Werken met het 8 fasenmodel Frank Meeuwsen & Menno Zwart
Programma dag 1 Gesprekstechnieken Flowchart Structuur in de hulpverleningsgesprekken Sturing d.m.v. reflecties en agendasettingAd-hoc versus planmatig en methodisch werkenDe persoonsbeschrijving
Nogmaals de Basistechnieken B – Bevestiging, positieve etiketten O – Open vragen R – Reflecties S – Samenvattende reflecties Daarnaast is er consequent veel aandacht voor de agendasetting tijdens gesprekken
Waarom bevestiging? Mensen kunnen alleen veranderen als ze de overtuiging hebben dat het ook kan, dat zij het kunnen Hoe problematischer het gedrag, hoe lastiger het is om steeds toch bevestiging als insteek te kiezen
Waarom open vragen? Alleen met open vragen is het mogelijk om te ontdekken wat voor de cliënt echt belangrijk is, waar ambivalentie bestaat, en hoe dat er bij deze cliënt uitziet Bij moeizame gesprekken, een lager niveau, of gedoe rond autoriteit, neemt het aantal open vragen dramatisch af Uitgangspunt: sturen in een motiverend gesprek gebeurt niet door meer gesloten vragen, maar door agendasetting en reflecties
Waarom reflecties en hoe? Zeggen niet dát je de cliënt begrijpt, maar geven terug wát je begrijpt Goede reflecties komen niet van hard werk van de hulpverlener, maar zetten de cliënt aan het werk Goede reflecties kunnen sterk directief zijn Geven terug wat je merkt, ziet, hoort en voelt bij de cliënt Richten zich niet alleen op de inhoud van wat gezegd wordt, maar juist ook op lichaamstaal, emotie en op discongruentie De sterkste reflecties zijn kort, concreet en worden gedaan in de jij-vorm Na een goede reflectie is er ruimte voor nieuwe open vragen
Agendasetting Techniek om in ieder gesprek steeds vast te houden dat ieder onderdeel ruimte krijgt, en een duidelijke "kop en staart" krijgt Geeft ook regie aan de client, omdat steeds gevraagd wordt, of het gesprek nog steeds aansluit op wat belangrijk voor hem/haar is Zorgt ervoor dat weerstand eerder herkend en besproken kan worden
De oplossingsgerichte flowchart
1. Is er een oplossing denkbaar? Problemen: omstandigheden waarbij er een oplossing denkbaar is Beperking: omstandigheden die eerst geaccepteerd of erkend moeten worden. Daarna zijn voor de gevolgen van de beperking wel oplossingen denkbaar
2. Is er een hulpvraag? Bezoeker - vrijblijvende relatie Er is geen hulpvraag. Richt je dan op relatie-opbouw en het ontstaan van een context waarin later wel een hulpvraag geformuleerd kan worden Soms gestuurde of onvrijwillige cliënten. Dan starten bij competenties en vooruit kijken
3. Is deze hulpvraag werkbaar? Klager - zoekende relatie Als de hulpvraag vaag is, onontwarbaar, auto-annulerend (ik zou wel willen maar...) of externaliserend. Veel vragen naar uitzonderingen, schaalvragen, relatievragen (wat zou X merken aan je als?)
4. Gebruikt de cliënt zijn resources? Nee: Klant - consulterende relatie Cliënt en hulpverlener onderzoeken samen mogelijkheden en hulpbronnen Ja: Co-expert - coachende relatie De cliënt kan feitelijk zijn problemen zelf oplossen maar heeft daarbij een goed klankbord nodig
Het 8-fasenmodel
Doel: beoordelen of de instelling passende hulp kan bieden aan de cliëntIntake overwegingen:Aansluiting aanbod op hulpvraagMotivatie, bereidheid aan regels te houdenContra-indicatiesMatching met andere bewonersIntakebesluit Intakefase
Informatie verzamelen voor analyse op 8 leefgebieden (feiten, beleving, hantering)Cliënt steunen ook zelf zicht te krijgen op zijn/haar huidige situatieInschatten van knelpuntenVersterken van werkrelatiePersoonbeschrijving maken en toetsen (bij cliënt, bij team, extern) Analysefase
Planning Van persoonsbeschrijving naar begeleidingsplan Kiezen: waaraan werken? stel prioriteiten Doelen: waar werken we naar toe? Analyse op 8 gebieden: Wat is er aan de hand? Hoe? (Wie doet wat/ Waar/ wanneer)
Persoonsbeschrijving Het maken van een persoonsbeschrijving (analyse) met de cliënt is een centraal onderdeel in het 8fm. Dit gebeurt door, verdeeld over enige tijd, 8 levensgebieden te bespreken, met de cliënt De 8 levensgebieden dienen ervoor dat uiteindelijk de hele cliënt aan bod en in beeld komt De grenzen tussen de verschillende levensgebieden zijn wat arbitrair en lijken soms lastig. Centraal staat wat de cliënt daarvan vindt
Inhoud van de persoonsbeschrijving Wat speelt er nu feitelijk ? (Historische informatie als dat echt nodig is) Wat betekent dit voor de cliënt? Hoe gaat de cliënt er mee om (competenties)? Kijk uit met te vroege doelen!
Doelen Uit de persoonsbeschrijving komen meestal meerdere wensen of algemene doelen voort Dit zijn doelen die nog niet concreet hoeven zijn, maar wel de richting aangeven die de cliënt zou kunnen gaan Er kunnen veel algemene doelen zonder dat er aan gewerkt wordt
8fm in gesprekken In ieder gesprek tijdens de analysefase moet de aandacht worden verdeeld over: 1. Dringende zaken 2. Noodzakelijk werk 3. 8fm Door middel van agendasetting wordt gezorgd dat alle drie aan bod komen
Dringende zaken In de begeleiding doen zich steeds situaties voor waar direct aandacht voor moet zijn. Dit kunnen onverwachte hobbels zijn, maar ook plotselinge kansen Clienten hebben vaak een levens- en denkstijl waarbij ze vooral letten op wat nu dringend is. Als er geen aandacht is geweest voor dringende zaken, zal de client ook niet naar iets anders luisteren
Noodzakelijk werk Bij de uitvoering van hulpverlening zijn er een aantal noodzakelijke klussen die moeten gebeuren Deze krijgen niet alleen aandacht als de client dat wil, maar zijn nodig als randvoorwaarde, voor de uitkering, indicatie etc. Niet altijd voelt de client hiervan het belang, meestal weet ie wel dat het "nou eenmaal nodig is"