Sleutels tot de filosofie
inhoudstabel Tijdslijn Filosofie In de oudheid In de renaissance Heel wat hedendaagse denkers gaan terug naar renaissance filosofen. 18e eeuw: De verlichting Van Moderne Tijd naar Postmoderne Tijd Filosofie. Drie vragen. Haar indeling en omgeving. Filosofie Het object Het ontstaan De behandeling/het keninstrument Filosofie en geloof Doelstelling besluit
Tijdslijn Filosofie In de oudheid: Presocratici (= natuurfilosofen) Socrates (wijsbeer) leraar van Plato (wijsheer). Plato was dualist (mens bestaat uit lichaam en geest) en nativist (de mens wordt geboren met inzichten). Plato werd ook gekend door zijn theorie rond de Allegorie/grot. Patristiek (5e eeuw voor Chr.) Werd opgericht door Augustinus (Christelijke denker). Hij verwoordde en verantwoorde de christelijke boodschap in platoonse termen. Aristoteles (leerling van Plato) Hij is een holist (= lichaam en ziel zijn één). Alle boeken van Aristoteles zijn zoek Scholastieke filosofie door Thomas van Aquino
In de renaissance (15e-16e eeuw) heb je o.a.: Erasmus (boek ‘Lof der zotheid’) Thomas More (boek ‘Utopia’ 1519) Pieter Gilies Thomas Hobbes Negatief mensbeeld: ‘homo homini lupus’= de mens is voor zijn medemens een wolf Elk streeft naar individuele bevrediging De mens is slecht, profiteren van de zwakheid van de ander
Heel wat hedendaagse denkers gaan terug naar renaissance filosofen. In de Moderne tijd: Er is geen waarheid en dit is de waarheid Vragen stellen is hier overbodig. Dit zorgt voor onverschilligheid Vanheeswijck: Er is een waarheid, maar we hebben ze nooit. Vragend leven is hier gezond. Dit zorgt voor verschilligheid Er is een waarheid en wij hebben hem.
18e eeuw: De verlichting Jean-Jacques Rousseau Immanuel Kant Franse revolutie kwam tot stand Boek geschreven ‘le contrat social’ Positief mensbeeld: de mensen zijn van nature ‘goed’ en hebben de kracht om een samenhangende samenleving mogelijk te maken. !! Vrijheid!! Zo kan men zich ontplooien Via een sociaal contract kan men afstand nemen van de macht Immanuel Kant Duitse filosoof, heeft in Russische stad geleefd Filosoof van de ‘plicht’ (iets doen uit respect, plichtsbesef) Het universalisme (= de leer dat God uiteindelijk alle mensen, uit alle tijden en plaatsen, in een toestand van verzoening met Hem zal brengen.
Van Moderne Tijd naar Postmoderne Tijd Jean-Paul Sartre (gestorven in 1980) Franse filosoof en schrijver Laatste filosoof van de Moderne Tijd Bracht het existentialisme op hang (onderdeel humanisme) Schreef boek ‘l’être et le néant’ (= het zijn en het niets) Grote man van de ‘vrijheid’ (ieder mens is vrij, je kan vrij je keuze maken; je kan je verantwoordelijkheid niet afschuiven op de situatie) Hij bracht Grote Verhalen Zijn minnares is Simone de Beauvoir (lat-relatie) Simone de Beauvoir Schrijfster Grootmoeder van het feminisme Atheïste, je bent verantwoordelijk voor je eigen daden In 1949 schreef ze het essay ‘La deuxième sexe’, waarin ze pleit voor de economische onafhankelijkheid van de vrouw.
"De moed tot de waarheid is de eerste voorwaarde voor de studie der filosofie.“ G.W.F. Hegel
Filosofie. Drie vragen. Haar indeling en omgeving. Wijsbegeerte, Gaat in op de levensvragen. Het object: ‘alles’ Al het bestaande afzonderlijk (mens, wereld, maatschappij, God) Het geheel
Het ontstaan: Vanuit de verwondering over het feit dat er iets is en dat het is wat het is. verwondering haalt haar wortel uit existentiële verwondingen (ervaringen vb. verlies) 3 fasen van verwondering: Het soort wonder dat je ervaart. Wonde die ontstaat, want je zekerheden worden gebroken. Bewondering voor wat je nu weet/ je nieuwe inzichten.
De behandeling/ het keninstrument: De rationele zoektocht naar antwoorden Het logisch nadenken Redeneren (ratio, rede, logos) Filosofen steunen bij hun antwoorden niet enkel op het bovennatuurlijke. Ze willen niet steunen op een heilig boek, de bovennatuurlijke fluistering (vb. goden) . Ze baseren zich op ‘de zin’. Filosofie en geloof: Dezelfde vraagstelling als het geloof en zijn Heilige boek(en). Spanning sussen geloof en rede Zie Augustinus (christelijke denker) : Hij verwoordt de christelijke boodschap in Platoonse termen (= patristiek) Zie Thomas van Aquino: Hij voert een Aristotelisering van het Christendom door.;
Doelstelling: Zoektocht naar de Waarheid De voor-filosofische tijd De vraagstelling tot het uiterste doordrijven De diepste antwoorden zoeken Dit brengt radicaliteit met zich mee De voor-filosofische tijd = de archaïsche tijd = de tijd van de mythen/ fantasieverhalen Besluit: Filosofie is iets bewegelijks, elastisch en dus niet iets statisch!! Mensen kunnen zonder filosofie 95% van de mensheid heeft bestaan zonder filosofie
Bedankt voor jullie Aandacht Ansofie herman