GFE/CCCTB P.H.M. Simonis 25 november 2008.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Samenwerking tussen overheden
Advertisements

van verdragsbepalingen
Inschrijven - stroomdiagram
FFEGBE Jaarverslaggeving -- Hoofdstuk 19
Informatiemiddag Wet Markt en Overheid 11 februari 2014.
Nathalie Ragheno Adviseur bij het Juridisch departement van het VBO
Maatschappelijke aspecten les 2: Downloaden en uploaden: legaal of illegaal? [Bron: Downloaden: legaal of illegaal?, dr. mr. Bart W. Schermer]
Actualiteitenbijeenkomst 5 november 2013
Vrij verkeer van goederen: non-tarifaire belemmeringen
Hoofdstuk 17 Rechtsbescherming.
SUBROGATIE Aon Risk Services.
Actualiteiten vennootschapsbelasting
Vaste inrichting versus deelneming in Europees fiscaal perspectief
Sint Jorisschool Examenvoorlichting Studie & Voorbereiding Examen Uitslag Diploma.
Rechtshandelingen van de Unie
Paul Steinhauser Slot Zeist 12 maart 2008 HET VORMMERK DE TECHNIEKRESTRICTIE.
Hoofdstuk 16 Europese mededingingsregels voor lidstaten.
Hoofdstuk 13 Vrij kapitaalverkeer.
Welkom bij de STABU.
Doelstelling 2 Amsterdam Groot Oost
Vergelijking vi – deelneming vanuit nationaalrechtelijk en verdragsrechtelijk (niet-EU) perspectief Philippe Albert Universiteit.
Symposium Totaalwinst – 17 juni 2011 Workshop : verliesverrekening
Impact van het 'Almunia-pakket' voor de actoren van de sociale economie Denis Stokkink Brussel, 8 december 2011.
Omgevingswaarden in de Omgevingswet
EDRL-Screening van gemeentelijke reglementen Mechelen, 26 november 2009.
Rondetafelbijeenkomst “Ontwikkelingen EU-recht” Exitheffingen & National Grid Indus BV (C-371/10) Prof. mr. F.P.G. Pötgens 4 November 2011.
Hoofdstuk 3 Instellingen van de EG en hun bevoegdheden.
Hoofdstuk 2 Beginselen van de EG. Taken EG: Het instellen van een gemeenschappelijke markt (= interne markt), dat wil zeggen één enkele binnenmarkt. Het.
Hoofdstuk 1 van EGKS tot EU.
Hoofdstuk 11 Vrij kapitaalverkeer. (2/14) Het vrije kapitaalverkeer (inclusief het vrije betalingsverkeer) wordt gewaarborgd door artikel 56 van het Verdrag:
Hoofdstuk 13 Directe werking van richtlijnen. (2/13) In hoofdstuk 4 hebben we gezien dat: De in een richtlijn opgenomen normen door de lidstaten moeten.
Hoofdstuk 4 Europese wetgeving.
Inkomsten- en vennootschapsbelastingaspec-ten van herstructureringen
Vrij verkeer van goederen: non-tarifaire belemmeringen
Vrijheid van vestiging
Pensioenverzekeren over de grens
Het ondernemingsbegrip
Belastingverdragen en de CCCTB
Reorganisaties Prof. dr. J.N. Bouwman.
Stelling 1 Een winstbox doet alleen recht aan de bijzondere functies van winstinkomen voor zover daarin winst wordt belast die niet rechtstreeks door de.
Bedrijfsopvolging Drs. Yvonne M. Tigelaar-Klootwijk
Wetsmisbruik en de Nederlandse belastingrechter I Plenair
De nieuwe regels van de onafhankelijkheid van de commissaris
Jurisprudentie HvJ EG inzake grensoverschrijdende verliesverrekening
EG-rechtelijke aspecten van hybride entiteiten in outbound situaties Mr. S.R. Pancham EFS seminar 26 mei 2009 PwC.
EG-rechtelijke aspecten van hybride entiteiten in inbound situaties
Verdragen en inleiding Europees Recht
“Omgekeerde discriminatie”
Ontwikkelingen in de btw Mr. dr. M.E. van Hilten 2 december 2008 Figi Zeist.
Actualiteitsseminarie De zaak Bernard TMC Asser Instituut, Den Haag, 28 mei 2010.
Hoofdstuk 8 Btw-reglementering.
OVERHEID EN BTW Drs. P.C.J. Oerlemans.
Ondernemer in de btw René N.G. van der Paardt.
12 sept 2013 Bodegraven 1. 2  vooraf lezen: 1Kor.7:12 t/m 24  indeling 1Korinthe 7  1 t/m 9: over het huwelijk  10 t/m 16: over echtscheiding  16.
Programma voor vandaag
Interstedelijk Debat 26 februari 2015 Tilburg Belastingharmonisatie in de EU; een sluimerend proces? Prof. mr. Frank Pötgens.
30 maart 2015Omdat uw expertise verder reikt1. Starten als huisarts Ellen Verhavert Starten als huisarts Ellen Verhavert
Samenwerking bij tandartsen algemene inleiding en situering van de huidige situatie. Paul De Hondt Stafmedewerker STV-Innovatie & Arbeid.
28 november 2013 Bodegraven 1. 1Korinthe Dit is hun overkomen tot een voorbeeld voor ons en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie.
Hoofdstuk 14 Openbare aanbestedingen. (2/11) Van openbare aanbesteding is sprake wanneer: een overheidsinstantie aan een particulier een bepaalde opdracht.
Europees Recht mr. dr. Erwin Nijkeuter / mr. S.M. Groot Koerkamp
BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE Vereniging voor Belastingwetenschap 2015.
HET HVJ EN DAY-TO-DAY BTW Prof.dr. Redmar Wolf. © 2012 Baker & McKenzie 2.
GOED KOOPMANSGEBRUIK QUO VADIS?
Preventief toezicht Gemeente Delft.
MISBRUIK VAN RECHT Een nationaal, internationaal en unierechtelijk perspectief Mark Nieuweboer 12 mei 2016 Vereniging voor Belastingwetenschap 2016.
MISBRUIK VAN RECHT Een nationaal, internationaal en unierechtelijk perspectief Discussiebijdrage Koen Verburg 12 mei 2016 Vereniging voor Belastingwetenschap.
MISBRUIK VAN RECHT Een nationaal, internationaal en unierechtelijk perspectief Bespreking Rapport Commissie Misbruik van recht Amsterdam, 12 mei 2016.
Grenswerkers in Europa Een onderzoek naar fiscale,
Software en het Weens Koopverdrag
Transcript van de presentatie:

GFE/CCCTB P.H.M. Simonis 25 november 2008

Lopende zaken: 43484 en 08/900 Territorialiteit als onderscheidend criterium Rechtvaardigingsgronden Filialisering of objectvrijstelling Enkele praktische punten Literatuur EU-brede initiatieven: verliesverrekeningsrichtlijn CCCTB

HR 11.07.08, nr. 43 484 NLBV FE per 19.09.2003? Verzoek 19.12.2003 Afwijzing inspecteur in beroep tegen afwijzende FE-beschikking Rb: niet strijdig met artikel 43 Sprongcassatie A-G Wattel 04.07.07 HR: prejudiciële vraag 100% -/- Belg. NV Moet artikel 43 EG in verbinding met artikel 48 EG aldus worden uitgelegd dat dit artikel eraan in de weg staat dat een nationale regeling van een lidstaat zoals omschreven in onderdeel 3.4 van dit arrest, volgens welke regeling een moedervennootschap en haar dochtervennootschap ervoor kunnen kiezen dat de belasting van hen wordt geheven bij de in die lidstaat gevestigde moedervennootschap alsof er een belastingplichtige is, die keuzemogelijkheid voorbehoudt aan vennootschappen die voor de belasting van hun winst zijn onderworpen aan de fiscale jurisdictie van de betrokken lidstaat?

nr. 08/900 FE beschikking 26.05.04 m.i.v. 01.01.02 tot inwerkingtreding herziening FE (01.01.03). Beheer BV wil verlies van J GmbH ook in 2003 aftrekken en procedeert tegen de aanslag waarin geen verliesverrekening is toegestaan Rb: niet in strijd met artikel 43 Sprongcassatie A-G Wattel 11.09.08: Gezien de zaken Marks & Spencer II, Columbus Container Services, Deutsche Shell en Lidl Belgium, acht ik het een acte clair dat het EG-recht in casu niet tot verliesoverbrenging verplicht, nu geen lokale verdamping dreigt. Beheer BV 100% -/- J. GmbH

Wat is het wezen van de FE Rechtsvormneutraliteit tussen NL v.i. en NL dochter? Consolidatie van aan Nederland ter heffing toegewezen objecten?

Territorialiteitsbeginsel als onderscheidend criterium Soevereiniteit op het gebied van directe belastingen Consequente uitwerking van territorialiteit (heffing uitsluitend over objecten binnen landsgrenzen?). Leidt tot spanning met gemeenschappelijke markt Gelijke gevallen? HvJ EG: binnenlandse en buitenlandse situatie zijn gelijke gevallen. Correctief in het snel aannemen van een rechtvaardigheidsgrond?

Rechtvaardigingsgronden Dwingende redenen van algemeen belang Geschikt Proportioneel Voor grensoverschrijdende verliesverrekening: evenwichtige verdeling van heffingsbevoegdheid risico van dubbele verliesverrekening Belastingontwijking Is de enkele kans dat deze situatie zich zou kunnen voordoen, zonder dat enige aanwijzing bestaat dat het zich i.c. zal voordoen, voldoende om een rechtvaardigingsgrond aan te nemen? Verplicht het proportionaliteitsbeginsel een lidstaat flankerende regelgeving in te voeren dusdanig dat een rechtvaardigingsgrond niet langer van toepassing is? Is het feit dat in bestaande regelgeving de bezwaren goeddeels worden ondervangen, reden om geen rechtvaardigingsgrond aanwezig te achten?

Filialisering of objectvrijstelling In 43 484 gaat HR hier nauwelijks op in. BNB 1998/331 Hof: en AG: geen FE HR: wel FE, A BV is voor de toepassing van de NL wet in NL gevestigd. Verdragsartikel (feitelijke leidingplaats is vestigingsplaats) is slechts van belang voor het verdrag. NLBV FE-beschikking afgegeven artikel 2(4) gold nog voor de FE 100% A BV VK -/-

BNB 1998/47 NLBV B BV is op grond van NL wet inwoner 100% B BV Ierland -/-

Wattel: 7.19 Ik benadruk nogmaals dat het in casu gaat om een niet naar Nederlands recht opgerichte vennootschap, waarop uw arresten HR BNB 1988/331 en HR BNB 1998/47 (grensoverschrijdende fiscale eenheid) niet zagen en ter zake waarvan ‑ indien het EG-recht zou verplichten tot hun voeging ‑ de wetgever nog een standpunt zou moeten innemen met betrekking tot onderwerping. Zoals boven uit de rechtspraak van het HvJ EG is afgeleid, staat het de nationale wetgever vrij daarbij zijn keuze te bepalen op de objectvrijstelling in plaats van da belastingvrijstelling. Het is mijns inziens niet aan de rechter om aan die keuze in de weg te staan door te veronderstellen dat de wetgever ‑ zou hij erop bedacht zijn geweest dat het EG-recht mogelijk tot voeging zou dwingen ‑ voor belastingvrijstelling zou hebben gekozen. Uit de herziening van het fiscale-eenheidsregime per 2003 volgt immers dat de wetgever buitenlandse resultaten van buitenlandse dochters juist niet heeft willen consolideren, dus niet in het Nederlandse object van heffing (bij de moeder) heeft willen betrekken, óók niet indien zij naar Nederlands recht opgericht zijn, zodat ook niet gesproken kan worden van discriminatie naar oprichtingsrecht.

Gevolg van voeging: Filialisering met belastingvrijstelling of objectvrijstelling? herwaardering bij voeging op grond van totaalwinst, bij ontvoeging herwaarderen (13c?) integraal consolideren (ook Intragroep rentevorderingen uit eigen middelen) Intragroep overdrachten: negeren of ALP

Praktijk Opzet via NL FE gevoegde SPC's met buitenlandse v.i.'s of hybride structuren Voeging bestaande verliesgevende dochters bij herwaardering (step down) bij voeging leidt tot beperking van buitenlandse verliesneming Nieuw verworven dochters: waardering aandelen gegeven, PPA voorhanden.

Standpunten literatuur m.b.t. G FE Kok: vanwege het verschil in onderworpenheid (een binnenlands lichaam is volledig onderworpen, een buitenlands lichaam niet) betreft de vergelijking van een buitenlandse dochtermaatschappij ten opzichte van een binnenlandse dochtermaatschappij geen gelijke gevallen, zodat van een belemmering geen sprake is. Meussen: nutteloze procedure, HR had geen prejudiciële vragen hoeven te stellen, doch had zelfstandig tot het ontbreken van strijd met het EG-recht kunnen beslissen; Wattel: EG recht dwingt althans voor wat betreft de grensoverschrijdende verrekening van niet verdampte verliezen, niet tot extra territoriale jurisdictie-uitbreiding tot niet onderworpen/objecten, zelfs niet bij personen die op zichzelf volledig subjectief belastingplichtig zijn. Indien andere voordelen van de fiscale eenheid in het geding zijn (intragroep prestaties) ligt dat wellicht anders. Nijkeuter: Nu de Hoge Raad heeft bepaald dat de voeging van een niet belastingplichtige buitenlandse dochtermaatschappij leidt tot de aanwezigheid van een vaste inrichting vanuit Nederlands perspectief, lijkt er geen belemmering te zijn voor grensoverschrijdende verliesverrekening door middel van een grensoverschrijdende fiscale eenheid." Engelen: vraagt zich af of verenigbaarheid van NL FE-regeling met EG-recht inderdaad een acte clair is. De hamvraag lijkt uiteindelijk te zijn: wat zijn de gevolgen indien een EG-dochter zou worden opgenomen in een Nederlandse fiscale eenheid op basis van de Nederlandse nationale wet en het belastingverdrag? (filialisering of objectvrijstelling)

Grensoverschrijdende verliesverrekening: EU-brede aanpak? Toewijzing GFE roept nieuwe vragen op. EU-brede aanpak te verkiezen Verliesverrekeningsrichtlijn CCCTB

Com/1990/595 Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende een regeling voor het in rekening brengen door ondernemingen van de verliezen van hun in andere lidstaten gevestigde vaste inrichtingen en dochterondernemingen. - verliesneming naar rato van het aandelenbezit in de dochter - verlies berekend naar de grondslag geldend in de lidstaat van vestiging van de dochter - inhaal bij latere winst dochter en (optioneel) na verloop van 5 jaar. 2001 Rapport Naar een interne markt zonder belastingbelemmeringen; een strategie voor het verschaffen van een geconsolideerde heffingsgrondslag aan ondernemingen voor vennootschapsbelasting op hun activiteiten in de gehele EU teneinde o.m. te bewerkstelligen dat verrekening en alomvattende consolidatie van winsten en verliezen op EU-basis mogelijk zullen worden. Intrekking voorstel verliesverrekeningsrichtlijn 2001 "omdat de Commissie thans een andere aanpak volgt".

In WP 057 par. 87 en 88 i. Vp 1 Niet EU ii. Vp 1 Niet EU iii. Vp 1 EU groep v.i. EU Vp 3 EU groep Vp 3 EU groep iv. Vp 1 Niet EU v. Vp 1 Niet EU v.i. EU 2 v.i. EU 3 v.i. EU 3 Vp 2 EU groep groep

Kenmerken: uniforme basis en “permanente” verrekening bezitstoets relatief soepel in vergelijking tot NL FE bij optie voor CCCTB (>5 jaar) is consolidatie verplicht indien aan bezitseis wordt voldaan geconsolideerd verlies is combinatieverlies dat niet aan afzonderlijke lidstaten wordt toegerekend geen carry back, onbeperkte carry forward intragroepprestaties: ignore completely ignore but recording cost included in each company and netted off when consolidated

WP 057 bevat globale regeling WP 057 bevat globale regeling. EC zal inmiddels een nader uitgewerkt voorstel hebben Talloze vraagpunten: • voeging/ontvoeging • anti-misbruikbepaling • verdeling combinatieresultaat over lidstaten/entiteiten Soevereiniteit lidstaten in belastingzaken Uitvoeringsproblematiek