Paragraaf 1: Kolonies inpikken.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grote ontdekkingsreizen en hun gevolgen
Advertisements

Paragraaf 4.2 Onafhankelijkheid.
Grote ontdekkingsreizen en hun gevolgen
8.6 Het moderne imperialisme
Burgers regelen het zelf
Het socialisme Paragraaf 7..
Conflicten tussen kapitaal en arbeid
Paragraaf 2.3 Arbeidersparadijs.
Het cultuurstelsel verdwijnt
13 kolonies vechten voor hun vrijheid
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
De Bataafse Revolutie Paragraaf 2.5.
Paragraaf 3 Honger en ellende.
Paragraaf 4.5 Indonesië wordt onafhankelijk.
Hoofdstuk 3.
Hoofdstuk 5.
Historisch overzicht Hoofdstuk 4
Nederland tijdens de bezetting
Interbellum en Vrede van Versailles.
De staatsinrichting van Nederland.
Paragraaf 1 Russische revolutie
6, Oorlog en Vrede , Vietnam en Frankrijk.
Nationalisme in de kolonies
Modern imperialisme.
Paragraaf 2 Het cultuurstelsel.
Paragraaf 11 De Japanse bezetting.
Paragraaf 9 Een andere aanpak.
Indonesiërs willen meer
Paragraaf 7 Steeds meer controle.
Historisch overzicht Nederland
Paragraaf 5.1: van vriend naar vijand.
Hoofdstuk 2.
Europa wordt christelijk
Verzuiling en ontzuiling in Nederland
De opkomst van de middeleeuwse stad
Historisch Overzicht hoofdstuk 4
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
Paragraaf 5.5 Historisch overzicht
Hoofdstuk 3.
Nederland neutraal en België betrokken
Historisch Overzicht Paragraaf 1.
Hoofdstuk 1: Nederland Historisch Overzicht Hoofdstuk 1: Nederland
Staatsinrichting, Paragraaf 2
Kolonialisme en slavernij
Kolonisatie en Dekolonisatie
Industriële Revolutie
Paragraaf 1: Oorzaken van WO I
De Eerste Wereldoorlog
De liberale revolutie in 1848
De koloniale relatie tussen Nederland(ers) en Nederlands-Indië
Kenmerkende aspecten Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme (par. 9.8) De dekolonisatie die een eind maakt aan de westerse hegemonie in.
Europeanen in Amerika, Afrika en Azië
H6 Imperialisme §6.4 De verovering van Afrika Wat moet je weten aan het eind van de les? Hoe de contacten tussen Europa en Afrika voor 1884 waren Waarom.
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Wat moet ik weten aan het einde van de les?
Tijd van televisie en computer, 1950 – Tijd van televisie en computer, Wie is wie én wie hoort niet in het rijtje thuis? Gandhi HattaSoekarno.
H9.3 Het Modern Imperialisme
5.3 Democratie in Nederland Tijd van burgers en stoommachines
De Verenigde Staten. §2. Voor indianen is geen plek meer. Voordat de Europeanen kwamen, waren de indianen de enige bewoners van Amerika. De indianen hadden.
De Verenigde Staten. §1. Dertien Staten vormen één land. In 1607 stichtten de Engelsen dertien kolonies aan de oostkust van Noord- Amerika.
H6 Imperialisme §6.5 Gevolgen van het imperialisme Wat moet je weten aan het eind van de les? Wat de politieke gevolgen voor Europa waren Wat de economische.
Tijd van Regenten en Vorsten 1600 – 1700
H12.4 Verzet in de Koloniën De Wereld-oorlogen.
Tijdvak 9 ‘De tijd van de wereldoorlogen’
Paragraaf 13.4 Noord en Zuid.
Paragraaf 3 MODERN IMPERIALISME
Nederland en Indonesië
Imperialisme H6 geschiedenis Memo.
Indonesisch nationalisme
Blok 2 Koffie en suiker Deelvraag:
Transcript van de presentatie:

Paragraaf 1: Kolonies inpikken. Hoofdstuk 4 Paragraaf 1: Kolonies inpikken.

17e eeuw Sinds de 17e eeuw: Europa gaat kolonies inpikken. 3 redenen: Voor handel en winst Je eigen cultuur verspreiden Macht Engelsen waren het snelst met een groot rijk: Imperium, o.a.: Brits-Indië.

Brits-Indië Tegenwoordig: India, Pakistan, Bangladesh, Myanmar (Birma) en Sri Lanka

Brits-Indië

Engeland was de grootste koloniale macht in 1914

Na Engeland kwam Frankrijk in 1914

Frankrijk Indo-China: Laos, Cambodja, Vietnam

Nederland Nederlands-Indië

Redenen om kolonies te hebben Nationalisme: jouw land is zo goed: dus moet veel kolonies hebben. Iedereen wilde een groot machtig land hebben. Wedstrijdje: wie heeft de meeste kolonies? Fransen hadden veel kolonies in Afrika, Engeland juist in Azië. = modern Imperialisme: een groot rijk willen hebben, vanaf 1850.

Gevolgen van het imperialisme: Spoorwegen, wegen, havens en kanalen aanleggen. Kostbare grondstoffen werden uit de kolonies weggehaald. Bv goud, ivoor, cacao, rubber. Goedkope Europese producten werden naar de kolonies toegebracht. Kolonies werden zo afhankelijk van Europa. Leidde tot hongersnood, want de Europeanen pikten veel voedsel in.

Mensen in kolonies moesten de Europese cultuur overnemen. Europeanen vonden dat hun plicht: de Europese cultuur was veel beter. In kolonies moest iedereen christen worden. De mensen in kolonies werden als minderwaardig gezien. Er was veel discriminatie. En ze hadden geen eigen bestuur meer. Europeanen maakten nieuwe grenzen.

Ontevredenheid Soms werden mensen ook wel wat beter behandeld Ze kregen onderwijs. Geen hele studie maar wel de basis. Bv. In Nederlands-Indïë kenden de kinderen de topografie van Nederland. Niet echt nuttig dus!

Ze leerden ook dat er in Nederland een democratie was. Dat iedereen mocht stemmen. De Indiërs hadden snel door dat het bij hun anders was geregeld. Ze eisten inspraak. In Nederlands-Indië: de toplaag kreeg invloed op het bestuur: Volksraad. Ze hadden geen echte macht, ze mochten alleen advies geven.

Na WO II waren de kolonies erg ontevreden. NL was Nederlands-Indië kwijt geraakt aan de Japanners. Japan had grote delen van Azië ingepikt. Alleen GB en Rusland hadden nog grote kolonies. Amerika was tegen het hebben van kolonies: Iedereen moest vrij zijn.

Na WO II waren de kolonies erg ontevreden. Er kwamen verschillende nationalistische bewegingen op in de kolonies Zij wilden meer zelfstandigheid/onafhankelijkheid. Ze richtten politieke partijen op. Eerste doel was: beter leven voor eigen bevolking, want vaak was er grote armoe. In het begin werkten nationalistische bewegingen en de Europese machthebber samen.

Vaak ook verzet Verzet tegen de Europeanen: Protest van Indiërs tegen Engelse regels: bloedbad van Amritsar

Sinds Amritsar: Vanaf dat moment werden de nationalisten in India erg fel. O.l.v. “Mahatma”Gandhi kwamen ze in opstand tegen de Engelse uitbuiting. (1869-1948) Actie: alle stoffen die uit GB kwamen werden verbrand. De bevolking weigerde die stof te kopen, en ging zelf kleding maken. Zo waren ze goedkoper uit, dan de stof van GB te kopen. Dat geld zou weer terug naar GB gaan. Iedereen volgde Gandhi. Hij was tegen geweld!

Einde paragraaf 1