Hoofdstuk 4: Industriële revolutie. Afbeeldingen en aantekeningen bij het hoofdstuk.
Middelen van bestaan tot 1800. Landbouw Akkerbouw, veeteelt. Huisnijverheid. Handel.
De gilden zijn de baas. Alleen leden van de gilden mochten de producten verkopen. Inkoop- en verkoopprijzen vastgesteld door de werking. Hoe kan een handelaar dit omzeilen?
Huisnijverheid op het platteland. Handelaren omzeilden de vastgestelde prijzen. Boeren konden de extra inkomsten wel gebruiken. De machines waren klein en gemakkelijk te bedienen.
1733: Schietspoel.
Spinning Jenny.
Water frame.
1778: Stoommachine. De eerste katoenweverij werkt op een stoommachine.
Wat was er mogelijk met die stoommachine?
De grote trek naar de stad.
Problemen in de steden.