijsten vs. Vragenlijsten ingevuld door anderen Zelfrapportage instrumenten: zicht op de subjectieve beleving van het kind Momenteel: geen SPECIFIEKE Nederlandstalige screeningsinstrumenten om depressie-symptomen te bevragen via derden

Bedoeling screeningsinstrumenten: maat voor de ernst van symptomen en derhalve het probleem kennen. Via een gestructureerd klinisch interview bijvoorbeeld klinische interviews: gebaseerd om DSM-criteria en laten dan ook toe om een diagnose te stellen op basis van een uniform gehanteerd classificatiesysteem Nadeel: DSM is ontworpen voor volwassenen en hierdoor dreigt het voorbij te gaan aan ontwikkelingsaspecten Algemeen: kinderen vanaf 8 jaar beschikken over voldoende abstractievermogen om (negatieve) evaluaties over zichzelf als persoon te geven

Etiologie Determinanten Drie categorieën: 1) Factoren in het kind zelf Een bepaalde genetische dispositie, stoornissen in het affectdifferentiatie, stoornissen op het vlak van hechting, lichamelijke ziekten,.. 2) Factoren in de omgeving van het kind Vroege ouder-kind-relatiepatronen opvoedingsstijlen Belangrijke invloeden van andere sociale relaties: bv. School Psychopathologie bij één van de ouders, incest en andere traumatisering en culturele conflicten 3) Factoren in de levensloop Negatieve ervaringen

Etiologische modellen Beschrijven onder welke condities eerder vermelde determinanten tot depressie kunnen leiden De theoretische modellen zijn voornamelijk opgebouwd rond individuele risicofactoren Globaal onderscheiden we hierin biologische modellen en modellen vanuit het cognitief gedragstherapeutisch referentiekader Deze modellen sluiten echter de rol van omgevingsdeterminanten niet uit

Biologische modellen ze stellen dat psychische stoornissen veroorzaakt worden door biologische factoren. Ze onderzoeken de genetische basis van gedrag en gaan na hoe neurotransmitters gedrag beïnvloeden Genetisch onderzoek naar stemmingsstoornissen kan onderverdeeld worden in: familiestudies: kinderen met ouders met een depressieve stoornis hebben een verhoogde kans op depressie Tweeling- en adoptiestudies: tweelingstudies: bieden het methodologische voordeel dat zowel de rol van genetica als de rol van gedeelde en niet-gedeelde omgevingsfactoren bestudeerd kan worden Adoptiestudies: er wordt geen genetisch effect gevonden. Hier blijken omgevingsfactoren een belangrijke rol te spelen

Operante modellen De operante visie handelt over de rol van het beperkt voorkomen van sociale bekrachtiging bij depressieve mensen Depressie is in de ruime betekenis van het woord, geen aantrekkelijk gedrag Anderen gaan daarom een depressief iemand vermijden: de nog aanwezige actieve responsen gaan verdwijnen bij gebrek aan positieve bekrachtiging Of men geeft aandacht, en toont zijn/haar bezorgdheid: het depressief gedrag wordt daardoor bekrachtigd Depressie is dus een opzichzelf onderhoudend effect

Wanneer depressieve mensen dus té veel negatieve feedback krijgen, zullen ze negatieve zelfschema’s ontwikkelen : die maken hen kwetsbaar voor depressies Bv. ‘ ik ben niet de moeite waard’ Depressie kan hier ook gezien worden als een tekort aan sociale vaardigheden Sociale vaardigheden: een noodzakelijke voorwaarde om positieve interacties te hebben en om aldus beloningen, meer bepaald positieve feedback, te krijgen vanuit de omgeving

Het model van aangeleerde hulpeloosheid: Stelling: een depressief individu heeft aangeleerde verwachtingen dat de externe gebeurtenissen grotendeels buiten zijn controle liggen en dat er waarschijnlijk onplezierige uitkomsten zijn Wanneer een persoon faalt, attribueert hij dit aan een oorzaak Deze oorzaak: Stabiel of onstabiel Intern of extern Globaal of specifiek De verwachting dat oncontroleerbare negatieve gebeurtenissen zullen voorkomen, kunnen leiden tot een depressie

De hopeloosheidstheorie van depressie stelt dat een gevoel van hopeloosheid de relatie tussen attributiestijl en depressie medieert. Een gevoel van hopeloosheid wordt hier beschouwd als een voldoende proximale oorzaak van depressie. Onderzoek toont echter gemengde resultaten voor de mediërende rol van hopeloosheid

Het informatieverwerkingsmodel De cognitieve theorie gaat ervan uit dat cognitieve processen een centrale rol spelen bij het ontstaan en in stand houden van emotionele problemen Depressie: gevolg van een verstoorde informatieverwerking waarbij aandachts-,geheugen-, en interpretatieprocessen een rol spelen Centraal: ‘Schema’ = cognitieve structuren die de basis vormen voor de wijze waarop iemand zijn ervaringen interpreteert Deze schema’s ontwikkelen zich vroeg in de levensloop en zijn vaak latent en onbewust aanwezig tot ze geactiveerd worden

Wanneer worden die schema’s opgeroepen? Onder stress Wanneer door een situatie herinneringen aan het schema worden opgeroepen Depressie: de inhoud van de schema’s zijn gecentreerd rond eigen waardeloosheid en schuld, de onrechtvaardigheid en liefdeloosheid van de wereld en hopeloosheid over de toekomst