Opstel schrijven
Waar moet je aan denken bij het schrijven van een opstel?
Hoe schrijf je een opstel? Kies een onderwerp Brainstormen (met behulp van een mindmap) - waar moet de tekst over gaan? - waarom kies ik daarvoor? (doel) - Voor wie schrijf ik de tekst? (publiek) Het schrijven van een opstel: Een opstel moet leesbaar zijn en een logische opbouw hebben, met een begin, midden en een eind. Nalezen, controleren en overschrijven in het net.
De opbouw van de tekst Introductie: Het begin moet pakkend zijn, waardoor de lezer gelijk geboeid is (iets grappigs, spannends of leuke anekdote). Je introduceert het onderwerp van de tekst. Middenstuk: In het middenstuk kom je met argumenten of feiten. Wat wil je precies vertellen aan de lezer. Eindstuk/slot: Je kunt bijvoorbeeld alles nog een keer samenvatten, een conclusie geven of een mooie slotzin opschrijven.
Nalopen Lees alles nog een keer over en kijk of de zinnen goed lopen. Schrijf het opstel in het net en let daarbij op schrijffouten. Maak niet te lange zinnen en gebruik niet heel vaak hetzelfde woord.
Voorlezen van mijn opstel
Jouw bijzondere plekje Bedenk drie bijzondere plekjes waar je heel graag komt en schrijf deze op.
Kies een plekje uit en bedenk daarbij het volgende (maak gebruik van een mindmap): Waarom is dit plekje zo belangrijk voor mij? Hoe vaak kom ik er? Hoe voel ik mij daar en hoe zal dit komen? Wat maakt dit plekje zo speciaal?
Gesprek met je buurman (5 min.)
Aan de slag! Schrijven moet je leren, door vaak te doen. Succes! Iedereen krijgt 45 minuten om een opstel te schrijven. Daarna heb je nog 10 minuten de tijd om dit in klad over te schrijven en na te lezen. Schrijven moet je leren, door vaak te doen. Succes!