Argumenteren & juridisch handelen ARGUMENTATIELEER Prof. Dr. Rogier de Corte Argumenteren & juridisch handelen DEEL I. Kader juridische argumentatieleer 3 de licentiaat rechten UGent – academiejaar 2003-04 Argumentatieleer 1 3 januari 2004
juridische argumentatieleer waarover zal het gaan? juridische argumentatieleer problematiek van het vak kader en achtergrond juridische argumentatie juridisch betoog synthese I II III
juridische argumentatieleer problematiek van het vak kader juridische argumentatie achtergronden van argumentatie
I. PROBLEMATIEK van het VAK redeneren logica & argumentatie juridische argumentatie diverse invalshoeken
A. redeneren stelling - bewering - conclusie - standpunt ….. staven met een andere stelling = argument verworvenheid
roken is schadelijk voor gezondheid redeneren roken is schadelijk voor gezondheid stelling staven met wetenschap heeft aangetoond dat rokers gevoeliger zijn voor het ontwikkelen van kanker een andere stelling = argument verworvenheid
B. verhouding: logica - argumentatie wetenschappelijke discipline van de juiste afleiding bewijzen voorbeeld kenmerk: indien juist, dan rest fout is niet domeingebonden
overtuigen - overreden logica - argumentatie argumenteren aanspraak maken op geloofwaardigheid overtuigen - overreden voorbeeld kenmerk: twee stellingen kunnen juist zijn is sterk domeingebonden
C. juridische argumentatie een structureel onderdeel van juridische besluitvorming meer dan motiveren niet formeel argumenteren motiveren pleiten conclusie schrijven …………. error in procedendo grondwettelijk verankerd
wanneer hebben wij het te maken met een goed vonnis? D. België laatste jaar van de opleiding tot 1970: logica na 1970 - explosie van rechtstheorie Ned.: ter Heyde, Langemeyer, Wiarda, Leyten Be.: Van Gerven, Van Hoecke wanneer hebben wij het te maken met een goed vonnis?
België na 1990 - expertsystemen Jaap van den Herik, Kunnen computers rechtspreken, Gouda Quint, 1991 - 45 p.
E. raakvlakken rechtspsychologie rechtssociologie rechtstheorie analyse van het denproces dat gevolgd wordt door de probleemoplosser rechtspsychologie rechtssociologie rechtstheorie anticipatief beslissen recursief denken multidisciplenair onderzoek van de achterliggende waarden van het recht het recht als maatschappelijk fenomeen psychologie van de probleemoplooser aanvaardbaarheid beslissing
F. rechtspraktijk neemt het grootste deel van het «argumenteren» voor zijn rekening, maar leert weinig over «argumenteren» Leyten Ik ben niet geneigd in de daadwerkelijke beoefening van de praktijk … - hetzij als advocaat, hetzij als rechter - een stimulerende factor, laat staan een voorwaarde te ontwaren voor de theoretische beoefening van de rechtstheorie
rechtspraktijk motivering van vonnissen werkdruk marginale waarde motivering van vonnissen motivering van wetgevende akten motivering van bestuurshandelingen
G. wetenschap sterke binding tussen wetenschappelijk rechtsbedrijf en juridische argumentatie doctoraat voordrachten scripties wetenschappelijke bijdragen
afwerking van de opleiding in de breedte H. doelstellingen niet praktisch of beroepsgeoriënteerd wel de wetenschappelijke basis voor kritische analyse afwerking van de opleiding in de breedte
II. HET KADER redeneren en argumenteren argumenteren als communicatievorm logica en argumentatieleer kennistechnologie
A. argumenteren en redeneren wat is het? kenmerken
§ 1. waarover gaat het verklaring ter ondersteuning van uitspraak iemand beïnvloeden op basis van redelijkheid sociaal verbaal
§ 2. kenmerken R. Foqué rationaliteit openbaarheid argumenten worden op eigen merites onderzocht bijv. vrijspraak 17-jarige hypothetisch rechtmatig alternatief sociaal aspect communicatie
kenmerken - 2 contextualiteit contrafacticiteit integriteit voor wie? auditoire contextualiteit contrafacticiteit integriteit bindende afspraken? domeingebonden
B. argumenteren als communicatie communicatieproces kernbegrippen gevolgen Mark Van Hoecke, Law as communication, Hart publishing, 2002, 225 p.
communicatieproces
communicatiebegrippen objectief gegeven teken wat? WVP Databankwet …. referent tekenset met syntax en grammatica
communicatiebegrippen drager van teken informatie subjectief gegevens door het gebruik van intelligentie omzetten naar kennis
communicatie rechtsregels zijn boodschappen in een communicatieproces door de overheid aan de burger waarbij …..
gevolgen 1. betekenistoekenning 1. boodschappen (argumenten zijn boodschappen) hebben geen autonome betekenis de betekenis wordt toegekend binnen het communicatieproces bijv. art. 870 Ger. W. over de bewijslast
gevolgen betekenistoekenning 2. de betekenis van een boodschap kan niet bindend in de boodschap worden vastgelegd oude AB-wet Nederland 3. boodschap beoordelen, kan soms vereisen tot het herfomuleren
betekenistoekenning klare tekst theorie teksten die klaar zijn moeten niet geïnterpreteerd worden interpreteren is betekenis toekennen dus: klare tekst theorie is nonsens in theorie onjuist, maar wijst op gezond verstand
andere gevolgen 2. anticipatief poneren anticipatief poneren van de vermoedelijke inhoud + verificatieproces 3. uitgedrukte vs reële boodschap welwillendheidsbeginsel
C. logica en argumentatieleer argumenteren overtuigen van redelijkheid dwingend redeneren overtuigen overreden afleiden bewijzen
§ 1. logica - bewijzen begrip soorten verhouding recht en logica
Cartesiaans redeneren begrip juiste afleidingen – vorm, niet inhoud – indien iets juist is, dan is het tegenovergestelde onjuist deductief inductief abductief Cartesiaans redeneren
geformaliseerde, geaxiomatiseerde logica met calculus soorten geformaliseerde, geaxiomatiseerde logica met calculus een beperkt aantal wetten of axioma’s, waaruit andere axioma’s of wetten kunnen afgeleid worden creëren van artificiële taal het geheel van regels voor het doen van bewerkingen
soorten de monotone modale of aletische logica meerwaardelogica deontische logica propositielogica klasselogica predikatenlogica relatielogica
le syllogisme juridique soorten syllogisme alle mensen zijn sterfelijk Socrates is een mens Socrates is sterfelijk le syllogisme juridique
verhouding recht/logica de band tussen logica en recht is bijzonder zwak, die werd aangetoond door: 1. Chaïm Perelman in de jaren 60 2. door de KI in de jaren 90 de nieuwe retoriek
logica zowel Chaïm Perelman, Boekema e.a.: de inhoud van de te nemen beslissing is niet aangestuurd door logica Cass. 29 oktober 1976 oplossing probleem probleem oplossing stukjes logica
logica indien de kern van recht is «beslissen», dan kan logica een bepaalde uitspraak niet opleggen is een fout tegen de logica niet noodzakelijk een juridische fout
dialectisch redeneren § 2. argumentatie wat? dialectisch redeneren redeneren op basis van redelijkheid
argumentatie - overtuigen vormen dialectica argumentatie in discussie waarde van het argument overtuigen convaincre juist, waarschijnlijk, in elk geval, …. retorica vaste rollen resultaat overreden persuader
D. kennistechnologie 1 - kennis 2 - intelligentie 3 - wetenschap 4 - expertise 5 - AI 6 - expertsystemen
§ 1. kennis 1 - wat 2 - stadia 3 - juistheid 4 - drager 5 - soorten onzekerheid wegnemen door communicatie 1 - wat 2 - stadia 3 - juistheid 4 - drager 5 - soorten conceptualisering en formalisering mens, dier en systeem praktische kennis (sensorische motorische taken) cognitieve kennis meta-kennis wereldkennis gestructureerde kennis heuristische kennis
§ 2. intelligentie 1 - wat 2 - uitingen 3 - zoeken iets of iemand is intelligent als men dat zo vindt 1 - wat 2 - uitingen 3 - zoeken zich herinneren oplossingen bedenken keuzes maken …. waardeoordeel vormen gestructureerd of blind zoeken heuristisch zoeken
§ 3. wetenschap een attribuut van kennis systematische opbouw van de kennis verificatiemethode
§ 4. expertise diepgaande kennis door ervaring opgebouwd verschil tussen gestructureerde en ervaringskennis juridische expertise strategie algoritme diepte en breedte
§ 5. AI 1 - wat 2 - Turingtest tak van de wetenschap waarbij de menselijke intelligentie wordt nagebootst d.m.v. computerprogramma's inzicht in menselijke intelligentie - nabootsen van: het gedrag en de processen het resultaat
AI Turingtest A.M. Turing, ComputingMachinery and Intelligence in Mind, Oxford University Press, 1950 M O V
§ 6. expertsystemen 1 - wat expertsystemen - kennissystemen zijn wel haalbaar via een programma in een beperkt domein problemen oplossen op het niveau van een menselijk expert
expertsystemen een klassiek programma is een procedureel programma, dat zeer veel intelligentie kan bevatten, maar zelf niet intelligent is het is gericht op gegevensverwerking programma, data, kennis én redeneren zijn verweven een expertsysteem is een programma waarin de kennis afzonderlijk gerepresenteerd is met een zelfstandige redeneermodule
klassiek programma JA NEE klant bestelling … factureren faillissement? Print factuur aan curator 21% btw Print factuur aan klant 21% btw
expertsysteem
expertsysteem kennisbank gegevensbank redeneermachine gebruikersinterface uitlegfaciliteit
§ 7. redeneermechanismen inference engine Er wordt een keuze gemaakt tussen verschillende mogelijkheden de aard van het probleem bepaalt mee hoe geredeneerd wordt beslissingstabel Rule Based Reasoning (RBR) Case Based Reasoning (CBR) neuraal netwerk
beslissingstabel exclusiviteit & exhaustiviteit tanken herstel benzine-meter actie 1. benzinemeter op 0 2. auto start niet 2. auto start benzine is op conditie Regel3 Regel2 Regel1 regel exclusiviteit & exhaustiviteit
RBR ALS - DAN - regel gebaseerd expertsysteem mens(socrates) Socrates is een mens sterfelijk(X):-mens(X) alle mensen zijn sterfelijk goal:sterfelijk(socrates)? is Socrates sterfelijk yes ja
CBR - aanwezigheid van een aanzienlijke databank aan cases - de cases zijn voorzien van "parameters" - een nieuw geval wordt ingevoerd en het systeem zoekt het dichtstbij gelegen geval
CBR aangevuld met frames en scripts Frame men geeft een omschrijving van het begrip stoel Wanneer later de stoel van John moet omschreven worden, geeft men enkel de aanvullende informatie Script omvat een geheel van omschrijvingen en handelingen, die herbruikbaar worden bijv. een collegescript
NN expertsysteem dat via aanleerroutines tot herkenning overgaat - herkennen van letters - voorwerpen
III. DE ACHTERGRONDEN cultuurhistorisch denkpatroon perceptie van de taak
A. cultuurmaatschappelijke denkpatronen 1626 Joost de Damhouder In civile saken de reden van de sententie te stellen en is gheen wijsheydt de mythische denkfase de ontologische denkfase de functionele denkfase
verwijzing steeds naar hoger dus geen verantwoording - a - mytische fase mens - omgeving - heelal zijn niet duidelijk van elkaar te onderscheiden verwijzing steeds naar hoger dus geen verantwoording
gezag komt van boven, geen verantwoording mytische fase gezag komt van boven, geen verantwoording beslissing moet niet verantwoord worden indien toch verantwoording dan verwijzing naar elementen buiten de rechtsorde - van hogere orde (natuurrecht, het geweten, ….) bewijsrecht natuurrecht …………... mensenrechten
geen verwijzing naar hoger rationele verantwoording - b - ontologische fase mens - omgeving - heelal komen los van elkaar en verzelfstandigen geen verwijzing naar hoger rationele verantwoording eerste ontwikkeling: bevrijding verdere ontwikkeling: vervreemding
1. voorbeeld uit procesrecht 2. veralgemening ontologische fase (2) 1. voorbeeld uit procesrecht 2. veralgemening 3. de gelding van gezag (verantwoording) wordt gebaseerd op bevoegdheid en procedures los van de aard der dingen
op argumentatief gebied ontologische fase (3) op argumentatief gebied wetgeving wordt netjes geordend rechter past wet toe via syllogische redenering motiveren is aantonen rationaliteit
recht is compleet – gesloten kennisverwerving le syllogisme juridique ontologische fase (4) recht is compleet – gesloten kennisverwerving le syllogisme juridique regel is regel dura lex, sed lex weigert grondwettelijkheidstoets weigert controle uitvoerende macht aanvaardt geen algemene rechtsbeginselen Hof van cassatie
afbraak van het legisme ontologische fase (5) afbraak van het legisme de wet is niet meer het onbetwiste einde mensenrechten defederalisering (constitutioneel hof) internationalisering
- c - functionele fase mens - omgeving - heelal zoektocht naar nieuw groot verbond - functie de eenheid wordt hersteld door de klemtoon te leggen op de functie normdoel van een regel & instelling
functionele fase de quasi-autonome werking van concepten wordt beperkt door hun normdoelgerichtheid motivering krijgt nieuwe functie de aanvaardbaarheid (gelijkheid) proportionaliteit
B. perceptie van eigen taak verhouding: beslisser normen ? ziet de beslisser zijn taak als autonoom of heteronoom
IV. TIEN STELLINGEN 1. geen enkele juridische beslissing is enkel het gevolg van een logica-activiteit 2. de typisch juridische interpretatietechnieken worden enkel gebruikt om een genomen beslissing van een cosmetisch laagje te voorzien 3. geen enkele rechtsregel is vatbaar voor concrete toepassing zonder voorafgaande ‘interpretatie’ of betekenistoekenning door de ‘toepasser’. Deze betekenistoekenning kan voor de hand liggend zijn of precies zeer moeilijk
10 stellingen 4. de wijze van motiveren van overheidshandelingen weerspiegelt de wijze waarop de burger met gezag omgaat 5. juridische expertise versnelt niet alleen de besluitvorming door een betere uitgangspositie bij de eliminatie van theoretische mogelijkheden, maar verhoogt de kwaliteit van de beslissing door een evenwichtiger afweging
10 stellingen 6. de opbouw van een goed verhaal is een noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde voor een verantwoorde motivering 7. een beslissing is pas goed opgebouwd indien de alternatieven zichtbaar werden gemaakt en de gemaakte keuze niet wordt voorgesteld als de enig juiste: ze behoort dialectisch opgebouwd te zijn en niet apodictisch
10 stellingen 8.bij elke beslissing moet aangegeven worden waarom voor de ene en niet voor de andere oplossing werd gekozen - dissenting en concurring opinion dragen hiertoe bij 9. de rechtsbeoefening is geen bezigheid voorbehouden aan juristen. Taal en motivering van een juridische beslissing moeten van dien aard zijn, dat recht toegankelijk wordt voor niet-juristen 10. rechtszekerheid wordt niet verhoogd door legisme
V. TWEE OPDRACHTEN 1. Het ordenen van een aantal excepties in één logische volgorde op één tijdslijn. De keuze van de volgorde verantwoorden 2. GSM-vonnis analyseren m.b.t. de gevolgde redeneerroute antwoorden overmaken in bestandsvorm aan rogier.decorte@UGent.be vóór woensdag 14 januari 2004 12:00 u
a. ordenen procesexcepties verhaal kwalificatie ordenen en verantwoorden
verhaal een persoon dagvaardt met het oog op de invordering van een schuld van iemand anders een rechtshandeling tussen niet-handelaars heeft het voorwerp niet uitgemaakt van een schriftelijke akte gegeven is: - dagvaarding niet ondertekend - er is gedagvaardvaard op de woonplaats van de eiser - er is gedagvaard in betaling van een ereloon van de notaris voor de vrederechter
verweer ten gronde komt in dit geval niet ter sprake kalificatie excepties verweer ten gronde komt in dit geval niet ter sprake territoriale onbevoegdheid materiële onbevoegdheid niet-toelaabaarheid processuele nietigheid art. 1341 B.W. (bewijs)
ordenen en verantwoorden 1 2 3 4 5 territoriale onbevoegd materiële onbevoegdheid nietigheid niet-toelaatbaar bewijs
b. gsm-vonnis 1 - procespartijen in functioneel verband 2 - exacte formulering eis 3 - excepties: art. 577-9 § 2 tardiviteit van de vordering 4 - ten gronde
gsm-vonnis 4 - ten gronde standpunt nietigverklaring van het besluit om verschillende redenen
gsm-vonnis argumenten middelen B uitzicht, stijl en harmonie (eenparigheid) C abnormale verstoring van evenwicht D gevaar stralingen
gsm-vonnis A B C D JA NEE A B C D evenwichtverstoring eenparigheid gevaar A B C D JA Nietigverklaring AV NEE A B C D tardiviteit