De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoofdvraag: Hoe leven mensen in een stad?

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoofdvraag: Hoe leven mensen in een stad?"— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdvraag: Hoe leven mensen in een stad?
Thema 5: De stad Hoofdvraag: Hoe leven mensen in een stad?

2 Thema 5: De stad Blok 1 – Wonen in een stad

3 De stad Wat weet je van een stad? Wat is het verschil tussen
een dorp en een stad?

4 Dorp en Stad Nederzetting
Woonplaats van een groep mensen dorp en stad Dorp Een kleine plaats, met weinig inwoners en weinig voorzieningen. Stad Een grote plaats, met veel inwoners (≈ of meer) en veel voorzieningen. Een stad heeft verschillende functies: Wonen Werken Winkelen Recreëren Verkeer Worden ook door mensen uit de dorpen in de omgeving gebruikt

5 Huis straat  Buurt  wijk  dorp/stad  Agglomeratie  stedelijk gebied

6 Agglomeratie Stedelijk gebied Bekendste in Nederland

7 Agglomeratie Oss + Berghem Heesch

8 Den Bosch Orthen Hintham Rosmalen Empel Engelen

9 Stedelijk gebied Randstad Randstad Amsterdam Den Haag Utrecht
Rotterdam

10 De randstad

11 Voorziening Bedrijven en organisaties die ervoor zorgen dat mensen kunnen krijgen wat ze nodig hebben Scholen Winkels Ziekenhuizen Er zijn dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen.

12 Dagelijkse voorzieningen
Daar ga je regelmatig naar toe, je hebt ze vaak nodig Daar wil je niet iedere keer ver voor hoeven rijden Supermarkt, bakker, slager, huisarts, kapper, friettent, bloemist) (Kruidvat, Hema, bloemenzaak) Niet dagelijkse voorzieningen Daar maak je zo af en toe gebruik van Vind je vaker in de stad Deze worden daarom ook wel stedelijke voorzieningen genoemd. Daar ben je bereid om langer voor te reizen  naar de stad Bioscoop, warenhuis, ziekenhuis, schoenenzaak, kledingzaak, meubelboulevard, Gamma

13

14

15 Drempelwaarde Het minimum aantal klanten dat een winkel nodig heeft om te kunnen blijven voortbestaan. Voor een school is dat het aantal leerlingen en voor een bibliotheek het aantal leden. Een schoenenwinkel heeft een lagere drempelwaarde dan een supermarkt. Om voldoende geld te verdienen moet een supermarkt meer klanten over de drempel krijgen. Aan 1 paar schoenen wordt meer verdiend dan aan een kar vol boodschappen

16 Bedrijven kiezen heel verschillende locaties
Bereikbaarheid Hoe gemakkelijk een plaats te bereiken is Met de fiets, de auto, de trein, vrachtschip, … Belangrijk is goede infrastructuur Infrastructuur Alle voorzieningen die nodig zijn om mensen, producten, energie en informatie te verplaatsen Dus: wegen, spoor, kanalen, bruggen, vliegveld, leidingen onder de grond, internet, telefoonmasten Bedrijven kiezen heel verschillende locaties Bol.com, DHL/PostNL, Jumbo distributie liefst dicht bij de snelweg Ziekenhuis aan de rand van de stad  snel bereikbaar voor ambulance Boekenwinkel, schoenenwinkel, bioscoop liefst in de binnenstad (stadscentrum) Hoofdkantoren van banken/financiële bedrijven liefst dicht bij het station of langs de snelweg Meubelwinkels en doe-het-zelf-zaken (Gamma) liefst bij elkaar dicht bij de snelweg Bedrijf voor zand of kolen dicht bij vervoer over water.

17 Nog enkele belangrijke begrippen
Mobiliteit Het gemak waarmee mensen zich kunnen verplaatsen Verschil tussen vervoer en transport Vervoer gaat over goederen en mensen Transport gaat over goederen en diensten

18 Thema 5 blok 1 10 zinnen samenvatten:
Plaatsen waar mensen wonen noemen we nederzettingen je hebt 2 soorten nederzettingen : dorp en stad Een stad heeft verschillende functies zoals wonen ,werken, winkelen, recreëren en verkeer. Voor al deze functies zijn er voorzieningen zoals station, ziekenhuis en winkels, deze voorzieningen vind je het meeste in de stad In het centrum van stad staan de oude huizen meer naar de rand van de stad de nieuwe huizen, als deze huizen van de stad tegen een dorp aangroeien noem je dat een agglomeratie. Iedere voorziening heeft een drempelwaarde, wat wil zeggen hoeveel klanten een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan. Om bij voorzieningen te komen moeten mensen zich verplaatsen, dat noemen we ook wel vervoer. Alle verplaatsingen van vervoersmiddelen met mensen of goederen noemen we verkeer Hoe makkelijker jij je kunt verplaatsen hoe mobieler je bent (mobiliteit) Voor bedrijven is het belangrijk dat er een goede infrastructuur is zodat ze goed te bereiken zijn. Doordat er in Nederland veel steden dicht bij elkaar liggen raken ze met elkaar verbonden dit noemen we een stedelijk gebied (zoals de randstad)

19 Blok 2 – Een stad in de middeleeuwen
Thema 5: De stad Blok 2 – Een stad in de middeleeuwen

20 Stadsrechten Waarom? Afspraken
Stadsbewoners wilden zelf de baas zijn en niet hoeven gehoorzamen aan de heer Afspraken De stad kreeg een eigen bestuur Er mocht een muur om de stad gebouwd worden De stad zou de heer helpen als er oorlog was

21 Stadsrechten

22 De opkomst van steden Landbouw Handel
Betere landbouw technieken: ploeg, bemesting Meer opbrengst  meer dan je zelf nodig had. Wat over was, kon je verkopen  op de markt. Niet iedereen hoefde meer boer te zijn. Sommigen werden bakker, smid, timmerman, wever, …  nieuwe ambachten Ze hoefde niet meer op een boerderij te wonen  dorpen, steden Boer kon ook spulletjes gaan kopen ipv zelf maken. Handel Ergens iets kopen en ergens anders weer verkopen. Dat kan alleen als het veilig genoeg is om te reizen. En als je spulletjes kunt opslaan  stad met muur. DUS: Landbouw meer opbrengst  Meer handel, want ze hielden over  Steden ontstaan

23 Waar kan je het beste een dorp/stad bouwen?

24 Ambachten en het gilde Gilde
Mensen met hetzelfde ambacht waren lid van een vereniging: een gilde Elkaar helpen Kwaliteit controle Prijsafspraken Onderwijs Leerling  meesterknecht (stage)  meester Meesterproef  meesterwerk (werkstuk) maken

25 Een stad in de middeleeuwen
Korte versie Lange versie

26 https://schooltv.nl/video/op-straat-in-de-middeleeuwen-handel-stank-dieren-en-afval/

27 De middeleeuwse stad

28 Bij de mensen thuis in de Middeleeuwen

29 Hanzesteden De handelaren gingen samen op reis, dat was veiliger
De handelaren van de Hanze kochten samen producten in. De handelaren maakten samen afspraken met stadsbesturen en landsheren. De handelaren gebruikten dezelfde munten, maten en gewichten.

30 De Hanze https://www.youtube.com/watch?v=lI5NSI70cu8

31 Blok 3 – De stad verandert
Thema 5: De stad Blok 3 – De stad verandert

32 Alles met de hand  ambachtslieden

33 De industriële revolutie  van handwerk naar fabriekswerk

34 De stad groeit  urbanisatie (de trek naar de stad)


Download ppt "Hoofdvraag: Hoe leven mensen in een stad?"

Verwante presentaties


Ads door Google