Zondag 9 november 2014 middagdienst
Hartelijk welkom in deze dienst Voorganger: ds. C.T. de Groot Ouderling: Anne Geurtsen Organist: Krijn van Veen
Welkom Zingende gezegend 213 Stil gebed Bemoediging en groet Gezang 255: 1 Gebed Schriftlezing: Genesis 37: 11-36 (NBV) Psalm 69: 2, 3
Verkondiging Psalm 42: 5, 7 (o.b.) Gezang 429: 1-3 Gebed Collectes Geloofsbelijdenis Ev. Liedbundel 341 Zegen Gezongen amen
Welkom Welkom en mededelingen
1. Dit huis, een herberg onderweg voor wie verdwaald in heg en steg Zingende gezegend 213 Zingende Gezegend 185 1. Dit huis, een herberg onderweg voor wie verdwaald in heg en steg geen rust, geen ruimte meer kon vinden, een toevluchtsoord in de woestijn voor wie met olie en met wijn pijnlijke wonden liet verbinden, dit huis, waarin met smarten deelt, weet hoe Gods liefde harten heelt.
2. Dit huis, waarin een gastheer is Zingende gezegend 213 Zingende Gezegend 185 2. Dit huis, waarin een gastheer is wiens zachte juk geen last meer is, dit huis is ons tot heil gegeven: een herberg voor wie moe en mat terzijde van het smalle pad struikelt en langer niet wil leven- plaats tegen de neerslachtigheid, een pleister van barmhartigheid.
3. Dit huis, met liefde opgebouwd, dit gastenhuis voor jong en oud, Zingende gezegend 213 Zingende Gezegend 185 3. Dit huis, met liefde opgebouwd, dit gastenhuis voor jong en oud, ligt langs de weg als een oase; hier kan men putten nieuwe kracht, hier is beschutting voor de nacht, hier is het elke zondag Pasen! Gezegend al wie binnengaat en hier zijn lasten liggen laat.
Stil gebed Bemoediging en groet Votum en groet
eer de Heil'ge Geest, de Trooster, de Drieëen'ge in zijn troon. Gezang 255: 1 1 Ere zij aan God, de Vader, ere zij aan God, de Zoon, eer de Heil'ge Geest, de Trooster, de Drieëen'ge in zijn troon. Halleluja, halleluja, de Drieëen'ge in zijn troon!
Gebed Gebed
uit de Nieuwe Bijbelvertaling Schriftlezing We lezen Genesis 37: 11-36 uit de Nieuwe Bijbelvertaling
Genesis 37: 11-36 11De broers konden Jozef wel vermoorden, maar zijn vader bleef nadenken over wat er gebeurd was. 12Toen Jozefs broers er eens op uit getrokken waren om de kudden van hun vader bij Sichem te laten grazen, 13zei Israël tegen Jozef: ‘Zoals je weet zijn je broers het vee aan het weiden bij Sichem. Ga jij eens naar hen toe.’ ‘Goed,’ zei Jozef, 14en Jakob vervolgde:
Genesis 37: 11-36 ‘Ga kijken hoe je broers het maken en hoe het met het vee staat, en breng mij dan verslag uit.’ Zo stuurde Jakob hem vanuit de Hebronvallei naar Sichem. 15Toen Jozef daar in het veld ronddwaalde, kwam hij iemand tegen die hem vroeg wie hij zocht. 16‘Ik ben op zoek naar mijn broers,’ antwoordde hij. ‘Kunt u me zeggen waar zij het vee aan het weiden zijn?’ 17‘Ze zijn hier niet meer,’ zei de ander, ‘
Genesis 37: 11-36 ‘ik hoorde hen zeggen dat ze naar Dotan wilden.’ Jozef ging zijn broers achterna en trof hen in Dotan aan. 18Zijn broers zagen hem al van ver, en nog voordat hij hen had bereikt, hadden ze een plan beraamd om hem te doden. 19‘Kijk daar eens,’ zeiden ze tegen elkaar, ‘daar komt die meesterdromer aan. 20Dit is onze kans! Laten we hem vermoorden en hem ergens in een put gooien.
Genesis 37: 11-36 We zeggen gewoon dat hij door een roofdier is verslonden. Dan zullen we eens zien wat er van zijn dromen uitkomt.’ 21Toen Ruben dat hoorde, wilde hij proberen Jozef te redden. ‘Nee, laten we hem niet om het leven brengen,’ zei hij. 22‘Er mag geen bloed vloeien! Gooi hem in die put hier, in deze verlaten streek, maar breng hem niet om.’ Zo wilde hij Jozef uit hun handen redden en hem ongedeerd naar zijn vader terug laten
Genesis 37: 11-36 gaan. 23Zodra Jozef bij zijn broers was gekomen, trokken ze hem zijn bovenkleed uit, dat mooie veelkleurige gewaad, 24en gooiden hem in de put; de put was leeg, er stond geen water in. 25Daarna gingen ze zitten eten. Opeens zagen ze een karavaan naderen. Het waren Ismaëlieten die uit de richting van Gilead kwamen en op weg waren naar Egypte. De kamelen waren beladen met
Genesis 37: 11-36 gom, balsem en cistushars.26Toen zei Juda tegen zijn broers: ‘Wat hebben we eraan om onze broer te vermoorden? Dan moeten we ook de sporen weer zien uit te wissen. 27Laten we hem aan die Ismaëlieten verkopen in plaats van hem om te brengen; hij is tenslotte onze broer, ons eigen vlees en bloed.’ De anderen stemden hiermee in. 28Toen er Midjanitische kooplieden uit de karavaan voorbijkwamen, trokken de broers
Genesis 37: 11-36 Jozef uit de put en verkochten hem voor twintig sjekel, en die Ismaëlieten namen Jozef mee naar Egypte. 29Toen Ruben weer bij de put kwam en ontdekte dat Jozef er niet meer in zat, scheurde hij zijn kleren. 30Hij ging naar zijn broers terug. ‘De jongen is weg!’ riep hij. ‘Wat nu, wat moet ik nu!’ 31Toen slachtten ze een bokje, pakten Jozefs veelkleurige gewaad en dompelden dat in het bloed.
Genesis 37: 11-36 32Daarna lieten ze het naar hun vader brengen met de boodschap: ‘Dit hebben we gevonden. Kijk eens goed, is dit niet het kleed van uw zoon?’ 33Jakob herkende het en riep uit: ‘Het kleed van mijn zoon! Hij moet verslonden zijn door een roofdier! Hij is verscheurd, Jozef is verscheurd!’ 34Jakob scheurde zijn kleren, deed een rouwkleed om en rouwde over zijn zoon, dagenlang.
Genesis 37: 11-36 35Al zijn zonen en dochters deden hun best om hem te troosten, maar hij wilde niet getroost worden en zei: ‘Ik zal rouw dragen totdat ik naar mijn zoon in het dodenrijk afdaal.’ Zo treurde Jakob om zijn zoon. 36De Midjanieten brachten Jozef naar Egypte en verkochten hem aan Potifar, een hoveling van de farao en commandant van zijn lijfwacht.
2 Zij zijn ontelbaar, die uit kwade trouw Psalm 69: 2, 3 2 Zij zijn ontelbaar, die uit kwade trouw zonder erbarmen totterdood mij jagen en, zonder recht, voldoening van mij vragen. Gij kent mijn dwaasheid en uw oog ziet nauw. Laat niet te schande worden wie U zoekt, laat niet hun moed versagen mijnentwege en laat uw hoge naam niet zijn gevloekt, o Heer des hemels, hoed mij door uw zegen.
3 Het is om U dat ik word afgeweerd, Psalm 69: 2, 3 3 Het is om U dat ik word afgeweerd, om U draag ik het brandmerk van de schande, verbroken zijn de broederlijke banden, de ijver voor uw huis heeft mij verteerd. De smaad van wie U smaadt kwam op mij neer en met de vinger word ik nagewezen. Mijn rouw en tranen keren tot mij weer. In aller oog moet ik verachting lezen.
Verkondiging Preek
Herkauw als het stil is Gods beloften Herkauw als het stil is Gods beloften Pijnlijke stilte Pwpt 1 sheet: pijnlijke stilte; plaatje: van een ambulance; tekst: hoe om te gaan met stilte van Gods kant?) Niks van God ervaren, dat je niet voelt dat God er is, doet velen het geloof vaarwel zeggen. Zeker als het leven tegenzit is de stilte van Gods kant extra zwaar. Voordat je het weet loop je tegen de hardheid van het leven hier op aarde aan. -Op een kwade dag krijg je geen voorrang en lig je opeens in een ambulance. -Je staat onder de douche en voelt plotseling een knobbeltje. - Op een vrijdagmiddag krijg je te horen: Vanaf maandag hebben we geen werk meer voor je. -De telefoon gaat en je hoort zeggen: Ik moet je iets moeilijks vertellen, maar vanmiddag is je broer aan een hartstilstand overleden. -Op een dag hoor je dat 1 van je kinderen chronisch ziek is en een leven met tal van beperkingen tegemoet gaat. Ongevraagd en ongedacht komen de moeiten je leven binnen en word je er in meegesleept. Als je in geloof leeft roep je in dergelijke situaties tot God: HERE help. Geef me toch kracht. Ik smeek U troost me. Ik ben zo onrustig en verlang naar zo rust. Maar hoe je ook roept, wat je ook bidt, van Gods kant blijft het stil. Je voelt niks, ziet niks, ontvangt niks. Met dichter van Ps.22 roep je het uit: Mijn God ik doe toe U mijn kreten stijgen Bij dag bij nacht, tot U slechts kan ik vluchten Maar krijg geen rust, geen antwoord op mijn zuchten In klacht op klacht Ps.22:5) Wat is het ongelofelijk moeilijk en zwaar als het voor je gevoel van Gods kant stil blijft!!!... Hoe dan verder?... Gerard van Maasakkers heeft God gefrustreerd vaarwel gezegd. En met hem duizenden anderen. Voordat je het weet ga je ook zelf in die richting denken. Wordt de stilte van Gods kant opgevuld door de duivel. De duivel die niet liever wil dan dat jij God teleurgesteld de rug toekeert. Als ik toch niks van God merk, waarom zou ik me dan nog met God en de kerk bezig houden? Ja, hoe ga je nou om met stilte van Gods kant? Hoe houd je het dan in geloof vol? Hoe om te gaan met stilte van Gods kant?
herkauw als het stil is Gods beloften herkauw als het stil is Gods beloften Pijnlijke stilte Jozefs liefde Pwpt 2 (sheet: Jozefs liefde; plaatje: van een hart; tekst: Jozef vergeldt geen kwaad met kwaad, maar wil het kwade door het goede overwinnen) Brs. en zrs, als er 1 gelovige is geweest die met de harde, moeilijke kanten van onze werkelijkheid te maken heeft gehad was het Jozef wel. Want Jozef wordt door zijn broers onvoorstelbaar hard behandeld. En dat nog wel terwijl Jozef zich positief voor zijn brs. inzet. Als vader Jakob gehoord heeft dat zijn zoons hun schapen en geiten bij Sichem weiden wordt hij onrustig. Jacob houdt niet alleen van Jozef, maar ook van zijn anderen kinderen. Jacob maakt zich zorgen: Nog niet zolang geleden hebben Levi en Simeon alle mannen van de stad vermoord, de stad geplunderd en de vrouwen en kinderen van Sichem buitgemaakt. Wie weet zijn de bewoners van de streek wel uit op wraak! Sichem is echt een gevaarlijke plek voor mijn jongens. Jozef. Ja vader. Ik vraag me af hoe het toch met jouw broers zal zijn? Wil jij eens gaan kijken of je broers daarginds wel sjaloom hebben? En Jozef? Jozef gaat! Jozef zegt niet: Die brs. van me groeten me niet eens meer met sjaloom, zij doen altijd alsof ik lucht ben en dus ga ik niet. Die brs. van me haten me, die ga ik mooi niet opzoeken. Kom nou. Nee, vanuit zijn geloof doet Jozef wat Jezus later Zijn lln. zou opdragen: Wees goed voor wie jullie haten (Luc.6:27). Vanuit zijn geloof handelt Jozef naar wat Pl. later zou aanbevelen: Vergeldt geen kwaad met kwaad, maar overwin het kwade door het goede. Jozef heeft heel wat over voor zijn broers. Want de tenten van Jakob staan bij Hebron. Sichem, waar zijn brs. verblijven, ligt zo’n 60 km. noordelijker. Maar z'n brs. blijken niet in Sichem maar in Dotan te zijn. Dotan? Da’s wel zo’n 20 km. verderop¬! Jozef denkt dan niet: ja daaag, da's me te ver, m'n vader kan me wat, ik ga terug! Nee, hij blijft zoeken. 't Tekent z'n zijn mentali¬teit, laat zien hoeveel liefde er in zijn hart voor zijn brs. is. Wat zal Jozef blij geweest zijn toen hij eindelijk zijn brs. zag! Want in je eentje zwerven in een vijandige omgeving is echt link. Jozef vergeldt geen kwaad met kwaad, maar wil het kwade door het goede overwinnen
herkauw als het stil is Gods beloften herkauw als het stil is Gods beloften Pijnlijke stilte Jozefs liefde Jozefs moeiten Pwpt 3 (sheet: Jozefs moeiten; plaatje: van een cisterne in Israel; Jozef werd lichamelijk mishandeld, geestelijk gekleineerd, leed honger, was eenzaam en voor zijn eigen broers niet meer dan een beest) Maar zijn brs. zijn totaal niet blij met zijn komst. Jozef krijgt stank voor dank. Jozef loopt tegen muur op. De Spr.dichter meldt Woede is wreed, razernij is als een stortvloed, Maar wie is tegen jaloezie bestand?(Spr.27:4) Een rethorisch vraag waarop dus maar 1 antw. mogelijk is. Wie tegen jaloezie bestand is? Niemand. Ook Jozef niet. Want anders dan hun vader zien zijn broers in de dromen van hun jonge broer alleen maar de ijdelheid van een over het paard getilde puber. Als deze jongens hun broer met z'n mooie dromen zien naderen en vrome praatjes zien aankomen, zien zij hun kans schoon om voorgoed met Jozef af te rekenen. Zonder Jozef, die onruststoker, zal er voortaan sjaloom, vrede, in ons gezin zijn. Nog vóór Jozef z'n mond kan opendoen wordt hij hardhandig vastgepakt en vervolgens uitgekleed. Zo uitgekleed te worden snijdt diep in, is keihard en gemeen. Kijk, wanneer je vrijwillig en uit liefde door iemand wordt uitgekleed kan het heel mooi zijn als iemand anders je van je kleding ontdoet. Zo kan het gaan in huwelijk of in het bejaardenhuis. Maar wanneer iemand je ónvrijwillig uitkleedt is het ver¬schrikkelijk moeilijk en vernederend. Je wordt dan als mens volledig te kijk gezet en van al je waardigheid ontdaan. 't Laatste nu is bij Jozef 't geval. Want Jozef heeft tegen¬gesputterd en was heel bang. In hfdst.42 horen we de brs. in een flashback nml. over Jozefs' angst vertel-len: We hebben ons niets aangetrokken van de smeekbeden van onze broer, terwijl we toch zagen dat hij doodsbang was.(Gen.42:21) Of in de vertaling van ’51 "Wij zagen zijn zielsbenauwdheid, toen hij ons om erbar¬ming smeekte, maar wij hoorden niet". m.a.w. Jozef smeekte dus met bang angstige ogen: "Niet doen, hou op, stop, kleed me niet uit!!.. stop!!, Maar z'n brs. waren keihard , zij zagen hoe bang Jozef was, maar gingen gewoon door. Die brs. gaan heel ver. Te ver. Zo ver dat zij Jozef in een watervergaarbak, een cisterne, een put werpen. En wat voor een put. De put nu was leeg, er stond geen water in, lezen we in vs. 24. M.a.w., Jozef wordt levend begraven. Want wanneer er nog een laag water in de put zou hebben gestaan, zou er vroeg of laat een herder met z'n kleinvee zijn gekomen en Jozef hebben gevonden. Maar die kans was nu niet aanwezig. Want herders vertelden elkaar waar wel- en waar geen water is te vinden. Deze put was leeg er stond geen water in. Jozef hoefde niet op de hulp van een herder te rekenen. Jozef wordt levend begraven, want wie in zo’n put zit kan er niet op eigen kracht uitkomen. Zulke waterreservoirs waren zo’n 2 tot 6 m. diep. Om te voorkomen dat er zand in zou waaien liepen zulke uitgehouwen putten naar boven taps toe. Die putten, die cisternes hadden dus de vorm van fles. Ontsnappen is zodoende onmogelijk. Terwijl Jozef in de put zit en honger lijdt gaan z'n brs., een eindje verder, op hun gemak de maaltijd gebruiken. Help, laat me er uit! Ik ben toch jullie broer! Het roepen van hun broer doet hen niks. Die mannen zijn hard en onverschillig. Alleen Ruben kan geen hap door z'n keel krijgen. Goed, de plannen van de broers, wijzigen zich wat. Jozef zal niet in de put, maar in Egypte sterven. Uitstel van executie, want de gemiddelde slaaf werd niet echt oud. De prijs die zij voor Jozef vragen is schandalig laag. Uit Ex. weten we nml. dat een beetje slaaf 30 zilverstukken opbracht. Voor hun broer Jozef vragen zij maar 20 zilverstukken. Reken maar dat Jozef vanuit de put de onderhandelingen en beraadslagingen heeft kunnen volgen. Ze doen me in de uitver¬koop, een koopje, moet weg! Ik, Jozef, ben in de ogen van m'n broers een waardeloos geval. Brs. en zrs, merk je wel hoezeer Jozef als 17 jarige jongen met de harde, moeilijke kanten van onze werkelijkheid te maken heeft gehad! Jozef werd lichamelijk mishandeld, geestelijk gekleineerd, leed honger en was volstrekt eenzaam. Ja, voor zijn eigen broers is hij niet meer dan een beest.. En God?.... God laat niets van zich horen. Want hoe vaak lees je in Gen. 37 de naam van God?.... Niet één keer! Nergens lees je in onze schriftlezing iets over God. God grijpt niet. God is niet steunend aanwezig. God zwijgt. God laat het gebeuren. Die stilte van Gods kant moet het keiharde, wrede optreden van de broers voor Jozef nog zwaarder hebben gemaakt. Jozef werd lichamelijk mishandeld, geestelijk gekleineerd, leed honger, was eenzaam en voor zijn eigen broers niet meer dan een beest
herkauw als het stil is Gods beloften herkauw als het stil is Gods beloften Pijnlijke stilte Jozefs liefde Jozefs moeiten Jozefs vragen Pwpt 4 (sheet: Jozefs vragen; plaatje: van een slaaf die door slavenhandelaren wordt betast; tekst: God waar bent U?) Wat zal die stilte van Gods kant Jozef een boel vragen en twijfels hebben gegeven, denk je niet? ! In de put, al lopend in de karavaan en op slavenmarkt in Egypte zal er van alles door zijn hoofd zijn gegaan: -Here God, waar bent U nu in dit alles? Weet U wel hoe het is om zo door je familie te worden uitgekotst? U weet toch hoe eenzaam ik ben. -God, ik ben hier in m'n hemd als slaaf op weg naar Egypte. Als slaaf, hoort wel? Ik ben bang voor wat komen gaat! -God, ziet U dan niet hoe kapot mijn voeten zijn, en hoeveel pijn ik heb. -Merkt U niet dat ik mijn lieve vader zo enorm mis? Ik heb heimwee. -God weet U niet hoe het is om als een stuk vee door slaven¬hande¬la¬ren bekeken en betast te wor¬den? Die slavenhandelaren knijpen in mijn neus, voelen mijn spierballen, rukken mijn mond open om naar mijn tanden te kijken. God ik word als een beest behandeld, voel me vernederd.Waar bent U? En toch heeft Jozef, anders dan Gerard van Maasakkers en vele anderen God niet vaarwel gezegd. Waarom is Jozef ondanks de stilte van God kant toch blijven geloven?.... Jozef is zich blijven optrekken aan Gods openbaring. Jozef is zich blijven vastklampen aan Gods beloften. Jozef is blijven focussen op de dromen die hij van God had ontvangen. Dromen die geweldige beloften inhielden. Het leven was voor Jozef 1 grote strijd, vol vragen. Pas achteraf, toen Jozef aan het einde van z'n leven terug¬keek ontdekte hij Gods hand in z'n leven. Maar op het moment zelf niet. In de moeite hield Jozef alleen Gods beloften nog over. God waar bent U?
herkauw als het stil is Gods beloften herkauw als het stil is Gods beloften Pijnlijke stilte Jozefs liefde Jozefs moeiten Jozefs vragen Beloften herkauwen Pwpt 5 (sheet: beloften herkauwen; plaatje: van een koe; tekst: In de moeite hield Jozef alleen Gods beloften nog over) In die zin was Jozef echt een zoon van z'n vader. Vader Jacob bewaarde immers de dromen over de korenschoven, zon en maan en sterren in z’n hart, lezen we in vs. 11 Vader Jacob en Jozef waren, zou je kunnen zeggen, als reine dieren. Onreine dieren slokken alles in één keer naar binnen en verteren hun voedsel direct. Reine dieren zijn herkauwers Dieren, die eerst hun voedsel opslaan om het later te herkauwen. Naast alle vragen die in Jozef in de put, in de karavaan en op de slavenmarkt opborrelden, gingen ook Gods beloften in zijn hoofd den hart rond. Die beloften waren in moeilijke tijden voedsel voor zijn ziel. Voedsel om te herkauwen. En God? God heeft Zijn beloften waar gemaakt! Pas achteraf heeft Jozef gezien hoe God wel degelijk in alle moeiten aanwezig was en het zondige handelen van zijn broers een plek heeft gegeven in Zijn plannen van heil, Zijn plannen van redding. Wanneer zijn broers later met hongerige magen in Egypte voedsel komen kopen, vertelt Jozef hen over Gods leiding: God heeft mij voor jullie uit gestuurd om jullie voortbestaan op aarde veilig te stellen; zo wilde hij vele levens redden (Gen.45:7) En als vader Jakob overleden is en zijn brs. bang zijn dat Jozef wraak zal nemen zegt Jozef tegen hen Wees maar niet bang. Ik kan toch Gods plaats niet innemen. Jullie hadden kwaad tegen mij in de zin, maar God heeft dat ten goede gekeerd; om te bewerken wat er nu gebeurt: dat een groot volk in leven zal blijven. (Gen.50:19-20) Pas achteraf vielen de stukjes van de moeilijke puzzel van zijn leven bij Jozef op z’n plaats. Achteraf kon hij de puzzel leggen omdat hij ook toen het stil van Gods kant was is blijven vertrouwen op de goede afloop. Zich is blijven optrekken aan Gods beloften! In de moeite hield Jozef alleen Gods beloften nog over.
herkauw als het stil is Gods beloften herkauw als het stil is Gods beloften Pijnlijke stilte Jozefs liefde Jozefs moeiten Jozefs vragen Beloften herkauwen Ruilen? Pwpt 6 (sheet: ruilen?; plaatje: van ds. met zijn catechisanten; tekst: X) Brs. en zrs., een ds. vroeg aan zijn catechisanten, nadat zij samen Gen.37 hadden gelezen: Met wie zouden jullie wel willen ruilen. Met de brs., met de kooplui uit de karavaan of met Jozef?.... Een goeie vraag, ook voor ons vanmo. hier in de kerk! -Nou met de broers wilde niemand ruilen. De predikant was er blij mee, want zonde maakt inderdaad niet gelukkig. -De meeste catechisanten wilden wel ruilen met de kooplui. Want die hadden geld. Waren misschien zelfs wel rijk! En wie wil nou niet rijk zijn. De ds. keek bedenkelijk en legde uit: Geld maakt niet gelukkig. Geld is zelfs de wortel van alle kwaad. -Weet je met wie ik zou wel willen ruilen, zei de ds., met Jozef. Weet je waarom? Om wat wij lezen in Hand.7. Zoek Hand.7:9 maar eens op. Samen lazen zij En de aartsvaders verkochten uit naijver Jozef naar Egypte, maar God was met hem. Kijk daarom zou ik nou met Jozef willen ruilen. Want zelfs in de put en op de slavenmarkt was God bij Jozef. Ook al merkte Jozef zelf op dat moment niets van Gods aanwezigheid, was God er toch! De HEER was als de schaduw aan Jozefs rechterhand. Je schaduw zie je niet altijd, maar is er wel altijd. Na de stilte is God toch weer gaan spreken, heeft Hij Zich weer in het leven Jozef laten zien. Je kunt dus beter in de put zitten met God aan je zijde, dan veel voorspoed hebben of rijk zijn zonder God! Met wie zou jij, met wie zou u willen ruilen? Met de brs., met de kooplui uit de karavaan of met Jozef?....
herkauw als het stil is Gods beloften herkauw als het stil is Gods beloften Pijnlijke stilte Jozefs liefde Jozefs moeiten Jozefs vragen Beloften herkauwen Ruilen? Zingen Pwpt 7 (sheet: zingen; plaatje: van zingende gemeenteleden in de Open Hof; tekst: X) Natuurlijk, onze positie is een andere dan die van Jozef. De manier waarop God Jozef gebruikte was uniek. God had met Jozef een hele speciale bedoeling. Maar de manier waarop God met Jozef omgaat past hij ook vandaag nog toe. Pl. schrijft aan de gemeente van Rome, aan christenen dus zoals u, jij en ik: Wij weten nu dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn. Of zoals Ps.121 zingt hij maakt het kwade goed, Hij is het die u hoedt. M.a.w. hoe moeilijk je leven ook zijn kan. Hoe weinig je ook van God ervaart, God gaat door en wil niets liever dan ook in jouw leven alle dingen doen medewerken ten goede. Gods oog is ook op jouw gericht dankzij Jezus Christus, die wij mogen kennen als Immanuel, d.i. God met ons. Jezus die na de zonde en de dood te hebben overwonnen tegen zijn discipelen zei Zie Ik ben met jullie alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld. Dat is nou 1 van die beloften waar je in moeilijke tijden op kunt herkauwen. Het wonderlijke is dat wij op de 1 of andere manier hebben leren bidden: Wilt U zijn met. Wilt U zijn met. Eigenlijk een overbodig gebed. Want Jezus heeft immers beloofd met ons te zullen zijn. Ik ben met jullie alle dagen. Daar mag je ook als het stil is van Gods kant als gelovig mens vast op vertrouwen. Zou het daarom niet betert zijn te bidden of anderen en jijzelf ook mogen opmerken dat Jezus nabij je nabij is. Heer, U hebt beloofd nabij te zijn. Dank voor uw belofte. Doe mij uw belofte ook ervaren, Geef mij toch verlichte ogen en open oren, zodat ik niet blind of doof zal zijn voor uw aanwezigheid en antwoorden. Gerard Maasakkers vindt: In de put ervaar je niets van God. Hij zingt Lieven Heer, ik vuul ’t nie meer en heeft God de rug toegekeerd. Ik mag je vanavond in Gods naam een betere liederen meegeven. Wanneer je in de put zit en het stil lijkt van Gods kant mag je zingen: Maar de HEER zal uitkomst geven Hij die ’s daags Zijn gunst gebiedt; ‘k Zal in dit vertrouwen leven En dat melden in mijn lied; ‘k Zal zijn lof zelfs in de nacht Zingen daar ik Hem verwacht; En mijn hart, wat mij moogt treffen, Tot de God mijns levens heffen. Wanneer je in de put zit en het stil lijkt van Gods kant mag je zingend tegen jezelf zeggen: Stil mijn ziel wees stil en wees niet bang voor de onzekerheid van morgen. God omgeeft je steeds. Hij is er bij in je beproevingen en zorgen. Nadat Gerard Maasakkers was uitgezongen volgde instemmend gemompel. Ik hoop dat, nu ik voor vandaag ben uitgepreekt, u en jij niet met gemompel zullen reageren, maar uit volle borst zullen zingen: -Maar de HEER zal uitkomst geven! -Stil vertrouw op Hem, dwars door het dal zal Hij jou leiden. Wacht op de Heer, de zwartste nacht verdwijnt wanneer het daglicht doorbreekt. -God wijst mij een weg als ik zelf geen uitkomst zie. -God die ons uitverkoren heeft, kent alle zorg die in ons leeft. En wie gelovig op Hem ziet, weet zeker: Hij verlaat ons niet! Amen
Psalm 42: 5, 7 (o.b.) 5
5. Maar de Heer zal uitkomst geven, Psalm 42: 5, 7 (o.b.) 5. Maar de Heer zal uitkomst geven, Hij, die 's daags Zijn gunst gebiedt. 'k Zal in dit vertrouwen leven, en dat melden in mijn lied; 'k Zal Zijn lof zelfs in den nacht zingen, daar ik Hem verwacht; en mijn hart, wat mij moog' treffen, tot den God mijns levens heffen.
7. O mijn ziel, wat buigt g' u neder? Waartoe zijt g' in mij ontrust? Psalm 42: 5, 7 (o.b.) 7. O mijn ziel, wat buigt g' u neder? Waartoe zijt g' in mij ontrust? Voed het oud vertrouwen weder; zoek in 's Hoogsten lof uw lust. Menigwerf heeft Hij uw druk doen verand'ren in geluk. Hoop op Hem, sla 't oog naar boven. Ik zal God, mijn God, nog loven.
1. Wie maar de goede God laat zorgen Gezang 429: 1-3 1. Wie maar de goede God laat zorgen en op Hem hoopt in 't bangst gevaar, is bij Hem veilig en geborgen, die redt Hij godlijk, wonderbaar: wie op de hoge God vertrouwt, heeft zeker op geen zand gebouwd.
2 Blijf dan eerbiedig God verbeiden en zwijg de Heer ootmoedig stil; Gezang 429: 1-3 2 Blijf dan eerbiedig God verbeiden en zwijg de Heer ootmoedig stil; Hij zal ons naar zijn raad geleiden, 't is goed en heilig wat Hij wil. God die ons uitverkoren heeft, kent alle zorg die in ons leeft.
3 Treed vrolijk voort op 's Heren wegen, Gezang 429: 1-3 3 Treed vrolijk voort op 's Heren wegen, neemt zijn gebod getrouw in acht. 't Wordt eind'lijk alles u ten zegen, wanneer gij daarop biddend wacht. En wie gelovig op Hem ziet, weet zeker, Hij verlaat ons niet.
Gebed Gebeden
We staan onze gaven af voor: Emeritikas Kerk Collecte We staan onze gaven af voor: Emeritikas Kerk
Geloofsbelijdenis Gebeden
zingt 't gans heelal uw naam. Aarde en hemel, Heer, Evangelisch lied 341 Heer, God, U loven wij. Heer, U belijden wij. Vader in eeuwigheid, zingt 't gans heelal uw naam. Aarde en hemel, Heer, zingen uwe naam ter eer, heel uw schepping door, eeuwig met 't engelenkoor: …
Heilig, heilig, heilig is onze God, de Heer Zebaoth . Hemel en aarde Evangelisch lied 341 Heilig, heilig, heilig is onze God, de Heer Zebaoth . Hemel en aarde zijn van uw grootheid vol. Halleluja, Halleluja, Amen.
Zegen, door de gemeente te beantwoorden met:
Wel thuis en een goede week gewenst. Diensten D.V. zondag 16 november 10:00 uur: ds. B. Witzier (Houten) 17:00 uur: br. Cors Visser