Jana De Zutter 2Ba Sociologie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Presentatie: Hoofdstuk 13 “Conflicts between staff and line Managerial Officers” (Melville Dalton)
Advertisements

Naar huis gestuurd met een zak vol luiers
“Die verzuimdossiers kosten mij teveel tijd”
Hoogbegaafdheid: Een Uitdaging!
Initiatief Bijstellen Analyse Evaluatie Probleemstelling Netwerken
Kwetsbaarheid bij ouderen frailty
Hoofdstuk 5 Sociale verbanden.
in de transitie naar een
Mentoraat Het menselijk handelen niet bespotten, niet betreuren, niet veroordelen, doch begrijpen’ (Ethica 4, voorrede). *) 
Combinatie werk en gezin
De nieuwe WW Veranderingen in 2006 Versie 4.0. De nieuwe WW Veranderingen in 2006 Versie 4.0.
Dialoogdag Ouderswerking Vlaams-Brabant
KWALITEIT  ENKELE BEDENKINGEN  
Van Eycken Joannes 2e Bachelor Sociologie
Visie op HNW juni Belang van een Visie Een Visie op Werken is de overkoepelende beschrijving hoe een organisatie werk in de toekomst ziet. De visie.
Historisch overzicht Paragraaf 5.3
NL na 1945: Sober en spaarzaam
Schematische weergave
Partnergeweld Het fenomeen: Het is een universeel verschijnsel en komt voor in alle lagen van de bevolking, wat ook het sociaal statuut, seksuele geaardheid,
Conflicten tussen kapitaal en arbeid
Hoe kan het jou veranderen?
H8: Distributie.
H6 werken Paragraaf
DE NOTARIS EN BEMIDDELING: 10 jaar later 20 mei 2009.
HOOFDSTUK 8 ORGANISATIE ALS FLUX EN TRANSFORMATIE
Measuring of Organisation Structures D.S. PUGH Nele Van Dooren 2 de Bachelor Sociologie 28 maart 2006.
Politie DAMME POLITIE DAMME Stelt voor.... Politie DAMME alternatieve aanpak jeugdcriminaliteit.
Besluitvorming.
Organisatiestructuur en
#MT1412 Management Tomorrow. #MT1412 Frank Robben.
PLATO™-Intensief- Leadership
Gedrag in organisaties, 10e editie
Hoofdstuk 1 Inleiding op gedrag in organisaties
Welkom op onze thema-avond
Valkuilen bij snelle groei van de organisatie
15 juni 2011  1-Ontwerpaanpak  Betreft 84% van de veranderingen  Daarvan loopt ¾ vast  Voorbeeld:  tussen had 90% van de  Fortune 500.
Gezin in beweging De impact van een ziek kind op het hele gezin
Opvoedingsondersteuning
straffen en belonen vanuit de montessori visie
(De rest van de tijd besteden we aan het KiVa-spel)
Jeugdsubculturen en beleid?
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
Verdringing: Vrijwilligerswerk in veranderende tijden
Personeelsessie LOKO.
Visie & Strategie.
PIJLERS VAN EEN MANTELZORGVRIENDELIJK PERSONEELSBELEID.
-Scheiding der machten -Gekozen parlement -Verlichte ideeën
LOP SECUNDAIR 7/6/ Betrokken ouder, tevreden ouder.
‘Fixatiearmbeleid: utopie of realiteit’. Hoe het begon juli 1999 spijtig ongeval tijdens de nachtdienst tijdens mijn opleiding kreeg ik de kans een review.
Actiegroep ‘Bemiddeling en Selectie’ Begeleiding: Ann De Cuyper en Luc Henau.
Politieke stromingen De liberalen
Groepsdynamica & Interactief communiceren
Oic.
KWALITEIT EN ORGANISATIE WEEK 2 Schpa 2.57.
Het Burgerschapsmodel leidt tot een inclusieve maatschappij
Toezicht op governance: waar draait het om en paralellen tussen de mediasector en de financiële sector Wijnand Nuijts – Manager toezicht Governance Gedrag.
Opvoeden praktisch bekeken Bieke Van Severen 1BaO C SADAN-Opdracht.
Even voorstellen Hennie Lüers, coach Kim Veldhuis, P&O.
PERSONEELSMANAGEMENT PPT 3 Onderdeel : LEIDING GEVEN.
VAN HRM NAAR PERSONEELSZORG 7 JUNI 2016SECTORDAG FNV OVERHEID.
20 januari 2016 – Herman Bongenaar
1. MIEZERIG MANNETJE? Anton Drilling 2 MORELE OORDELEN 3.
Hoofdstuk 1 Inleiding op gedrag in organisaties
Motiveren: de ins en outs!
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
Persoonlijk Leiderschap
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
Leidinggeven voor eerste verkoper
Leidinggeven voor eerste verkoper
Transcript van de presentatie:

Jana De Zutter 2Ba Sociologie Manufacturing Consent: Changes in Labor Process under Monopoly Capitalism Michael Burawoy Jana De Zutter 2Ba Sociologie

Michael Burawoy Participerende observatie Globalisering: standpunt arbeiders Kapitalisme in Rusland Theoretisch ondersteunde methodes Marxisme

Manufacturing Consent Vergelijking tussen Studie van D. Roy uit 1945 Studie van M. Burawoy uit 1975 Participerende observatie Kwalitatieve beschrijving van het leven in een machinewerkplaats

Structuur Management Arbeiders Voormannen / ploegbazen Gewone arbeiders / machinearbeiders Hulparbeiders Inspecteurs Chauffeurs Planners

1945  1975 Verschuiving van het conflict Management vs. arbeiders  Arbeiders vs. arbeiders Resultaat van twee verschuivingen Vermindering autoriteit ploegbaas/voorman Vermeerdering autoriteit ‘hulparbeiders’

Vermindering autoriteit management Verdeling van meer ploegbaasfuncties over gespecialiseerd personeel (planners) Technische veranderingen  arbeiders handhaven nieuwe autoriteiten; nieuwe evenwichten

Hulparbeiders Geen stimulans om machinearbeiders te helpen om productieniveau op peil te houden Doelstellingen stemmen niet overeen met doelstellingen van machinearbeiders Vermindering aantal hulparbeiders  overwerkt / overbelast

Making Out – a game workers play Productieniveau hoog ‘spel’ Doel: individueel bepaald Sociale relaties Extern opgelegde relaties Manipuleren van relaties Verveling tegen gaan

Relatie arbeider - hulparbeider Arbeiders krijgen taak Op zoek naar blauwdrukken Kans op vertraging: geen medewerking van persoon die blauwdrukken beheert Vertrouwen winnen

Relatie arbeider - hulparbeider Ook vertrouwen winnen van chauffeurs Verantwoordelijk voor overbrengen van voorraden Chauffeurs werken niet altijd even goed mee  frustratie onder arbeiders Voormannen inschakelen? Zelf taak van chauffeur uitvoeren?

Situatie in 1945 Iedereen kent iedereen Chauffeurs leverden vóór er om werd gevraagd Indien moest worden gewacht ‘Making out’ Anderen helpen

Relatie arbeider - hulparbeider Eerste afgewerkt stuk: controle door inspecteur – label ‘OK’ Conflict inspecteur – arbeider: kwaliteit – kwantiteit Inspecteur verantwoordelijk

Relatie arbeider - hulparbeider Inspecteur afhankelijk van arbeider: er moet kwalitatief werk worden geleverd Mogelijk conflict: arbeider ‘fraudeert’ met OK-label Bemiddeling voorman

‘Making out’ of niet? Ok-label  ‘Making out’ of niet? Makkelijke taak: hard werken eventueel reserves aanleggen (meer dan 140% produceren) eventueel frauderen met prikklok Moeilijke taak: rustig werken

Belangrijke verandering in 30 jaar Oudere werknemers benadrukken verbeteringen: machines en gereedschap Roy: 2 soorten opdrachten: ‘gravy’ (losse cijfers) ‘stinkers’ (strakke cijfers) Burawoy: 1 soort opdracht: ‘gravy’

Rol van de voorman Bemiddelaar tussen arbeiders en hulparbeiders bij conflicten Nemen de arbeiders in bescherming bij kritiek van bovenaf Zorgen er voor dat de productiecijfers niet te hoog worden

Relatie voorman - arbeiders De voorman is tot op zekere hoogte afhankelijk van de arbeider voor de verwerking van belangrijke opdrachten Gevolg: uitwisselingsrelatie tussen voorman en arbeider (voor wat, hoort wat)

Relatie voorman - arbeiders Double Red Card: een kaart die de verloren tijd van arbeiders wegwerkt zonder de schuld aan de arbeider te geven en dat aan een cijfer van 120%

Relatie voorman - arbeiders Voormannen kozen vaak de kant van de arbeiders als de cijfers strak waren en ’making out ’ niet mogelijk was. Toch waren arbeiders argwanend t.o.v. voormannen. Doorslaggevend voor de populariteit van voormannen was de aard van hun relatie met de planners.

Relatie voorman - arbeiders 1945: voormannen konden niet goed overweg met de gemakzucht van de arbeiders wanneer geen ‘making out’ mogelijk was. 1975: voormannen aanvaardden dit gedrag

Relatie voorman - arbeiders Verenigde arbeiders (vakbondsleden) waren minder vijandig t.o.v. voormannen. Ze toonden ook een grotere onafhankelijkheid t.o.v. voormannen

De organisatie van de werkvloer De verschillende relaties tussen de werknemers zijn te manipuleren in functie van het ‘making out’ Sociale relaties tussen arbeiders onderling ook belangrijk Alle gesprekken gaan over ‘making out’ Deze vaststelling is tussen 1945 en 1975 niet veranderd

Werkvloercultuur = ‘making out’ Op de werkvloer draait alles rond ‘making out’ Arbeiders die hieraan niet meedoen hebben geen enkele status Enkel d.m.v. ‘making out’ kunnen sociale contacten worden gelegd

De verspreiding van het conflict De organisatie van de fabriek zelf zorgt ervoor dat ‘making out’ mogelijk is ‘Making out’ =basis van werkvloercultuur Maar ‘making out’ zorgt ook voor verschillende conflictpatronen

Uitwerking conflictpatronen Stukloon zorgt enerzijds voor een zekere vrijheid van de arbeider, anderzijds voor competitie. ‘Making out’ zorgt soms voor conflicten tussen arbeiders en hulparbeiders. Arbeiders doen taken van hulparbeiders dan soms zelf. Management toleert dit niet en legt strikte regels op  tevergeefs, want er heerst nog steeds chaos

Uitwerking conflictpatronen Het hoger management erkent het belang van hulparbeiders niet en vermindert hun aantal Vb.: minder inspecteurs om evenveel stukken te controleren  wrevel tussen arbeiders en inspecteurs (hulparbeiders) M.a.w. conflicten tussen arbeiders en management worden conflicten tussen arbeiders en (hulp)arbeiders onderling

Uitwerking conflictpatronen Logica: conflicten met management  grotere samenhorigheid onder de arbeiders Realiteit anders: conflicten met management  wrevel binnen arbeidersgroep  verschuiving van hiërarchische overheersing naar kleinere conflicten

Burawoys verklaringen: Naoorlogse omstandigheden  meer hulparbeiders beschikbaar 1975: arbeiders gunstiger gestemd t.o.v. management 1975: fabriek: deel van een grote corporatie  beter bestand tegen tegenslagen  arbeiders beter behandelen Vorming van vakbonden was in 1945 nog niet zo voltooid als in 1975 + herinnering aan de slechte tijden van vóór WO II

Wat stelt Burawoy dus vast? De theorie van intensivering van de arbeid en toename van leidinggevende controle door scheiding van ontwerp en uitvoer, wordt door deze veraderingen niet ondersteund Wel: uitbreiding zelforganisatie van arbeiders

Het arbeidsproces als een spelletje Sociologen spreken zichzelf tegen: Enerzijds erkenning van het feit dat ‘making out’ psychologische en sociale voldoening schenkt Anderzijds ondermijnt het spel volgens hen de eensgezindheid en dus ook het management Volgens hen creëren arbeiders dus autonoom een cultuur die zich tegen het management richt Empirisch bewijs voor deze stellingen is erg zwak, wegens ontbreken van een theoretisch kader

Relevantie van ‘making out’ Relevantie van een spelelement in het arbeidsproces gaat verder dan alleen maar ‘making out’ Zolang er een spelelement is, berusten arbeiders in hun ondergeschiktheid M.a.w. niet het geldgewin is de drijfveer, maar wel de strijd tegen verveling, vermoeidheid, … of gewoon het plezier van het spel

Conclusies: Creatie van een vorm van spel in het arbeidsproces draagt bij tot het verbergen en veiligstellen van surplusarbeid De aanwezigheid van een spel maakt dat we regels aanvaarden  de aanwezigheid van kapitalisme maakt dat we haar opgelegde (beperkte) keuzes aanvaarden

Conclusies: Kapitalisme beheerst ons leven als een spel  alternatieven worden afgeschreven als utopie Scheiding van ontwerp en uitvoering loopt gelijk met uitbreiding van keuzes binnen steeds smallere grenzen  die laatste tendens zorgt voor aanvaarding en degradatie van het werk  minder conflicten

Conclusies: Betere machines, soepeler cijfers, de mogelijkheid tot frauderen, … zorgen ervoor dat ‘making out’ mogelijk is.