Dirigeren Hoe zet een dirigent zijn orkest aan het werk?
inhoudsopgave Wie laat ik spelen? Welke opdracht geef ik ze? Hoe tel ik af? Hoe laat ik ze stoppen?
Wie laat ik spelen? Met één arm nodig je uit: Wijs met de rug van je hand de groep aan. Een deel van het orkest Het hele orkest
Welke opdracht geef ik ze? Met beiden handen laat je 1, 2, 3 of 4 vingers zien. NB bij meer vingers altijd vingers spreiden. NB bij drie vingers gebruik ik de duim en draai mijn hand om. Dit verwijst naar opdracht 1, 2, 3 of 4 op het bord
Hoe tel ik af? Afhankelijk van de maatsoort: Bij een vierkwart vier-, bij een driekwart drie tikken vooraf met twee vingers op je handpalm, op de tel daarna maak je het “Go” gebaar. Indien nodig maak je eerst het stiltegebaar. NB Herhaal tot de dirigent je vraagt te stoppen. “Go” gebaar: Met beide handpalmen naar boven wijs je met gestrekte armen in de richting van de groep.
Hoe laat ik ze stoppen? Toon hoog twee gestrekte armen met vuisten voorafgegaan door een soort “knoop”. NB: Gebruikelijk is om aan het eind van een zin of ritme te stoppen.