EU-scoping study Biodiversiteitscampagne Belangrijkste conclusies
1 Opzet EU-onderzoek (Gellis) 50 stakeholder/expert interviews Best practice analyse campagnes Eurobarometer NB: nog geen eindrapport
2 Conclusies stakeholder interviews Term goed ingeburgerd, vooral onder beleidsmakers, experts en stakeholders Term niettemin niet altijd goed begrepen (‘soortenverlies’) Grote meerderheid: gebruik de term in een EU-campagne en breng uitdrukkelijker in verband met ecosystemen. Overall gevoel: de term ‘biodiversiteit’ moet beter worden uitgelegd, niet vervangen Zorg voor eenvoudige verklaring voor het algemen publiek
3 Reflecties van experts op een campagne Soorten verdwijnen zelden als niet ook hun habitat wordt aangetast Elke campagne moet nadruk leggen op de invloed van ecosystemen als leveranciers van goederen en diensten Belangrijkste driver is impact op Europa’s economisch welbevinden (morele overwegingen naar de achtergrond) Belangrijkste oorzaken zijn: klimaatverandering, intensief landgebruik, vervuiling
4 Reflecties experts Meest beinvloede doelgroepen zijn: visserij, bosbouw, landbouw, toerisme en energieproductie. Deze zijn zich dat bewust. Echter: iedereen wordt beinvloedt door BD-verlies. Algemene publiek heeft echter slechts minimale kennis van de impact Beleidsmakers zijn publiekelijk gecommitteerd maar implementatie is onvoldoende door gebrek aan kennis en KT-economische belangen
5 Conclusie Eenvoudige doelgroepgerichte campagne is onvoldoende Doelgroepgerichte campagnes moeten begeleid worden door meer grassroots-activiteiten gericht op het grote publiek. Alleen druk van publiek en media kan zorgen voor betere implementatie van beleidsmaatregelen Toegevoegde waarde EU-campagne wordt breed erkend, verwachtingen lopen uiteen
6 Conclusies (vervolg) Coherente paraplu-campagne met implementatie belangrijke delen door nationale, regionale en lokale spelers. Verbinden met natuurlijke partners Prioritaire doelgroepen: Lokale en regionale besluitvormers De meest beinvloede bedrijfssectoren Het algemene publiek met specifieke focus op laag opgeleiden (en dus massamediale campagne)
7 Campagne Paraplubenadering met grotendeels gedecentraliseerde structuur en beperkte centrale staf Campagne funderen op gezamenlijk concept (overkoepelende paraplu: kernboodschappen, visuele elementen, supervisie, etc.) Betrokkenheid van stakeholders/netwerken Centraal: websites, nieuwsbrieven, TV met simpele, universele boodschappen en beelden. Focus op de jeugd