Stagebegeleiding Bijeenkomst 2 Blok 2
Planning van deze les Doelstelingen Uitleg over SMART en de verschillende beheersingsvormen en niveau’s Aan de slag met het stageplan Vooruitblik en afsluiting
Doelstellingen De student kan: Uitleggen wat een leerdoel is en aan welke eisen een leerdoel moet voldoen. Verschillende beheersingsvormen en – niveaus aangeven.
SMART S M A R T
SMART Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdgebonden
De student moet: kunnen + werkwoord
Richtlijnen voor het maken van een stageplan Opbouw van een stageplan: Voorblad met je naam, studentnummer, stagebegeleider en de gegevens van je stageschool. Inleiding: Je vertelt iets over jezelf en over de school waar je stage gaat lopen. Planning wanneer je aan welke opdracht gaat werken. Uitwerking van de opdrachten: Titel opdracht Leerdoelen uit het register en persoonlijke leerdoelen Jouw aanpak: wie, wat, waar, wanneer en hoe Bewijslast: Hoe ga je verslag doen van deze opdracht in je portfolio? Lay-out: Netjes verzorgd. Correct taalgebruik Lettertype 11 of 12 Regelafstand 1,5 Totale omvang tussen de 6 -10 A4.
Voor volgende week Neem mee: Het lesvoorbereidingsformulier wat je bij vakdidactiek gebruikt.
Vooruitblik Schrijf een reflectieverslag van een les van deze week van max. ½ A4tje en neem dat volgende les mee (op papier). Handboek voor Leraren: Lezen H11.2.3.