Informatie Wmo ANBO 26 februari 2015
Hervorming langdurige zorg (Wlz) Waarom is hervorming van de langdurige zorg nodig? Wat gaat er veranderen in de langdurige zorg? Welke wetten heeft de regering aangepast voor de hervorming van de langdurige zorg? Wanneer gaan de veranderingen van de langdurige zorg in?
Waarom is hervorming van de langdurige zorg nodig? Het systeem van langdurige zorg in Nederland is bijna 50 jaar geleden bedacht. In die tijd zijn de verwachtingen van mensen over de langdurige zorg veranderd. Ouderen willen het liefst zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Mensen met een beperking willen zo zelfstandig mogelijk kunnen leven. Dat kan door de langdurige zorg anders te organiseren. Zowel voor mensen die thuis ondersteuning en zorg nodig hebben als voor mensen die verblijven in een instelling.
Wat veranderd in de langdurige zorg? De langdurige zorg moet mogelijk maken dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen. De behoeften en eigen mogelijkheden van mensen staan daarbij centraal. Ook belangrijk is de hulp van familie of anderen in de directe omgeving. Als het nodig is kan de gemeente ondersteuning geven. Bijvoorbeeld begeleiding of huishoudelijke ondersteuning. Of activiteiten waardoor mensen meer meedoen in de samenleving. Via de zorgverzekering kunnen mensen medische zorg thuis krijgen. Bijvoorbeeld verpleegkundige zorg.
Welke wetten zijn door de regering aangepast? De regering heeft de hervorming van de langdurige zorg vastgelegd in verschillende wetten. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015). De nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz). Deze wet vervangt de AWBZ. Ook de Jeugdwet is gewijzigd. De overheid hoeft de Zorgverzekeringswet (Zvw) niet aan te passen. Wel is het recht op wijkverpleging aan de wet toegevoegd.
Taakverdeling gemeenten, zorgverzekeraars en Rijksoverheid De taakverdeling tussen gemeenten, zorgverzekeraars en Rijksoverheid ziet er vanaf 2015 als volgt uit: Gemeenten: maatschappelijke ondersteuning Zorgverzekeraars: medische zorg Rijksoverheid: langdurige zorg
Gemeenten: maatschappelijke ondersteuning De gemeenten zorgen voor maatschappelijke ondersteuning. Deze ondersteuning is erop gericht dat inwoners langer zelfstandig thuis kunnen wonen en mee kunnen doen in de samenleving. Zoals begeleiding, dagbesteding, vervoersvoorzieningen en huishoudelijke hulp.
Zorgverzekeraars: medische zorg Zorgverzekeraars zijn verantwoordelijk voor lijfgebonden en medische zorg. Bijvoorbeeld persoonlijke verzorging, verpleging en langdurige geestelijke gezondheidszorg.
Rijksoverheid: langdurige zorg Langdurige zorg is een taak van de Rijksoverheid. De AWBZ wordt vervangen door de nieuwe Wet Langdurige Zorg (WLZ). Deze wet is er alleen nog voor mensen die niet meer thuis kunnen wonen, maar in een instelling moeten verblijven.
Hervorming langdurige zorg De langdurige zorg is bedoeld voor mensen die de zorg en ondersteuning het meest nodig hebben. Dat zijn mensen die het zelf niet kunnen regelen. Voor deze kwetsbare mensen moet ondersteuning en zorg toegankelijk blijven. Nu en in de toekomst. Maar de overheid moet ook op de kosten letten. Als er niets verandert, wordt de langdurige zorg onbetaalbaar. Ook daarom legt het nieuwe systeem van langdurige zorg veel nadruk op wat mensen en hun omgeving zelf kunnen en willen.
Langdurige zorg Heeft iemand altijd toezicht nodig en moet er 24 uur per dag zorg dichtbij zijn? Dan heeft deze persoon recht op passende zorg met verblijf in een zorginstelling. Het gaat dan om zware zorg voor kwetsbare ouderen en gehandicapten. Thuis (blijven) wonen met zorg kan ook. Maar alleen als de kwaliteit van de zorg goed is. En als de kosten niet hoger zijn dan zorg in een instelling. Deze zorg komt uit de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz). Dit is de opvolger van de AWBZ.
Ontvangt iemand zorg die het CIZ eerder heeft toegekend? Ontvangt iemand op dit moment zorg die het CIZ eerder heeft toegekend? En liep deze toekenning door tot na 1 januari 2015? Dan behoudt de klant in ieder geval in 2015 het recht op de toegekende zorg.
Hoe krijg je een indicatie langdurige zorg Iemand met een zware zorgbehoefte kan zich melden bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Aan de hand van een persoonlijk gesprek en een toetsing nemen zij een indicatiebesluit. Hierin staat op welke zorg de zorgbehoevende recht heeft. Deze zorg kan geleverd worden in natura met verblijf in een instelling, maar ook in de thuisomgeving, als de situatie dit toelaat. Tot slot kan men ook een beroep doen op een persoonsgebonden budget. Zorgkantoren kunnen helpen bij het inkopen van de juiste zorg
Keuzevrijheid De Wlz legt de mogelijkheid vast om te kiezen voor een persoonsgebonden budget (pgb) of een volledige pakket thuis (vpt). Dit versterkt de keuzevrijheid van de cliënt. De Wlz scherpt de eisen aan het pgb en vpt aan. Zodat de kwaliteit van de zorg buiten de instelling goed is. 2015 is een overgangsjaar. Daarom zijn in 2015 gemeenten verantwoordelijk voor hulpmiddelen en woningaanpassingen voor mensen met een Wlz-indicatie. Dit doen gemeenten vanuit de Wmo 2015. Vanaf 2016 zijn zorgkantoren verantwoordelijk voor hulpmiddelen en woningaanpassingen voor mensen met een Wlz-indicatie.
Laatste ontwikkelingen Zo’n 10.000 gehandicapte kinderen en volwassenen die thuis wonen maar voortdurend toezicht nodig hebben, zijn vanaf 1 januari 2015 niet afhankelijk van de gemeente voor zorg. Deze zogeheten ‘vergeten groep’ is alsnog onder de Wet Langdurige Zorg (het rijk) komen te vallen. Het gaat om (verstandelijk) gehandicapten die wel met ouders of familie wonen maar overdag naar een baan of dagcentrum gaan om te werken of te leren.
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Waarom de Wet maatschappelijke ondersteuning? Kostenbeheersing, de AWBZ is onbetaalbaar geworden Meer eigen verantwoordelijkheid voor de burger Niet leunen, maar (onder)steunen Regierol voor de gemeente(n) Lokaal, wat lokaal kan Iedere gemeente heeft zijn eigen beleid dat op onderdelen kan verschillen De Wmo is er voor iedereen; voor gezonde mensen en voor mensen met beperkingen
Veranderingen in de Zorg De laatste jaren hebben er al veel veranderingen plaatsgevonden in de Zorg. verlaging budget vervoerskosten dagopvang Verzorgingshuizen naar Wonen met Zorg Kanteling en bezuinigingen van de Wmo Vanaf 1 januari 2015 is ook begeleiding en beschermd wonen naar gemeente gekomen.
De Kanteling van de Wmo Het uitgangspunt van De Kanteling is de gedachte dat we op een andere manier moeten kijken naar de verdeling van de verantwoordelijkheid. Het compenseren van belemmeringen voor mensen met een beperking om mee te kunnen doen in de maatschappij is de primaire taak voor henzelf en hun sociale omgeving. Deze verantwoordelijkheid voor het meedoen in de maatschappij ligt dus niet (meer) bij de overheid.
“Recht hebben” is vervallen Claimgericht denken in termen van ‘recht hebben op een voorziening’ is verleden tijd. Nu wordt er gekeken naar de “behoefte” van een klant. Wat kan bijvoorbeeld: klant zelf-partner-kinderen-familie-buren-wijk-vrijwilligers enz. Wat overblijft is mogelijk een voorziening via de gemeente.
Financiële crises vraagt bezuiniging De crises en daaruit voortvloeiende bezuinigingen vinden ook hun weerslag in de financiering van de Wmo. De Rijksoverheid heeft een fikse korting op het macrobudget toegepast. De budgettaire beperkingen van de overheid blijven groot. De bezuinigingen die hiervan het gevolg zijn raken nagenoeg alle welzijnsvoorzieningen en zetten de omvang en de kwaliteit niet alleen onder druk maar bieden ook kansen voor vernieuwingen. Zo vragen bijvoorbeeld bezuinigingen in de AWBZ van gemeenten, zorgaanbieders en welzijnsorganisaties om een creatieve aanpak voor mensen die lichte vormen van ondersteuning en zorg hebben.
Financiële crises vraagt bezuiniging De crises en daaruit voortvloeiende bezuinigingen vinden ook hun weerslag in de financiering van de Wmo. De Rijksoverheid heeft een fikse korting op het macrobudget toegepast. De budgettaire beperkingen van de overheid blijven groot. De bezuinigingen die hiervan het gevolg zijn raken alle welzijnsvoorzieningen en zetten de omvang en de kwaliteit onder druk. De bezuinigingen in de AWBZ vragen van gemeenten, zorgaanbieders en welzijnsorganisaties om een creatieve aanpak. Vooral voor de mensen die lichte vormen van ondersteuning en zorg nodig hebben.
Gevolgen kabinetsplannen/besluiten De gevolgen van de kabinetsplannen en besluiten zijn van tevoren nooit te overzien. Wel is duidelijk dat er een forse bezuiniging plaatsvindt op de huishoudelijke verzorging. Het budget voor de gemeente werd met ingang van 1 januari 2015 40% gekort. Deze korting is van toepassing voor de Thuiszorg en voor Persoonsgebonden budgetten. De Jeugdzorg en de functie begeleiding zijn overgegaan naar de gemeente. Ook voor deze taken krijgt de gemeente minder budget. De persoonlijke verzorging is overgegaan naar de zorgverzekeraar.
Resultaatgebieden Wmo vervallen De acht resultaten voor de Wmo waren: een schoon en leefbaar huis; wonen in een geschikt huis; beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; beschikken over schone, doelmatige en draagbare kleding; het thuis zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren; verplaatsen in en om de woning; lokaal verplaatsen per vervoermiddel; de mogelijkheid hebben om medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan.
Nieuwe omschrijving In de nieuwe Wmo wordt gesproken over maatwerk-voorzieningen die de gemeente moet bieden ter “ondersteuning van zelfredzaamheid en participatie”, “beschermd wonen” en “opvang”. Zelfredzaamheid is in de Wmo 2015 gedefinieerd als ‘in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden’. Participatie als ‘deelnemen aan het maatschappelijke verkeer’.
Voor wie is de Wmo bedoeld? De Wmo is er voor kwetsbare inwoners. Dit zijn inwoners die moeite hebben om zichzelf te redden in het dagelijkse leven en in het meedoen aan de samenleving. Dit kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door ziekte, lichamelijke of psychische problemen.
Eigen kracht of netwerk Inwoners zijn extra kwetsbaar als zij niet of maar gedeeltelijk de verantwoordelijkheid kunnen dragen voor hun eigen situatie. Maar ook als er geen familie, vrienden, of anderen zijn die hen bij het oplossen van hun problemen kunnen helpen. Voor deze kwetsbare inwoners is de Wmo een steun in de rug.
Eigen verantwoordelijkheid staat voorop Wat lees je bijv. op een website gemeente: Iedereen is in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het oplossen van problemen. Dat is ook logisch, want wie wil dat een ander beslist wat het beste voor hem of haar is? De gemeente verwacht dan ook dat u eerst zelf nadenkt over een oplossing en waar nodig hulp vraagt van uw naaste omgeving.
Geen oplossing gevonden. En dan? Hebben mensen zelf geen oplossing gevonden? En het gezin, familie of buren kunnen ook geen oplossing bieden? Dan kan een Wmo-consulent van de gemeente in een gesprek met de klant zoeken naar een oplossing voor de vraag. De eigen mogelijkheden en de inzet van mensen en middelen uit de omgeving worden bekeken.
Het gesprek door de Wmo-consulent of iemand van het sociale wijkteam Tijdens het gesprek wordt er door de consulent geïnventariseerd of er beperkingen en mogelijkheden zijn op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Meestal wordt er een afspraak gemaakt voor een huisbezoek. Als de klant het prettig vindt dat een familielid, vriend, ouderenadviseur of een andere bekende bij het gesprek aanwezig is, is dat natuurlijk mogelijk. Tijdens het gesprek brengt de consulent samen met de klant de situatie uitgebreid in beeld. Centraal staat welk probleem men op wil lossen, wat iemand wel en niet (meer) zelf kan en waarom een oplossing wordt gezocht. Als er een goed beeld bestaat van het probleem, zoekt de consulent samen met de klant wat deze nodig heeft om mee te kunnen doen in de maatschappij
Het (keukentafel)gesprek Tijdens het gesprek wordt er door de consulent geïnventariseerd of er beperkingen en mogelijkheden zijn op het gebied van de maatschappelijke participatie. Meestal wordt een afspraak gemaakt voor een huisbezoek. Het is fijn als een familielid, vriend, ouderenadviseur of een andere bekende bij het gesprek aanwezig is. Tijdens het gesprek brengt de consulent samen met de klant de situatie uitgebreid in beeld. De consulent zoekt samen met de klant uit wie- of wat deze nodig heeft om mee te kunnen doen in de maatschappij. Er wordt een verslag gemaakt van dit gesprek en naar de klant gestuurd ter ondertekening.
Leidraad voor het gesprek Iedere gemeente heeft wel een formulier dat als leidraad voor het gesprek kan dienen. De gespreksonderwerpen kunnen zijn: Probleembeschrijving: Wonen, huishouden en woonomgeving: Arbeid en Tijdsbesteding: Sociaal netwerk: Lichamelijke en geestelijke gezondheid: Financiën: Welke vervoersvoorzieningen zijn aanwezig? Welke woonvoorzieningen zijn aanwezig? Welke zorg/hulp is er aanwezig? Afspraken:
Sociale Kaart Als de klant in zijn eigen netwerk geen hulp en/of ondersteuning kan vinden is het belangrijk om de Sociale Kaart van de omgeving te kennen om te kunnen verwijzen naar andere instanties. Op de site van de meeste gemeenten staat wel een link naar de Sociale Kaart. Welke instanties zijn belangrijk?
Wanneer wel ondersteuning van de Wmo Niet iedereen kan rekenen op hulp van familie, vrienden, buren of vrijwilligers. En niet iedereen heeft genoeg geld om hulp of hulpmiddelen zelf te betalen. Voor die mensen is er de Wmo. De Wmo biedt de ondersteuning die nodig is en waar mensen niet zelf voor kunt zorgen. Het uitgangspunt daarbij is: niemand mag buiten de boot vallen. De Wmo kan ondersteuning bieden met de volgende voorzieningen: Vervoer, bijvoorbeeld collectief vervoer, een scootermobiel of een ander verplaatsingsmiddel Wonen, bijvoorbeeld een woningaanpassing of een verhuiskostenvergoeding Rolstoelen Hulp bij het huishouden Begeleiding
Ondersteuning bij vervoer (in en rond de gemeente) De gemeente kan mensen die niet zelfstandig kunnen reizen, ondersteunen met advies en eventueel een vervoersvoorziening. Het gaat om vervoer in de vrije tijd, dus niet naar werk of naar school. Reizen in de vrije tijd Reizen in de vrije tijd is bijvoorbeeld naar de supermarkt, naar de sportclub of naar familie. Men noemt dit ook wel leefvervoer. Voor reizen naar het werk of een opleiding bestaan aparte regelingen.
Regiotaxi (collectief vervoer) De gemeente verzorgt groepsvervoer voor mensen met een beperking. Dit wordt ook wel collectief vervoer of collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV) genoemd. In deze regio is dat de Regiotaxi. Meestal kunnen maximaal 700 zones per jaar gereisd worden. De chauffeur haalt mensen bij de deur op en helpt met het in- en uitstappen. De taxi rijdt meestal niet direct naar de bestemming. Als er een Wmo-indicatie is betaalt de gemeente een gedeelte van de kosten. De klant betaalt het openbaar vervoertarief. Bovenregionaal is Valys een mogelijkheid.
Aangepaste fiets Een aangepaste fiets is bedoeld voor mensen die vanwege een beperking geen gewone fiets kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld een driewielfiets en tandem Welke aanpassing? Welke aanpassingen nodig zijn, hangt af van de beperking. Voor mensen met een lichamelijke beperking is bijvoorbeeld een driewielfiets met een lage instap of trapondersteuning geschikt. Mensen met een visuele of verstandelijke beperking kunnen een tandem gebruiken. Algemeen gebruikte aanpassingen Sommige aanpassingen zijn speciaal bedoeld voor mensen met een beperking. Andere aanpassingen worden algemeen gebruikt, bijvoorbeeld een motortje op de fiets of trapondersteuning. Algemeen gebruikelijke aanpassingen worden over het algemeen niet vergoed.
Scootermobiel Een scootermobiel lijkt een beetje op een brommer. De scootermobiel is bestemd voor mensen die slecht ter been zijn. Een scootermobiel is een gehandicaptenvoertuig. Omdat deze geen dak heeft, wordt het een 'open gehandicaptenvoertuig' genoemd. Voor een scootermobiel of driewielfiets wordt een eigen bijdrage in rekening gebracht via het CAK.
Woningaanpassingen In een aangepaste woning kunnen mensen met een beperking vaak (langer) zelfstandig blijven wonen. Een alternatief is een verhuizing naar een woning die al aangepast is. Voorbeelden zijn: Drempels aanpassen Keuken aanpassen Badkamer aanpassen Bredere deuren Badlift of douchestoel Traplift
Roerende woonvoorzieningen Op grond van de Wmo kunnen woonvoorzieningen verstrekt worden, zoals: Tillift Toiletstoel Douchestoel Pakpaal De gemeente vraagt hiervoor een eigen bijdrage. In AWBZ instellingen zijn woonvoorzieningen voor rekening van de instelling of de AWBZ.
Rolstoel Er zijn bijvoorbeeld handbewogen en elektrische rolstoelen. Voor sporters bestaan speciale sportrolstoelen. Gebruikt iemand de rolstoel alleen af en toe. Dan kan vaak een rolstoel geleend worden bij een gemeentelijke rolstoelpool. Voor tijdelijke rolstoelen kan een leenrolstoel gevraagd worden bij de Thuiszorgwinkel. Als de rolstoel langer dan een half jaar nodig is, dan kan een beroep gedaan worden op de gemeente. De gemeente huurt deze bij een leverancier waar ze een contract mee hebben. Voorbeelden zijn Ligtvoet, Welzorg enz.
Huishoudelijke verzorging Huishoudelijke verzorging gaat om taken als schoonmaken, afwassen, opruimen, verzorgen van planten en dieren en bedden opmaken. De dagelijkse werkzaamheden in huis dus. Iedereen kan zelf huishoudelijke hulp inschakelen; dan betaal je de kosten zelf. Als iemand hulp nodig heeft door een ziekte, handicap of ouderdom en is er niemand die het huishouden kan doen, dan is soms een indicatie mogelijk door de gemeente. Kosten voor de klant De gemeente vraagt een eigen bijdrage voor huishoudelijke verzorging.
Huishoudelijke verzorging 2015 Iedere gemeente in Nederland bepaalt of er recht op hulp bij het huishouden bestaat. Voorbeelden van gemeenten zijn: Iedereen krijgt gemiddeld twee uur per week We laten de Thuiszorg bepalen en die krijgt een vast bedrag De klanten krijgen een voucher om zelf in te kopen Alle hulp wordt gestopt Alleen klanten die het zelf niet kunnen regelen krijgen hulp Alleen met een minimuminkomen krijgt men hulp
Begeleiding Maatwerkvoorzieningen Gemeenten hanteren voor de bekostiging vier typen Maatwerkvoorzieningen: individuele ondersteuning gespecialiseerde dagbesteding kortdurend verblijf Beschermd wonen
Hoe kan een voorziening worden aangevraagd? Een klant kan zelf een formulier invullen, of bellen naar de gemeente om een gesprek aan te vragen, maar dat kan ook door familie, buren, maatschappelijk werk, artsen, thuiszorg enz. Afhankelijk van de gemeente maakt een consulent (Wmo of Sociaal Wijkteam) een afspraak en gaat op huisbezoek en stelt een onderzoek in of er dusdanige beperkingen zijn dat er een voorziening of hulp bij het huishouden nodig is en of er sprake is van gebruikelijke zorg, mantelzorg, voorliggende voorzieningen, vrijwilligers, enz. Daarna wordt vastgesteld of er een voorziening nodig is of voor welke werkzaamheden ondersteuning nodig is.
Gebruikelijke zorg Als een van de gezinsleden uitvalt, is het heel gewoon dat de anderen taken overnemen. Bij de gebruikelijke zorg moet je denken aan dagelijks terugkerende taken als het verzorgen van maaltijden, boodschappen doen en het verrichten van huishoudelijk werk. Ook stofzuigen, de was doen en bedden verschonen vallen hieronder. Als een huisgenoot deze werkzaamheden om een goede reden niet kan uitvoeren – hij of zij heeft zelf een handicap- kan er alsnog een indicatie voor hulp bij het huishouden worden afgegeven. Een drukke baan of studie is geen reden om niet voor het huishouden te kunnen zorgen; overbelasting als gevolg van ziekte of handicap van een van de gezinsleden wel.
Voorliggende voorziening Voorliggende voorzieningen, die altijd algemeen gebruikelijk zijn, kunnen gevonden worden in: Rolstoelpool, Algemene pas Regiotaxi, kinderopvang (crèche, kinderdagverblijf, overblijfmogelijkheden op school, voor- of naschoolse opvang); oppascentrales; maaltijddiensten; boodschappendiensten (AH) boodschappenplusbus. De voorliggende voorziening moet ter plaatse wel beschikbaar zijn. Niet relevant is of iemand gebruik wil maken van een voorliggende voorziening. Ook is in principe niet relevant welke kosten aan de voorliggende voorziening zijn verbonden, tenzij sprake zou kunnen zijn van een extreem laag inkomen waardoor iemand door de kosten onder de bijstandsnorm komt.
Vrijwilligerswerk Iedere gemeente kent wel een welzijnsinstelling en/of een vrijwilligerscentrale. Digitaal zijn er ook sites die vraag en aanbod bij elkaar brengen. Voorbeelden: SamSam is een “buurtmarktplaats” voor en door bewoners, waar vraag en aanbod elkaar vinden. Bij SamSam gaat het om diensten die je als bewoners voor elkaar kan doen zonder dat er iets tegenover staat. Dit kan van alles zijn: koken, gezelschap, het uitlaten van de hond, een lift naar de dokter, een klusje in huis of hulp in de tuin. Iedereen heeft wel eens een vraag, maar zeker ook iets te bieden. Woerdenwijzer
Eigen bijdrage Wmo en AWBZ Iedereen die in aanmerking komt voor AWBZ-zorg en/of Wmo (geen rolstoel) betaalt een eigen bijdrage aan het Centraal administratiekantoor (CAK) in Den Haag. Deze bijdrage is in 2015 afhankelijk van het (gezamenlijke) verzamelinkomen over 2013. Vanaf 1 januari 2013 wordt er ook 8% van het vermogen meegeteld voor de eigen bijdrage. De bijdrage is minimaal € 19,40 per 4 weken voor een alleenstaande en € 27,60 voor een echtpaar. Als het huidige inkomen meer dan 15% lager is, kan een herziening worden aangevraagd bij het CAK. Zie boekje CAK of kijk op de site van www.hetcak.nl
Centraal administratiekantoor (CAK) Het CAK berekent en incasseert de eigen bijdragen voor Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Wmo. Het CAK is ook verantwoordelijk voor de financiering van de AWBZ-instellingen. Ook verzorgt het CAK een tegemoetkoming van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. Deze wet regelt dat chronisch zieken en gehandicapten een tegemoetkoming ontvangen voor de extra kosten die zij hebben. Op de site www.hetcak.nl staat veel informatie Bellen kan via het gratis informatienummer Wmo: 0800 - 1925 Zorg zonder Verblijf: 0800 - 1925 Zorg met Verblijf: 0800 - 0087 Compensatie eigen risico: 0800 - 2108 Deze nummers zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 18.00 uur. CAK Antwoordnummer 1608 2509 VB Den Haag
Gehandicaptenparkeerkaart (GPK) Een GPK valt onder de Wegenverkeerswet, maar kan vaak bij het Wmo-loket worden aangevraagd. Er kan een gehandicaptenparkeerkaart aangevraagd worden voor een bestuurder, passagier of allebei. Ook Awbz-instellingen kunnen een kaart aanvragen (instellingskaart) De criteria zijn landelijk bepaald in de wegenverkeerswet. Er is een medisch advies noodzakelijk bij een nieuwe aanvraag, tijdelijke toekenning of wijziging van bestuurder naar passagier. Bij verlenging van een GPK die 5 jaar geldig was en waarvoor eerder een medisch advies werd afgegeven, mag de gemeente zonder medisch onderzoek toekennen. Voor de aanvraag van een GPK zijn legeskosten verschuldigd die per gemeente kunnen verschillen. In Veghel bijvoorbeeld € 125,00, dus ook als deze afgewezen wordt.
Gehandicaptenparkeerplaats (GPP) Een gehandicaptenparkeerplaats kan aangevraagd worden als bij de woning van de bestuurder geen mogelijkheid is om te parkeren. Er moet aan diverse criteria worden voldaan om hiervoor in aanmerking te komen. Iedere gemeente heeft daarin zijn eigen beleid en eigen tarief. Voor de aanvraag van een GPP zijn legeskosten verschuldigd (Veghel € 175,45, dus ook als deze afgewezen wordt. Voor de aanvraag van een nieuwe kentekenplaat op het bord bij de woning zijn de legeskosten (Veghel € 36,50).
Waar kunt u terecht? Als u zelf of iemand in uw omgeving problemen ervaart op een van de resultaatgebieden van de Wmo en u kunt deze niet oplossen, dan kunt u via de website van de gemeente of bij een Zorgloket of Wmo-loket een melding doen of bellen naar de gemeente en een afspraak maken met een van de Wmo-consulenten. Het algemene telefoonnummer van gemeenten is 14 plus het kengetal. Oss is dus 140412
Tenslotte Zijn er nog vragen? gerrievandegeer@gmail.com