Een ambitieuze studiecultuur van beleidsagenda naar realiteit Bas Derks, OCW, 5 februari 2009
Doelen strategische agenda hoger onderwijs Ambitieuze studiecultuur (studiesucces): Minder uitval, meer rendement Meer kwaliteit Excellentie Betere interactie tussen onderwijs, onderzoek en arbeidsmarkt Internationalisering
Hoge uitval: 30-40% heeft na 7 jaar geen einddiploma Wat is er mis? Hoge uitval: 30-40% heeft na 7 jaar geen einddiploma Slechte studiekeuzes (51% van de uitval) Studenten voelen zich niet uitgedaagd (50% in hbo, 37% in wo) Nederlandse studenten relatief lui
Professionele cultuur onder docenten Wat is er mis? Te weinig excellentie Professionele cultuur onder docenten Universiteiten geven prioriteit aan onderzoek Reductie van contacturen (vooral bij CGO)
Instrumenten strategische agenda hoger onderwijs Extra investeringen (ca. € 123 mln.) op grond van meerjarenafspraken Extra kwaliteitsprikkels via wet –en regelgeving (bekostiging, accreditatie, medezeggenschap, etc.) Experimenten (studiekeuzegesprekken)
Meerjarenafspraken over studiesucces met universiteiten de verwijzende en bindende functie van het eerste bachelorjaar te versterken de studie-uitval in bachelor-2 en 3 halveren in 2011 (herinschrijving na eerste bachelorjaar) meer studenten in vier jaar de bachelor afronden, 70% in 2014, thans 45% (herinschrijving na eerste bachelorjaar) 10% van de studenten meer dan het standaard programma studeren
Meerjarenafspraken over studiesucces met hogescholen Van de studenten die in 2008/2009 starten met de postpropedeutische fase heeft 90% in 2012/2013 de studie afgerond. Kwaliteit van de instroom In 2014 beschikt 70% van de docenten over de mastergraad. Daarnaast in 2017 10% van docenten een PhD dan wel participeert in promotietraject. 10% van de studenten meer dan het standaard programma studeren
Kwaliteitsprikkels in wet –en regelgeving Bekostiging Accreditatie Wetsvoorstel Versterking Besturing (wijziging WHW) Selectie en collegegelddifferentiatie
Experimenten Studiekeuzegesprekken Excellentie/Sirius I en II