Korte synthese artikel “ Verschillen tussen prelinguaal en postlinguaal dove volwassenen”
Inhoudsopgave Prelinguale doven Postlinguale doven Oorzaken doofheid Gevolgen doofheid Bijkomende ziekte/nevenhandicap Kwetsbaarheid Psychisch welbevinden Zelfwaardering
Prelinguale doven Doof geboren of geworden voordat de natuurlijke taalverwerving plaatsvindt. (Worden tussen de twee en vier jaar doof.)
Postlinguale doven Doof geworden nadat ze een normale taalontwikkeling doormaakten. (Worden dus op latere leeftijd doof, 60% na het 16de jaar.) Twee soorten: Plotselinge Geleidelijke
Oorzaken doofheid Prelinguaal: Postlinguaal: Plotselinge: Rubella (rode hond) Meningitis (hersenvliesontsteking) Postlinguaal: Plotselinge: Meningitis Geleidelijke: Erfelijke factoren
Gevolgen doofheid: bijkomende ziekte/ nevenhandicap Prelinguaal: / Postlinguaal: Plotselinge: Evenwichtsstoornissen Tinnitus (oorsuizingen) Bij vaker nevenhandicap Geleidelijke: Bij vaker nevenhandicap
Gevolgen doofheid: kwetsbaarheid Prelinguaal: Minst problemen met communicatie Kunnen goed liplezen Beheersen gebarentaal goed Acceptatie doofheid = hoog Postlinguaal: Acceptatie doofheid = laag Plotselinge: Geleidelijke: Hebben het vaakst problemen met communicatie Beheersen gebarentaal en liplezen het slechtst
Gevolgen doofheid: psychisch welbevinden Prelinguaal: Rapporteren gevoelens van depressie en angst het minst Gemiddelde leeftijd = lager dan bij andere 2 groepen Postlinguaal: Gemiddelde leeftijd = hoog Plotselinge: Rapporteren gevoelens van depressie en angst gemiddeld Geleidelijke: Rapporteren gevoelens van depressie en angst het meest Missen geluiden
Zelfwaardering Prelinguaal: Postlinguaal: Acceptatie doofheid = hoog Gesocialiseerd als doof persoon identificeert zich in dovengemeenschap Postlinguaal: Acceptatie doofheid = laag Identificeert zich eerder als een gehandicapte groep