Hoofdstuk 4 Nederland: stedelijke gebieden Paragraaf 8 t/m 10
inhoud Buurtprofiel (par. 9) De woonomgeving (par. 10) Buurten in Rotterdam en Nijmegen (par. 11)
Hoofdvragen: Wat is de samenhang tussen bewonerskenmerken en woningkenmerken en welk gevolg heeft dit voor de leefbaarheid? Hoe kan het stadsbestuur bijdragen aan de leefbaarheid en sociale veilligheid in de buurten? We beginnen met de eerste hoofdvraag.
Een buurtprofiel opstellen
Vinex-wijk in aanbouw Welke woningkenmerken horen hierbij? En welke bewonerskenmerken?
Negentiendeeeuwse arbeiderswoningen Wat zijn de woningkenmerken? En de bewonerskenmerken?
Jarenzestigflat Welke woningkenmerken heeft zo’n flat? En de bewonerskenmerken?
Nog twee hoofdvragen: Hoe kan sociale cohesie in een buurt leiden tot een grotere sociale veiligheid? Hoe kan de gemeente daaraan bijdragen?
Sociale veiligheid Sociale veiligheid heeft te maken met fysieke verloedering. Gaat het hier nu steeds beter of slechter? Hoe komt dat?
Sociale veiligheid Sociale veiligheid heeft ook te maken met overlast. Gaat het met deze buurt vooruit of achteruit? Hoe komt dat?
objectief en subjectief Leefbaarheid Een leefbare wijk is een veilige wijk objectief en subjectief
Openbare ruimte Hoe maak je de openbare ruimte toegankelijk? Onderhoud Overzichtelijkheid Toezicht
Sociale veiligheid Hoe verbeteren?
Rol van de buurtbewoners Wat kan de rol van de buurtbewoners zijn?