Bestuursconferentie Groei en Krimp Factsheets 20 mei 2011 RUG/FRW en KKNN
Inleiding Voor u liggen de factsheets voor de groei & krimpconferentie van 20 mei 2011. Deze factsheets zijn ten dele een toevoeging op de presentatie van Prof. Dr. Leo van Wissen, maar kunnen ook uitstekend als autonoom product gezien worden. In de factsheets vindt u een grote verzameling aan gegevens die kunnen bijdragen aan uw begrip van hoe gebieden met bevolkingsgroei en gebieden met bevolkingsdaling in Noord-Oost Nederland zich tot elkaar verhouden. In dit geval Groningen, Assen en het omliggende regiovisiegebied aan de ene kant en de omliggende landelijke gebieden aan de andere kant. Er is getracht een zo volledig mogelijk beeld te geven van bestaand onderzoek op dit vlak. De factsheets zijn thematisch ingedeeld aan de hand van de volgende onderwerpen: Bevolking en migratie Wonen Arbeid Onderwijs Zorg Overige voorzieningen
Algemeen
De gebruikte gebiedsindeling
De belangrijkste bevindingen samengevat Het gebied als geheel groeit nog in 2000-2010 in aantallen personen en huishoudens. Krimp- en groeiverschillen binnen de regio zijn heel groot. Kampioenen groei zijn Assen en Groningen. Delfzijl is kampioen krimper, en is de enige gemeente met een afname in huishoudens De roltrapfunctie speelt een belangrijke rol in de afname in de perifere gebieden. Jongeren trekken naar de stad, en daarna voor ruim 50% door, naar vooral de Randstad De Randstad, de stad Groningen en het Regiovisiegebied profiteren van het roltrapmodel, het landelijke gebied niet Er moet dus nog bijgebouwd worden, vooral in het Regiovisiegebied, en met name in de steden Hierbij moet ook rekening gehouden worden met een veranderende huishoudensstructuur door vergrijzing met daarmee gepaard gaande groei oudere alleenstaanden In het landelijke gebied duiden de plannen ook op concentratie in de 'complete dorpen' In de komende 10 jaar is een herstructureringsopgave van ongeveer € 185 miljoen te verwachten, gelijk aan de afgelopen 10 jaar. Het gaat vooral om de goedkope na-oorlogse voorraad De meeste migratie binnen het gebied is korte afstandsverplaatsing. Er vindt substitutie plaats tussen woningdeelmarkten binnen het regiovisiegebied, maar niet tussen stad en landelijk gebied Enige substitutie is mogelijk tussen regiovisie en de omliggende gemeenten De stad Groningen is de economische motor van de regio. Banen groeien hier, en de pendel vanuit de regio is sterk op de stad gericht. Banen in de regio groeien minder of nemen af
Verder lezen… Quickscan: Regionale bevolkingskrimp en de stad Groningen Van Dam, K.I.M., et al. (2009) Groeidocument: Demografische ontwikkelingen in Groningen en de gevolgen Bureau PAU/Bureau Louter (2010) Krimp en Groei: Bevolkingsafname, ruimtelijke gevolgen en beleid Van Dam et al. (2006) Stad en Land Centraal PlanBureau (2010) Van bestrijden naar begeleiden: Demografische krimp in Nederland PlanBureau voor de Leefomgeving (2010) Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013 Provincie Groningen (2009) Bevolkingskrimp benoemen en benutten SER (2011) Krimp als structureel probleem Rapportage topteam krimp voor Groningen, Dijkstal en Mans (2009)
Bevolking en Migratie
Bevolkingsontwikkeling regio: 2000-2009
Ontwikkeling totale bevolking 2000-2010
Ontwikkeling leeftijdscategorieën 2000-2010
Huishoudensontwikkeling regio: 2000-2009
Huishoudensontwikkeling 2000-2010
Huishoudenstypes en leeftijden referentiepersonen 2000-2010
Huishoudenstypes naar leeftijd referentiepersoon 2000 en 2010
Prognose totale bevolking tot 2020
Vertrek gemiddeld per jaar (2000-2010) uit het Landelijk gebied naar Groningen Vanuit landelijk gebied naar de Stad Vooral 17 tot 25 jaar Voornamelijk vanwege studie 635 2580 775 435 Gevolg Minder jongeren (15-25 jaar) op platteland Groningen jongste gemeente NL Studie klaar, en dan?
Vertrek gemiddeld per jaar (2000-2010) uit de Stad Groningen 460 Vanuit de Stad naar Randstad (55%) Vooral 21 tot 30 jaar Indien niet naar de Randstad, voor het grootste deel naar regiogebied, maar ook naar landelijke gebieden Vooral vanaf 25 tot 40 jaar 530 2580 2810 Randstad 290
Saldo gemiddeld per jaar (2000-2010) met de Stad Groningen 175 Jongeren komen ook uit andere delen van Nederland Per saldo houdt Groningen jongeren over Overig regiogebied profiteert Landelijk gebied niet 245 1240 230 Randstad 145
Vertrek gemiddeld per jaar (2000-2010) uit de Randstad naar Landelijk gebied Vanuit de Randstad naar Oost-Groningen en Landelijk Noord-Drenthe, minder naar Landelijk Noord-Groningen Vooral vanaf 40 tot 65 jaar 320 810 Randstad 840
Migratiestromen 2000 tot 2010
Conclusies bevolking en migratie De roltrapfunctie speelt een belangrijke rol in de bevolkingsafname in de perifere gebieden. Jongeren trekken naar de Stad voor studie. Vervolgens keren zij maar voor een deel terug naar het oorspronkelijk gebied. 55% van deze jongeren gaat naar de Randstad, de stad Groningen kent daarom een sterk negatief migratiesaldo met de Randstad De stad Groningen en het regiovisiegebied profiteren wel van het roltrapmodel, het landelijk gebied niet. Landelijk Noord-Drenthe en Oost-Groningen hebben positief migratiesaldo met de Randstad, dat vooral valt toe te schrijven aan verhuizingen van personen tussen de 40 en 65 jaar. Zonder dit positieve saldo met de Randstad was de omvang van de bevolking in Landelijk Noord-Drenthe niet toegenomen. Landelijk Noord-Groningen kent geen positief saldo met de Randstad.
Verder lezen over bevolking en migratie… Quickscan: Regionale bevolkingskrimp en de stad Groningen Van Dam, K.I.M., et al. (2009) Groeidocument: Demografische ontwikkelingen in Groningen en de gevolgen Bureau PAU/Bureau Louter (2010) Krimp en Groei: Bevolkingsafname, ruimtelijke gevolgen en beleid Van Dam et al. (2006) Regionale prognose 2009-2040: Vergrijzing en omslag van groei naar krimp PlanBureau voor de Leefomgeving (2010) Bevolkingsafname in Nederland: de gemeentelijke bevolkingsdynamiek in beeld Bureau Louter/Bureau PAU (2009) Bouw- en woningmarkt monitor regio Groningen-Assen 2009-2010 Asree bv (2010)
Wonen
Woningvoorraad
Nieuwbouw
In de pijplijn De ‘pijplijn’ geeft het aantal woningen weer waarvoor vergunning is verleend, maar die nog niet bij het CBS gereed zijn gemeld. Dit kunnen woningen zijn die nog in aanbouw zijn, maar ook woningen waarvan de bouw nog niet is gestart. De cijfers geven de stand aan het einde van het jaar weer. Helaas zijn er geen gegevens beschikbaar over het type woningen dat in ‘de pijplijn’ zit. Voor meer gegevens over nieuwbouw en vergunningen op provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau verwijzen wij u graag door naar: statline.cbs.nl Thema > Nederland Regionaal > Per Thema > Bouwen en Wonen
Over nieuwbouw… (1) Provinciaal OmgevingsPlan 2009-2013: Provincie Groningen (2009) Over het regiovisiegebied Groningen-Assen, Grootegast en Marum Wij verwachten de komende jaren nog een sterke groei van de bevolking en de woningbehoefte. We houden vast aan het uitgangspunt om wonen en werken te concentreren in de steden Groningen en Assen, met daarnaast een extra woningbouwopgave voor de gemeente Leek en de kern Roden, en Hoogezand-Sappemeer. In de overige delen van de regio Groningen-Assen en in de gemeenten Grootegast en Marum kan worden gebouwd voor de lokale behoefte in de centrumdorpen en de zogenoemde ‘complete dorpen’. Dit zijn dorpen waar de meest wezenlijke voorzieningen nog aanwezig zijn: minimaal één basisschool, huisarts, winkel en dorpshuis en aansluiting op het openbaar vervoer. Door te bouwen in de stedelijke centra, de centrumdorpen en de ‘complete dorpen’ worden wonen en werken gebundeld. Tegelijkertijd versterken we de positie van deze kernen, wordt het draagvlak voor voorzieningen ondersteund, het landschap gespaard en de mobiliteit zoveel mogelijk beperkt. Over Noord- en Oost-Groningen De gemeenten in de Eemsdelta en Oost-Groningen en de gemeente De Marne hebben het voortouw bij het ontwikkelen van een visie en aanpak. Wij willen hen daarbij ondersteunen met informatie en deskundigheid. Gezien de aard van de vragen ligt het voor de hand dat gemeenten samenwerking zoeken met woningcorporaties, marktpartijen en maatschappelijke instellingen. Wij vragen gemeenten om prioriteit te geven aan de transformatie van de bestaande woningvoorraad en ook aandacht te besteden aan de planning en verdeling van woningen en voorzieningen. Op die manier kunnen sociale tweedeling, leegstand en waardedaling van woningen vermeden worden. Woningmarktonderzoek Gemeente Groningen, KAW architecten en adviseurs (2008) Tot 2015 is de bandbreedte voor de totale woningbouwproductie tussen 950 en 1350 woningen per jaar, waarvan circa 350 woningen vervangende nieuwbouw. De woningbouwambities van Groningen moeten worden gesteld in bandbreedtes waarbinnen geschoven kan worden, niet meer in exacte aantallen.
Over nieuwbouw… (2) Van Groei naar Bloei, Provincie Drenthe (2010) Door de demografische veranderingen verandert de huishoudensamenstelling en ook de vraag naar woningtypen. Vergroting van de woningvoorraad is nog wel nodig om de nog groeiende populatie huishoudens te kunnen huisvesten, maar de aanpassing van de woningvoorraad op de wijzigende huishoudensamenstelling wordt belangrijker. Met name de vergrijzing betekent een veranderende vraag naar woningtypen. In zijn algemeenheid zijn het de dorpen die inwoners verliezen. […] Een afname van de vraag naar nieuwe woningen heeft als bijkomend effect een daling van inkomsten door grondopbrengsten voor gemeenten, omdat het verdienvermogen vanuit nieuwbouw afneemt. […] Minder opbrengsten uit nieuwbouwprojecten betekent ook minder investeringsvolume voor herstructureringsprojecten. De transformatieopgave moet in beeld gebracht worden op regionaal schaalniveau, vanuit een langetermijnperspectief en inclusief een financiële doorrekening. Het gaat dan om de transformatieopgave van sloop, om herstructurering, het levensloop bestendig maken van woningen en het duurzamer en meer flexibel maken van woningen voor verschillende doelgroepen of functies. Krimp en Groei: Bevolkingsafname, ruimtelijke gevolgen en beleid, Van Dam et al. (2006) Het toppunt van de ontwikkeling van het aantal huishoudens is in zicht, […] daarom dient nu al rekening te worden gehouden met de aard van de toevoegingen aan de huidige woningvoorraad die nu nog gepleegd moeten worden. Belangrijke factoren zijn daarbj de veranderende samenstelling van de bevolking (vergrijzing), lokale en regionale verschillen in de groei van het aantal huishoudens, en woonvoorkeuren die veranderen onder invloed van welvaartsontwikkelingen. Daarbij is het nauwelijks relevant dat het aantal inwoners afneemt. Het gaat vooral om de ontwikkelingen in het aantal, de omvang en de samenstelling van huishoudens
Huishoudensverdunning Niet personen, maar huishoudens vullen woningen Een gestage daling, maar dit houdt een keer op…
Herkomst van inwoners in nieuwbouw Nieuwbouw in Leek Oostindie: 60% uit Leek; 20% uit Stad Groningen (Daadwerkelijke kopers) Stad Groningen Meerstad: 80% uit Stad (met name Lewenborg en Beijum; 20% voornamelijk uit omliggende gemeenten (deels gebasseerd op cijfers over geïnteresseerden, deels op daadwerkelijke kopers) De Held en Gravenburg: 80% uit de Stad Groningen Appingedam Oling: 50% uit Appingedam; overige 50% voornamelijk Noord-Oost-Groningse gemeentes (gebasseerd op cijfers op CBS buurtniveau Oldambt Blauwe Stad: 33% kopers van buiten Noordelijke provincies (Daadwerkelijke kopers) Assen Kloosterveen: 67% uit Assen; 12% uit regio Groningen-Assen (voornamelijk uit Groningen, Noordenveld en Tynaarlo); 10% uit overige Drenthse gemeenten
Nieuwe inwoners van landelijke gebieden Onderzoek nieuwe inwoners De Marne, Reiderland en Menterwolde Bijker, Haartsen en Strijker, 2010 De Marne Vanuit Stad, jong, hoog opgeleid, (nog) kinderloos Werk in Groningen, dienstensector (zorg) Gebrek voorzieningen geen probleem, wel natuur Reiderland (nu deel van Oldambt) Vanuit Stad en elders Nederland, ouder 40% werkt één of meer dagen in de week thuis Natuur en lage huizenprijzen Menterwolde Uit omliggende gemeente, jong Vanwege geschiktheid woning Voorzieningen in dorp belangrijk Gebiedsinventarisatie Eemsdelta, RUG/FRW en Weusthuis Buitengebieden 50% uit Eemsdelta; 25% van buiten Provincie Groningen ruim 40% 25 tot 45 jaar Overig Eemsdelta 75% uit Eemsdelta; 10% van buiten Provincie Groningen 35% 25 tot 45 jaar
Over herstructurering woningmarkt… Demografische ontwikkeling Oost-Drenthe en Westerveld: Sturen op woon- en leefkwaliteit Companen (2010) De gemeenten in Oost-Drenthe (inclusief Westerveld) constateren dat de beschikbare bouwplancapaciteit in (zeer) ruime mate de vraag overstijgt. Dit noopt tot het doen van keuzen: welke plannen worden tot ontwikkeling gebracht en welke plannen moeten van de tekentafel verdwijnen. Dit is een complexe afweging, maar hoe eerder deze plaats vindt, des te meer onnodige kosten kunnen worden vermeden. Van Bestrijden naar Begeleiden: Demografische Krimp in Nederland, Verwest en Van Dam (2010) Een overaanbod van woningen leidt tot leegstand, per definitie in de meest onaantrekkelijke delen van de woningvoorraad, vaak geconcentreerd in bepaalde wijken en buurten. Met name de vroeg-naoorlogse woonbuurten lijken hiervoor gevoelig. Deze buurten kenmerken zich door een groot aandeel huurwoningen en een minder gewaardeerd woningtype (omvang, bouwstijl, comfort). Ook de fysieke en sociale woonomgeving wordt minder aantrekkelijk gevonden. Krimp als Structureel Probleem, Rapportage Topteam Krimp voor Groningen: Dijkstal en Mans (2009) De afgelopen tien jaar zijn de in de regio’s Oost-Groningen en Eemsdelta in totaal 5.500 sociale huurwoningen gesloopt. […] Deze transformatie is gepaard gegaan met forse investeringen. […] Gemeenten en corporaties leden een gezamenlijk verlies van €185 miljoen. Voor de komende tien jaar voorzien de betrokken partijen een transformatieopgave in de regio’s Eemsdelta en Oost-Groningen die minstens zo groot is als de afgelopen tien jaar. […] De voorziene opgave voor de komende tien jaar vereist bovendien forsere investeringen dan die afgelopen periode zijn gedaan. Reden daarvoor is dat de opgave voor de komende tien jaar voor een belangrijk deel betrekking heeft op op de goedkope particuliere woningvoorraad
Conclusies wonen Belangrijkste factoren die de toekomstige woningmarkt beïnvloeden zijn: Veranderende samenstelling van de bevolking (vergrijzing) De ontwikkeling van het aantal huishoudens Veranderende woonvoorkeuren die veranderen onder invloed van welvaartsontwikkelingen De huishoudensverdunning heeft in het hele onderzoeksgebied de afgelopen tien jaar doorgezet, maar deze ontwikkeling houdt een keer op Het gros van de mensen verhuist over korte afstand. Dit houdt met betrekking tot nieuwbouw in dat: Stad en Regiovisiegebied elkaar wel beïnvloeden Stad en Landelijk gebied elkaar nauwelijks beïnvloeden Regiovisiegebied en Landelijk gebied elkaar wel beïnvloeden, maar alleen in de aangrenzende gemeenten
Verder lezen over wonen… (1) Analyse herkomst bewoners nieuwbouwwijk Oostindie te Leek Kadaster (2011) Bouw- en Woningmarktmonitor Regio Groningen-Assen 2009-2010 Asree bv (2010) De woningmarkt in krimpgebieden RIGO Research en Advies BV (2011) Een terugblik op de woningmarkt van Assen: Onderzoek naar een drietal aspecten van nieuwbouw in de gemeente Assen A. van der Veer, afstudeerscriptie, Hanze Hogeschool, Bedrijfskunde (2010) Groei en krimp in het Noorden: Opgaven en armslag van de woningcorporaties in de drie noordelijke provincies RIGO Research en Advies BV (2010) Het geld geteld: Investeringen tegen de achtergrond van de krimp en de goedkope koopproblematiek in Oost -Groningen SEV (2009) Inventarisatie stedelijke vernieuwingsopgaven in de provincie Groningen- ISV-3 (2010-2019) Bureau PAU (2008) Investeringsraming stedelijke vernieuwingsopgaven in de provincie Groningen ISV-3 (2010-2019) Bureau PAU en Estheticon (2009) Krimpen met kwaliteit: Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling Ministerie van BZK en VROM, VNG, IPO (2009) Nieuwbouw en transformatie in de regio’s Delfzijl en Oost-Groningen: hoe gaan we om met de krimp? Poulus, ABF Research (2006)
Verder lezen over wonen… (2) Kwartaalrapportage 2 -2010: Woningbouw- en woningmarktmonitor Regio Groningen Assen (2010) Kwartaalrapportage 3 -2010: Woningbouw- en woningmarktmonitor Onderzoek nieuwe inwoners De Marne R.A. Bijker, T. Haartsen en D. Strijker, Rijksuniversiteit Groningen/Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (2010) Onderzoek nieuwe inwoners Ferwerderadiel R.A. Bijker, T. Haartsen en D. Strijker, Rijksuniversiteit Groningen/Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (2011) Onderzoek nieuwe inwoners Menterwolde Onderzoek nieuwe inwoners Reiderland Regio Eemsdelta: Onderzoek Wonen en Voorzieningen Companen (2009) Regio Groningen-Assen Woonwensenonderzoek: Kansen voor nieuwe woonsferen in beeld Companen (2010) Regionale krimp en woningbouw: Omgaan met een transformatieopgave PBL (2008) Woningmarkt Monitor Groningen. Jaarbericht 2006 Gemeente Groningen (2007) Woningmarktonderzoek t.b.v. Woonvisie en woningprogramma 2008-2015 KAW architecten en adviseurs (2008)
Arbeid
Banen
Banen per sector en ZZP’ers Aandeel ZZP’ers in de potentiële beroepsbevolking (15-64 jaar) per gemeente (LISA, 2009)
Banen voor hoger opgeleiden Brain Drain of Brain Gain? Hoger opgeleiden in grote steden in Nederland NICIS Institute, Venhorst, Edzes, Broersma en Van Dijk (2011) De voorspoedige ontwikkeling van het aantal hogere en wetenschappelijke banen heeft de afgelopen jaren geleid tot een lager vertrek uit de regio. Het zijn niet per definitie de beste studenten die vertrekken, dit hangt af van studierichting (Werving uit schoolbanken). Afgestudeerden hebben binding met thuisregio, maar creëeren ook een binding met de Stad en omgeving. Startsalarissen academici & HBO’ers in de schijnwerpers, AWVN (2011) Startsalarissen in de farmaceutische en chemische industrie voor HBO’ers en academici hoger in het Noorden en Oosten dan in de rest van het land.
Pendelgedrag (1) Lager opgeleiden pendelen minder dan hoger opgeleiden 50% De Stad is de motor Dichter bij Stad = meer gericht op Stadse arbeidsmarkt Verder van Stad = Voor Noord en Oost-Groningen: Meer gericht op eigen gebied Voor Landelijk Noord-Drenthe: Meer gericht op Overig Drenthe Lager opgeleiden pendelen minder dan hoger opgeleiden 20% 70% 10% 35% 65% 40% 10% 5% 60% 15% 35%
Pendelgedrag (2)
Pensionering Deze cijfers geven het aantal 50 tot 65-jarigen als percentage van de totale potentiële beroepsbevolking weer. Dit is dus niet het percentage van de werkzame beroepsbevolking dat in 2025 met pensioen is. Zo kan een deel al met pensioen zijn en behoort een ander deel, om uiteenlopende redenen, bij voorbaat niet tot de werkzame beroepsbevolking.
Over arbeid… (1) Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2010-2011, CAB/RUG (2010) Op de noordelijke arbeidsmarkt zal veel afhangen van de vraag welk scenario voor de economische en demografische ontwikkeling de werkelijkheid het dichtst zal benaderen. Bij een gunstig herstel van de economie is de krapte op de arbeidsmarkt over enkele jaren weer terug. Voor specifieke functies en in specifieke sectoren zijn eerder tekorten te verwachten, mede als gevolg van de vergrijzing. Bij een ongunstig herstelhebben we lange tijd met hoge werkloosheid en bescheiden werkgelegenheidsgroei te maken. Een sterkere of juist minder sterkere demografische krimp in Noord-Nederland heeft een behoorlijke invloed op het toekomstige aanbod op de arbeidsmarkt en daarmee op het werkloosheidspercentage. Woon-werkdynamiek in Nederlandse Gemeenten, PBL (2008) Samengevat komt het er op neer dat vrouwen, ouderen en laag opgeleide werknemers minder ver pendelen dan mannen, jongeren en hoog opgeleiden. Ten opzichte van 1975 is men anno 2000 gemiddeld 2 uur per week langer onderweg. Een deel van de langere reisduur wordt veroorzaakt door congestie, maar een belangrijk deel ook door de grotere woon-werkafstanden die werknemers afleggen. Sociaal Rapport Provincie Groningen 2010, CMO (2010) Het gemiddeld besteedbaar inkomen lag in Groningen in 2007 rond de 20.500 euro terwijl dat voor heel Nederland 23.500 euro was. Op regionaal niveau zien we dat in de niet-krimpgebieden het gemiddeld besteedbaar inkomen enigszins hoger ligt dan in de krimpgebieden. Uit de GGD-Gezondheidsenquête (2010) blijkt dat 22% van de Groningers de afgelopen 12 maanden moeite heeft gehad om rond te komen. In 2002 was dit nog 36%. We zien hier geen verschil tussen groei-en krimpgebieden.
Over arbeid… (2) Arbeidsmarktonderzoek: ontwikkelingen en prognoses op de Drentse Arbeidsmarkt, Bureau ETIL (2011) Het arbeidsmarktperspectief is in de komende vijf jaar vrij goed voor nieuwkomers met een diploma in de techniek of gezondheidszorg. Binnen het mbo wordt veel tijd en aandacht besteed aan de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, dit is inherent aan het opleidingssysteem waarin (leer-)werkplekken zo’n grote rol vervullen. Binnen het hbo kan (meer) hiervan geleerd worden. In dat kader is het binnen Drenthe interessant dat de Stenden Hogeschool in de nabije toekomst verschillende Associate Degree programma’s wil aanbieden. Groeidocument Krimp, Bureau PAU/Bureau Louter, 2010 Niet alleen het potentiële arbeidsaanbod [In de provincie Groningen] neemt af, maar tevens worden de mogelijkheden om de participatiegraad (het deel van de potentiële beroepsbevolking dat werkt of actief op zoek is naar werk) te laten stijgen minder groot. Ook dat legt aanbodsbeperkingen op aan de groei van de werkgelegenheid.
Conclusies arbeid De stad Groningen is de arbeidsmotor van het gebied Hoe dichter een gebied bij de Stad ligt, hoe meer deze op de Stadse arbeidsmarkt gericht is Overig Regiovisiegebied: sterk aangewezen op Stad Assen, Landelijk Noord- en Oost Groningen: meer aangewezen op eigen arbeidsmarkt Landelijk Noord-Drenthe: minder eigen gebied, naar Assen en Emmen, Meppel, Hoogeveen Groei arbeidsmarkt voornamelijk verklaard door toename banen in niet-commerciële dienstverlening, aantal ZZP’ers blijft achter bij de rest van Nederland Bevolkingsdaling leidt niet per definitie tot verarming van het gebied In het Overig Regiovisiegebied en de Landelijke gebieden is de potentiële beroepsbevolking sterker verouderd dan in Groningen en Assen. Het percentage pensionering 2025 valt in Groningen ook lager uit door aanwezigheid studenten Niets bekend over pensionering in specifieke beroepsgroepen…
Verder lezen over arbeid… Arbeid en ZZP’ers LISA Nieuws, voor feiten en cijfers over werkgelegenheid (15 december 2010) AWVN onderzoekt startsalarissen hoger opgeleiden Werkgeven (nummer 3, 2011) Arbeidsmarktinformatie Regio Groningen-Assen CAB (2011) Arbeidsmarktonderzoek: Ontwikkelingen en prognoses op de Drentse arbeidsmarkt (2010-2014) Provincie Drenthe (2011) Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2010 CAB/RUG (2010)
Onderwijs
Leerlingen per onderwijsniveau (1)
Leerlingen per onderwijsniveau (2)
Basisonderwijs Ook het basisonderwijs in de Stad Groningen is voor een deel afhankelijk van het Landelijk gebied
HBO en WO De afgelopen jaren is het aantal leerlingen dat VWO volgt in het hele gebied in meer of mindere mate toegenomen. Voorlopig dus geen verminderde toestroom Prognoses 15 tot 20 jaar Tot 2020: Lichte afname 2020-2030: Sterke afname Na 2030: Wisselende beelden Studenten HBO/WO uit groter gebied
Herkomst studenten HBO en WO
Overig onderwijs Voortgezet onderwijs Leerlingen in de stad komen voor de helft van buiten de stad MBO Minder vaak bereid om te reizen Projecten aan de gang om MBO goed te laten aansluiten op lokaal bedrijfsleven Niet bekend of jongeren hierdoor meer in de regio blijven
Over onderwijs… Krimp en de kansen: Een onderzoek naar de gevolgen van afnemende bevolkingsaantallen voor het basisonderwijs in de regio Oost-Groningen Het onderzoek laat zien dat het verminderen van een voorzieningenniveau veelal los staat van afnemende bevolkingsaantallen, maar vaak gepaard gaat met het zoeken naar schaalvergroting om zo efficiënter te kunnen werken. Krimp versterkt dit effect slechts. Schaalvergroting in het basisonderwijs heeft tot gevolg dat er scholen zullen verdwijnen, maar daarnaast ook dat scholen financieel minder kwetsbaar zijn, gegarandeerd zijn van bestaansrecht waarbij de kans op kwalitatief goed onderwijs ook groter is. Brain Drain of Brain Gain? NICIS (2011) Het is gebleken dat de omvang en de samenstelling van de arbeidsmarkt een belangrijke rol spelen [bij het behouden van afgestudeerde HBO’ers en WO’ers]. Het zal voor de individuele gemeenten lastig zijn veel te veranderen aan de structurele dominante positie van de Randstad. Maar uit dit onderzoek blijkt dat lokale processen van werving en selectie wel degelijk van invloed zijn op de samenstelling van de groep afgestudeerden die behouden wordt voor de stedelijke arbeidsmarkt: de beste studenten blijven vaak voor de regio behouden.
Conclusies onderwijs De stad Groningen is de arbeidsmotor van het gebied Hoe dichter een gebied bij de Stad ligt, hoe meer deze op de Stadse arbeidsmarkt gericht is Overig Regiovisiegebied: sterk aangewezen op Stad Assen, Landelijk Noord- en Oost Groningen: meer aangewezen op eigen arbeidsmarkt Landelijk Noord-Drenthe: minder eigen gebied, naar Assen en Emmen, Meppel, Hoogeveen Groei arbeidsmarkt voornamelijk verklaard door toename banen in niet-commerciële dienstverlening, aantal ZZP’ers blijft achter bij de rest van Nederland Bevolkingsdaling leidt niet per definitie tot verarming van het gebied In het Overig Regiovisiegebied en de Landelijke gebieden is de potentiële beroepsbevolking sterker verouderd dan in Groningen en Assen. Het percentage pensionering 2025 valt in Groningen ook lager uit door aanwezigheid studenten Niets bekend over pensionering in specifieke beroepsgroepen…
Verder lezen over onderwijs… De Staat van de Jeugd in Groningen: Jeugdmonitor provincie Groningen 2010 CMO Groningen (2011) Drentse Onderwijsmonitor 2010 (0-23 jaar) Krimp en de Kansen: Een onderzoek naar de gevolgen van afnemende bevolkingsaantallen voor het basisonderwijs in de regio Oost-Groningen Niels Heijne, Afstudeerscriptie Master Sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen (2009) Krimp en Onderwijs: vijf case studies, bijdrage aan het Handboek Krimp en Onderwijs Ape BV (2010) Statistisch Jaarboek 2010 gemeente Groningen, Onderzoek en Statistiek Groningen (2010) Voordracht Scholen van het Noorderland Van Brakel (2009) Weten waar we staan: Sociaal Rapport provincie Groningen 2010
Zorg
Zorg in demografisch perspectief Gevolgen van bevolkingsdaling voor ziekenhuizen de invloed van krimp op de zorgvraag in Oost-Groningen is beperkt (slechts 10% van de zorgvraaggroei door de vergrijzing wordt teniet gedaan door bevolkingsdaling) Zorgaanbod neemt af Afname beroepsbevolking Sterker in krimpgebieden Zorgvraag stijgt en verandert door demografische ontwikkelingen Meer ouderenzorg Minder kindergeneeskunde
Zorg in maatschappelijk perspectief Zorgaanbod Marktwerking dwingt tot efficiëntie en hogere kwaliteit Specialisatie van zorgaanbieders Ziekenhuizen geen all-service providers meer Zorgvraag Veranderende leefstijlen zorgen voor andere zorgvraag (bv. Obesitas)
De zorg structuur gaat veranderen
Conclusies zorg De zorgvraag verandert door: Demografische ontwikkelingen (niet door bevolkingsafname) Groei van de totale intrinsieke zorgvraag (dus zonder demografische effecten) Verschuiving van de zorgvraag van klinische behandeling naar dagverpleging Ligduurverkorting Het zorgaanbod zal steeds meer gefocust worden, waarbij algemene ziekenhuizen zullen specialiseren en veel standaard behandelingen verplaatst worden naar de eerste lijn (huisartsenposten) en naar zelfstandige behandelcentra
Verder lezen over zorg… Op zoek naar nieuwe fundamenten: De toekomst van de medisch specialistische zorg Fluent Zorgadvies, powerpoint presentatie Plan van aanpak ziekenhuiszorg Oost-Groningen: Uitwerking BCG Rapport Zorglandschap Oost-Groningen en Noord-Oost Drenthe. Dichtbij als het kan, centraal als het moet Ommelander Ziekenhuis Groep en Refaja Ziekenhuis Stadskanaal (2011) Zorglandschap Oost-Groningen en Noord-Oost Drenthe: Ontwikkelingen in de zorgvraag en het speelveld tot 2035 BCG Oktober (2010)
Voorzieningen
Over voorzieningen… Drenthe door: Demografie en Dorpshuizen, STAMM (2002) Er is geen duidelijk verband gevonden tussen voorzieningenniveau en demografische ontwikkeling. Er wordt wel enige samenhang geconstateerd: een groter aandeel 65-plussers en een kleiner aandeel 15-24 jarigen in gemeenten met relatief weinig draagvlak voor voorzieningen. Maar in feite is dat toch vooral samen te hangen met het feit dat het hier vooral plattelandsgemeenten betreft. Warkelijk waor: onderzoek naar economische en sociale participatie en het voorzieningen-gebruik van bewoners van kleine dorpen in Midden-Drenthe, Lammerts en Dogan (2004) Wonen en leven in kleine dorpen stelt de bewoners in hoge mate tevreden. Bewoners kiezen voor wonen in een klein dorp. Kwaliteiten van de woonomgeving en sociale kwaliteiten wegen ruimschoots op tegen een lager voorzieningenniveau. Krimp en ruimte, Van Dam et al. (2006) Het verdwijnen van lokale (commerciële en publieke) voorzieningen is vooral het gevolg (geweest) van veranderend consumentengedrag (vraagzijde) en bedrijfseconomische overwegeningen (aanbodzijde). Demografische ontwikkelingen hebben hierop slechts een beperkte invloed. Scholen van het Noorderland, Van Brakel (2009) “In Zweden zeggen ze: er bestaat geen slecht weer, er bestaat wel slechte kleding”
Conclusie voorzieningen Misverstand: door bevolkingskrimp verdwijnen voorzieningen De relatie tussen een bepaald voorzieningenniveau en bevolkingsontwikkeling is complex Oorzaken voor verdwijnen overige voorzieningen zijn eerder: Veranderend consumentengedrag (aanbodzijde) Schaalvergroting (vraagzijde) Meerderheid mensen is mobiel, niet alle voorzieningen hoeven om de hoek te zitten Problemen ontstaan dus bij mensen die niet mobiel zijn
Verder lezen over voorzieningen… Quickscan: Regionale bevolkingskrimp en de stad Groningen Van Dam, K.I.M., et al. (2009) Krimp en Groei: Bevolkingsafname, ruimtelijke gevolgen en beleid Van Dam et al. (2006) Van bestrijden naar begeleiden: Demografische krimp in Nederland. PlanBureau voor de Leefomgeving (2010) Drenthe door: Demografie en Dorpshuizen STAMM (2002) Warkelijk waor: onderzoek naar economische en sociale participatie en het voorzieningen-gebruik van bewoners van kleine dorpen in Midden-Drenthe Lammerts en Dogan (2004) Voorzieningen in dorpen in de provincie Groningen CMO (2000) Regio Eemsdelta: Onderzoek wonen en voorzieningen Companen (2009) Hoe God Verdween uit Jorwerd Mak (1996)