Gezondheidsdoelstellingen in Vlaanderen: een stand van zaken Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Inhoud Gezondheidsdoelstellingen: algemene principes Stand van zaken per gezondheidsdoelstelling Wat zijn gezondheidsdoelstellingen? Instrumenten waarmee we het preventieve gezondheidsbeleid kunnen aansturen en prioritieten kunnen leggen Werken met gezondheidsdoelstellingen is een internationale standaard Doelstelling die specifiek toespitsen op één belangrijk thema die meetbare resultaten beogen en waarvan we dus ook de vooruitgang en het uiteindelijke slagen of falen objectief kunnen vaststellen in de cijfers Die algemeen aanvaard zijn, ook internationaal zodat er maatschappelijk, politiek en wetenschappelijk draagvlak voor bestaat Met een timign en deadline erop
Gezondheidsdoelstellingen Instrument om specifieke prioriteiten te stellen in het preventieve gezondheidsbeleid Internationale werkwijze Meetbare, algemeen aanvaarde en realistische doelstellingen die binnen een bepaalde periode gerealiseerd moeten worden. Wat zijn gezondheidsdoelstellingen? Instrumenten waarmee we het preventieve gezondheidsbeleid kunnen aansturen en prioritieten kunnen leggen Werken met gezondheidsdoelstellingen is een internationale standaard Doelstelling die specifiek toespitsen op één belangrijk thema die meetbare resultaten beogen en waarvan we dus ook de vooruitgang en het uiteindelijke slagen of falen objectief kunnen vaststellen in de cijfers Die algemeen aanvaard zijn, ook internationaal zodat er maatschappelijk, politiek en wetenschappelijk draagvlak voor bestaat Met een timing en deadline erop
Gezondheidsdoelstellingen: specifiek 6 thema’s Alcohol, tabak en drugs (2009-2015) Infectieziekten en vaccinaties (1998-2002) Borstkankeropsporing (2006-2012) Ongevallenpreventie (1998-2002) Voeding en beweging (2009-2015) Zelfdoding (in uitwerking: 2012-2020) Momenteel hebben we 6 gezondheidsdoelstellingen. Sommige lopen nog, sommige zijn afgelopen en zullen worden vernieuwd, andere, zoals de doelstelling rond zelfdoding, zijn nog maar net vernieuwd
Gezondheidsdoelstellingen: prioritair Internationale evidentie (WHO) Relatie met de belangrijkste doodsoorzaken Behalen van maximale gezondheidswinst op bevolkingsniveau Kosteneffectiviteit Internationaal: gestart in 1998 op aanbeveling van de WHO VN resolutie A/66/L1: tegen 2013 nationale plannen voor de preventie en controle van niet-overdraagbare aandoeningen Nieuwe WHO targets: 10 targets tegen 2025. O.a tabak, alcohol, zoutinnamen, obesitas, bloeddruk, kankerpreventie … In de keuze van onze gezondheidsdoelstellingen, m.a.w. in de keuze van onze prioritieten in het preventieve gezondheidsbeleid laten we ons leiden door een aantal belangrijke criteria: We kijken naar wie de grootste doders zijn in Vlaanderen – wat zijn de belangrijkste doodsoorzaken waar we met preventie iets aan kunnen doen En met welke keuzes kunnen we met de beschikbare altijd beperkte middelen zo veel mogelijk gezondheidswinst halen, waarmee we bedoelen, de levenskwaliteit en levensduur van de bevolking verhogen
Gezondheidsdoelstellingen: prioriteiten Belangrijkste doodsoorzaken Gezondheidsdoelstellingen: prioriteiten We zien hier de belangrijkste doodsoorzaken voor de verschillende leeftijdscategorieën in Vlaanderen, en dan zien we dat de gezondheidsdoelstellingen daarop inspelen: suïcide, ongevallen, longkanker, wat gerelateerd is aan roken, ischemische hartziekten, wat gerelateerd is aan voeding en beweging, borstkanker.
Gezondheidsdoelstellingen: algemeen aanvaard Gezondheidsconferentie Op wetenschappelijke basis In overleg met deskundigen en sectoren Gezondheidseconomische toets Preventiestrategieën De manier waarop ze tot stand komen, maakt dat ze algemeen aanvaard zijn. Aan elke gezondheidsdoelstelling gaat een gezondheidsconferentie vooraf Een gezondheidsconferentie brengt verschillende deskundigen rond een gezondheidsprobleem samen met het oog op het formuleren van een voorstel van doelstelling en de wetenschappelijk onderbouwde preventiestrategieën om de doelstelling te realiseren. De gezondheidsconferentie heeft daarbij ook de nodige aandacht voor de (financiële) middelen die nodig zijn om de doelstelling te realiseren.
Gezondheidsdoelstellingen: algemeen aanvaard Maatschappelijk draagvlak (SAR WGG) Politiek verankerd: preventiedecreet & goedkeuring Vlaamse Regering en Parlement Facettenbeleid: meer dan alleen gezondheidszorg Uitvoering via actieplannen Dat maakt dat de gezondheidsdoelstellingen een groot maatschappelijk draagvlak kennen. Na elke conferentie volgt ook een advies van de strategische adviesraad voor gezondheid en gezin. Ze zijn ook politiek verankerd: de gezondheidsdoelstelling zijn als instrument vastgelegd in het preventiedecreet en elke afzonderlijke doelstelling wordt nog eens goedgekeurd door de VR en het VP. Doordat ze algemeen aanvaard zijn, kunnen we ook en facettenbeleid rond voeren, niet alleen organisaties uit de gezondheidszorg werken mee aan het behalen van de gezondheidsdoelstellingen.
Gezondheidsdoelstellingen: stand van zaken Per gezondheidsdoelstelling: Formulering en periode Cijfers: monitoring, evolutie en evaluatie Preventiestrategieën en acties Bestede budgetten
GD tabak, alcohol en drugs (2009-2015) “Het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door tegen het jaar 2015 het gebruik van tabak, alcohol en illegale drugs terug te dringen." Algemene hoofddoelstellingen, onderverdeeld in meetbare subdoelstellingen
Stand van zaken jongeren GD tabak, alcohol en drugs (2009-2015) Stand van zaken jongeren Tabak: gebruik bij -16 blijft stabiel. Het aantal rokers van 15 jaar of jonger vertoont over de volledige periode lichte schommelingen rond een zelfde waarde. De dalende trend die was ingezet tussen 2000 en 2004 (van 17% naar 13.8%) is duidelijk gestopt. Alcohol: meeste succes is geboekt rond het alcoholgebruik. De gezondheidsdoelstelling is daar gehaald (huidig percentage is 19,1% - streefdoel voor 2015 is 20%). De daling is vooral uitgesproken bij de jongste groep, de jongeren tussen 12 en 14, wat een goede zaak is Illegale drugs (vooral cannabis): na een daling tussen 2004 en 2005, en een stabiele periode tussen 2006 en 2008, er nu toch sprake lijkt te zijn van een lichte stijging
Stand van zaken volwassenen GD tabak, alcohol en drugs (2009-2015) Stand van zaken volwassenen Conclusie: roken, bingedrinken, en overmatig drinken bij mannen is aanzienlijk gedaald. Bij overmatig drinken bij mannen is de gezondheidsdoelstelling zelfs al gehaald. Aandachtspunt: Overmatig drinken bij vrouwen Omdat we maar beschikken over 2 meetpunten, en de bevragingen zijn gebeurd voor de financieel-economische crisis, is het te vroeg om verregaande conclusies te trekken. Een volgende bevraging (in 2012) zal waarschijnlijk duidelijker maken of deze verschillen echte trends zijn. Alleszins moet bekeken worden hoe we extra aandacht kunnen besteden aan overmatig drinken bij vrouwen, en cannabisgebruik bij jongvolwassenen.
GD tabak, alcohol en drugs (2009-2015) Actieplan Uitbreiding capaciteit voor meer en betere preventie, rookstop en vroeginterventie alcohol en drugs Extra aandacht voor bereik van specifieke doelgroepen, o.a. mensen met lage sociaal economische status vrouwen en alcohol illegale drugsgebruikers
GD tabak, alcohol en drugs (2009-2015) Budget voor projecten Jaren van toewijzing: budgetten kunnen over meerdere jaren lopen Jaarlijks budget wordt stapsgewijs opgetrokken tot 2.000.000 euro extra per jaar in 2015. Budget voor 2012 = 1.400.000 euro. De bedragen zijn vastleggingskredieten. Kredieten die gaan naar ad-hoc projecten. Structurele subsidies voor partnerorganisaties die hierrond werken, zijn hier niet inbegrepen. Bv. VAD, spuitenruil, logo’s, vigez. Verklaring terugval: dit zijn vastleggingskredieten: uitbetaling van de kredieten loopt over meerdere jaren: geld van 2008 wordt dus nog uitgegeven in 2009, 2010 enz.
GD infectieziekten en vaccinaties (1998-2002) “In het jaar 2002 moet de preventie van infectieziekten op significante wijze worden verbeterd, met name door het verder verhogen van de vaccinatiegraad voor aandoeningen als polio, kinkhoest, tetanus, difterie, mazelen, bof en rubella.” Deze is eigenlijk achterhaald een verlenging en herformulering met de gezondheidsconferentie vaccinaties die in april 2012 zal plaatsvinden en momenteel voorbereid wordt, De kern van de strategie is samen te vatten in vier punten: gratis ter beschikking stellen van vaccins voor het vaccinatieprogramma; gebruik maken van een breed veld aan vaccinatoren met zowel gratis aangeboden gestructureerde preventiediensten (K&G; CLB) als individuele zorgverstrekkers (huisartsen, pediaters); een wetenschappelijke onderbouwing (Hoge Gezondheidsraad, Wereldgezondheidsorganisatie,…) en evaluatie (periodieke coveragestudies volgens WGO-methodologie); het gebruik van Vaccinnet stimuleren als elektronisch bestelsysteem en het registreren van vaccinaties om de impact van het vaccinatieprogramma beter te kunnen opvolgen.
Sedert 1998… Andere vaccins: GD infectieziekten en vaccinaties (1998-2002) Sedert 1998… Andere vaccins: acellulaire pertussisvaccins i.p.v. whole cell geïnactiveerde poliovaccins i.p.v. orale levende overgang naar combinatievaccins (minder prikjes) Toegevoegde vaccins in het vaccinatieprogramma: Hepatitis B Haemophilus influenzae type b (in combinatie) Meningokokken van serogroep C Pneumokokken Kinkhoestvaccinatie voor kinderen en adolescenten HPV voor meisjes Seizoensgriep voor residenten WZC Vaccinatiebeleid: zeer succesvol. Permanent bijgestuurd aan nieuwe ontwikkelingen.
GD infectieziekten en vaccinaties (1998-2002) Vaccinatieschema 2012
Gezondheidsconferentie vaccinaties 2012 GD infectieziekten en vaccinaties (1998-2002) Gezondheidsconferentie vaccinaties 2012 Gezondheidsconferentie vaccinaties: zaterdag 21 april 2012 (start Europese Vaccinatieweek) Congres en Erfgoedcentrum Lamot - Mechelen Voorbereid in de loop van 2011 en terugkoppeling van voorbereide documenten met het werkveld en geïnteresseerden in januari 2012. Info en voorbereidende documenten op de website: www.gezondheidsconferentie-vaccinaties.be
Vaccinatiegraad baby's GD infectieziekten en vaccinaties (1998-2002) Vaccinatiegraad baby's De gegevens uit de vaccinatiegraadstudie van 2008 bij jonge kinderen tonen dat de huidige vaccinatiegraad voor alle aanbevolen vaccins boven het streefdoel van 95% ligt, behalve voor de toen pas algemeen gestarte vaccinatie tegen pneumokokken. Er werden geen significante verschillen in vaccinatiegraad vastgesteld tussen de verschillende provincies. Met deze vaccinatiegraad bij jonge kinderen behoort Vlaanderen tot de koplopers in Europa. In 2012 wordt een nieuwe vaccinatiecoveragestudie in Vlaanderen uitgevoerd. Gegevens uit de vaccinatiegraadstudie 2008 geen significante verschillen tussen de verschillende provincies
Vaccinatiegraad adolescenten GD infectieziekten en vaccinaties (1998-2002) Vaccinatiegraad adolescenten HPV: Er wordt geschat dat 85-90% van de meisjes in het eerste jaar S.O. ingaan op het aanbod en minstens één dosis gekregen hebben. Naar schatting 80-83% van de meisjes in het eerste jaar S.O. heeft een volledige vaccinatie met 3 dosissen gekregen. Meer concrete cijfers zullen we hebben op het einde van het jaar als de resultaten van de vaccinatiegraadstudie bekend zijn Voor het eerste jaar vaccinatie tegen HPV (1ste jaar S.O. 2010-2011): 85-90% van de meisjes kreeg minstens 1 dosis HPV-vaccin 80-83% werd volledig gevaccineerd met 3 vaccins
Meningokokkenvaccinatie: impact op de epidemiologie GD infectieziekten en vaccinaties (1998-2002) Meningokokkenvaccinatie: impact op de epidemiologie 2001: epidemische toename invasieve infecties door groep C meningokokken Beslissing te vaccineren: Campagne met catch-up 1-18 jarigen Systematische vaccinatie op de leeftijd van 1 jaar sedert 2002 Resultaat: Slechts sporadisch nog groep C meningokokkeninfecties Geen invasieve meningokokken C infecties meer bij kinderen en jongeren
Meningokokkeninfecties GD infectieziekten en vaccinaties (1998-2002) Meningokokkeninfecties
Totale aankoopkost vaccins GD infectieziekten en vaccinaties (1998-2002) Totale aankoopkost vaccins Cijfers 2011 nog voorlopig HPV vaccinatie en seizoensgriep pas in 2010 gestart Toename in kostprijs hexavalent (DTP-IPV-Hib-HBV) vanaf 2009: hogere kostprijs in overheidsopdracht
Aankoopkost vaccins aandeel Vlaams budget GD infectieziekten en vaccinaties (1998-2002) Aankoopkost vaccins aandeel Vlaams budget Cijfers 2011 nog voorlopig Geen medefinanciering door het RIZIV voor volwassenenvaccins tegen difterie en tetanus en voor vaccins tegen seizoensgriep voor woonzorgcentra
GD borstkankeropsporing (2006-2012) “Tegen 2012 verloopt het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker bij vrouwen van 50 tot en met 69 jaar doelmatiger, d.w.z. voldoende vrouwen nemen deel, meer kankers worden tijdig gevonden en er gebeuren zo weinig mogelijk overbodige onderzoeken.” Eind 2012 loopt de gezondheidsdoelstelling borstkankeropsporing af. Een evaluatie is voorzien in 2013, een hernieuwing in 2014.
GD borstkankeropsporing (2006-2012) Concreet betekent dit: dat ten minste 75% vrouwen uit de doelgroep deelnemen aan het bevolkingsonderzoek; dat meer kankers tijdig gevonden worden, d.w.z. dat bij een eerste screening ten minste 25% en bij een vervolgscreening 30% van de gevonden (invasieve) kankers kleiner is dan 1 centimeter; dat het aantal verwijzingen van deelnemende vrouwen niet meer bedraagt dan 5%, zodat zo weinig mogelijk overbodige onderzoeken gebeuren.
Stand van zaken deelnamegraad GD borstkankeropsporing (2012-2020) Stand van zaken deelnamegraad de doelstellingen 2 en 3 (kankers vinden en verwijzingen beperken) zijn bereikt. De eerste doelstelling, nl. voldoende vrouwen nemen deel, blijft een probleem. Eén van de gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse overheid is om tegen 2012 een participatie van minstens 75% te halen. Voor de periode 2009-2010 werd een participatie van 48,6% gehaald. Een groot deel van de vrouwen uit de doelgroep wordt dus nog steeds niet of niet regelmatig (binnen de twee jaar) bereikt. In de afgelopen jaren is er een geleidelijke stijging van de globale 2-jaarlijkse participatie, maar deze stijging stagneert sinds 2006-2007. De participatie nam slechts zeer beperkt toe in 2009-2010 (0.3%) ten opzichte van de voorgaande twee jaar terwijl dit in de beginjaren nog 4% en 5% was. Antwerpen, West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen kennen voor het eerst een kleine daling (max. 0,5%) in de participatiecijfers tegenover de cijfers van 2008-2009. Vlaams-Brabant heeft de hoogste stijging van de vijf Vlaamse provincies tegenover 2008-2009. Limburg heeft de hoogste deelnamegraad en Vlaams-Brabant de laagste. Verschillende mogelijke verklaringsfactoren (kansarmoede, verstedelijking) die deze participatiecijfers beïnvloeden, maar een belangrijke reden die ook in 2010 een grote rol blijft spelen is dat een deel van de screening als diagnostische mammografieën worden geregistreerd en dus niet meetellen in de participatiecijfers. Als deelname via het diagnostische circuit wordt meegeteld zou de dekkingsgraad het streefdoel veel dichter benaderen (ongeveer 65% participatie). Ook zouden sommige regionale verschillen in participatie veel kleiner zijn. Vooral in stedelijke gebieden wordt dit diagnostische circuit nog veel gebruikt
Stand van zaken deelnamegraad GD borstkankeropsporing (2012-2020) Stand van zaken deelnamegraad Verschillen binnen de provincies Vaststellingen: Grote steden en hun randgebied: lagere participatie Noord-Limburg: hoogte deelnamegraad Vlaams-Brabant: Brusselse rand verbergt hoge participatie in het Leuvense Kaarten per provincie beschikbaar
Budget GD borstkankeropsporing (2012-2020) In miljoenen, blijft al bij al vrij constant. Voor de centra voor borstkankeropsporing en consortium
GD ongevallenpreventie (1998-2002) "In het jaar 2002 moet het aantal dodelijke ongevallen in de privésfeer en in het verkeer afnemen met 20%" Focus op valpreventie bij ouderen In afwachting van een verlenging of herformulering blijft deze doelstelling van kracht. Vallen: ongeveer een derde van de niet-vervoersongevallen komt door vallen Cijfers 2009: 1.423 totaal aantal sterftes ongevallen (zonder vervoersongevallen) 551 totaal aantal sterfgevallen door vallen (niet alleen ouderen) 428 sterfgevallen door vallen bij 65+’ers
Valpreventie stand van zaken GD ongevallenpreventie (1998-2002) Valpreventie stand van zaken Mannen (65+) Vrouwen (65+) Aantal overlijdens Gestandaardiseerd aantal overlijdens Startcijfer (1998) 147 222,62 242 193,98 Huidig cijfer (2009) 191 218,46 237 151,77 Doelstelling (-20%) 118 178 194 155 Ongeveer een op de drie 65-plussers valt minstens een keer per jaar. 10 à 15% loopt daarbij ernstige letsels op, zoals een heupbreuk of een hoofdtrauma. Ook mentaal is vallen zwaar: verlies van zelfvertrouwen, depressie, sociaal isolement en grotere zorgafhankelijkheid behoren tot de vele gevolgen. even een vergelijking: De kans op vallen bij ouderen is bijna tien keer groter dan de kans op een verkeersongeval, en de kans op hospitalisatie is na een val tweemaal zo groot in vergelijking met een verkeersongeval
Valpreventie vrouwen (65+) GD ongevallenpreventie (1998-2002) Voor vrouwen van 65+ Er blijft een regionale spreiding, die in de zorgregio Brusselse rand voor vrouwen significant hoger is
Actieplan Beheersovereenkomst met Expertisecentrum Val- en fractuurpreventie Vlaanderen in 2012-2016 Verschillende initiatieven sinds 2002: verstrekken van informatie en advies: www.valpreventie.be ontwikkelen van methodieken en materialen, o.a. draaiboek valpreventie, campagnes (www.vermijdvallen.be), week van de valpreventie in april 2012 ondersteunen van de implementatie van methodieken en materialen: referentiepersonen valpreventie, Logo's en SEL's Het EVV is ontstaan uit tal van Vlaamse projecten rond valpreventie bij thuiswonende ouderen. Om valincidenten bij thuiswonende en residentiële ouderen te voorkomen, werden vanaf 2002 reeds verschillende initiatieven in Vlaanderen opgestart. het verstrekken van informatie en advies: zowel rechtstreeks aan de ouderen en hun omgeving, als aan gezondheidswerkers www.valpreventie.be het ontwikkelen van methodieken en materialen: praktijkrichtlijnen voor thuiswonende en residentiele ouderen, draaiboek valpreventie, het organiseren van campagnes om bewustzijn bij ouderen en hun omgeving te verhogen: "Het autootje van je kleinzoon kan gevaarlijker zijn dan het verkeer", "Laat je niet vallen", de week van de valpreventie in april 2012 het ondersteunen van de implementatie van methodieken en materialen: onder meer door het inzetten van referentiepersonen valpreventie, het gebruiken van het netwerk van Logo's en SEL's om de praktijkrichtlijnen toe te passen bij ouderen met een verhoogd risico tot vallen
GD ongevallenpreventie (1998-2002) Budget Jaren van toewijzing: budgetten kunnen over meerdere jaren lopen € 269.717 € 254.317 € 174.986 € 177.631 € 136.000 In 2011 is 152.631 euro vastgelegd voor het Expertisecentrum Valpreventie Vlaanderen. Voor de subsidiëring van het project van vzw Oscare (website rond preventie van brandwonden) is 25.000 euro begroot. 2009: farmaka (tranquillizers rusthuizen, in kader van valpreventie): 136.000 euro Valpreventie: niets: zie 2008 2010: Vlaamse kruis: 60.000 (reanimatie-defibrillatie) loopt tot eind 2011 Valpreventie: 149.717 2011: Oscare (brandwonden) 25.000 Valpreventie: 152.631 Exclusief de middelen die door andere organisaties worden ingezet rond dit thema, waaronder de Logo’s, CLB, Kind en Gezin en VIGEZ.
GD voeding en beweging (2009-2015) “Het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door een stijging van het aantal mensen dat voldoende fysiek actief is, evenwichtig eet en een gezond gewicht nastreeft.” Algemene hoofddoelstellingen, onderverdeeld in 5 meetbare subdoelstellingen
GD voeding en beweging (2009-2015) Tegen 2015 stijgt het percentage personen dat voldoende fysiek actief is om gezondheidswinst te behalen met 10%punten; Tegen 2015 daalt het percentage sedentaire personen met 10% punten; Tegen 2015 stijgt het percentage moeders dat met borstvoeding start (gemeten op dag 6) van 64 naar 74% Tegen 2015 eten meer mensen evenwichtig overeenkomstig de aanbevelingen van de actieve voedingsdriehoek; Tegen 2015 blijft het percentage personen met een gezond gewicht minstens behouden;
Stand van zaken 25% 16% 15% 20% 64% 1% 53% 67% 45% 22% 17% 19% 68% - GD voeding en beweging (2009-2015) Stand van zaken Doelstelling 1: meer fysiek actief* Doelstelling 2: minder sedentair* Doelstelling 3: meer borstvoeding Doelstelling 4: groenten eten Doelstelling 5: gezond gewicht mannen vrouwen mannen en vrouwen rouwen Startcijfer (2004) 25% 16% 15% 20% 64% 1% 53% 67% Huidig cijfer (2008) 45% 22% 17% 19% 68% - 48% 61% Doelstelling (2015) 35% 26% 5% 10% 74% 11% * Cijfers gewijzigd t.a.v. het actieplan, maar wel gebaseerd op de gezondheidsenquête Alle cijfers komen van de gezondheidsenquêtes 2004 en 2008, behalve borstvoeding: cijfers komen van Kind en gezin. (Kind in vlaanderen 2010) Voor groenten: De bevraging in de gezondheidsenquête is niet voldoende gedetailleerd (en spreekt maar over 200 g groenten per dag) Volgende gezondheidsenquête: 2012
Preventiestrategieën GD voeding en beweging (2009-2015) Preventiestrategieën Gezond bewegen en evenwichtiger eten in de lokale gemeenschap Gezond bewegen en evenwichtiger eten bij kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar Gezond bewegen en evenwichtiger eten op school Gezond bewegen en evenwichtiger eten bij de werkende bevolking Een beter ondersteuningsaanbod voor zorgverstrekkers Gezond bewegen en evenwichtiger eten bevorderen via informatie en communicatie Acties per strategie: S1: Lokale gemeenschap: 10.000 stappen (laagdrempelig project dat beweging in de dagdagelijkse activiteiten wil integreren); projectoproep ‘armoede in beweging’ waarbij een oproep gelanceerd werd naar projecten die beweging bij de kansarmen stimuleert. S2: Kinderen en jongeren 0-18j: E-educatie tool dat ontwikkeld zal worden door VIGEZ – VAD en UGent, waarin d.m.v. een interactieve website opvoedingsondersteuning wordt gegeven aan ouders. Hier zullen de thema’s voeding en beweging en Tabak, alcohol en drugs aan bod komen S3: op school: Tutti Frutti: wekelijks een stukje groenten en fruit samen eten in de klas S4: werkende bevolking: Jobfit: integraal project dat binnen de Agoria bedrijven streeft naar een gezondheidsbeleid voor voeding en beweging. Het zet in op een afstemming tussen vraag en aanbod. S5: zorgverstrekkers: de organisatie Eetexpert bundelt alle aanbevelingen omtrent voeding, beweging en sedentair gedrag in een integraal document met hierbij praktische richtlijnen S6: informatie en communicatie: te verwachten communicatieplan
GD voeding en beweging (2009-2015) Budget voor projecten Jaren van toewijzing: budgetten kunnen over meerdere jaren lopen € 1.771.836 € 1.185.743 € 1.013.540 € 896.624 De bedragen zijn vastleggingskredieten. Kredieten die gaan naar ad-hoc projecten. Structurele subsidies voor partnerorganisaties die hierrond werken, zijn hier niet inbegrepen. waaronder de Logo’s, CLB, Kind en Gezin, Domus Medica, Nice, ziekenfondsen en VIGEZ De piek in 2010 voor het vastleggingskrediet van 2010 is gevolg van de opstart van drie relatief ‘grote’ projecten die lopen over een lange termijn: Monitoring en evaluatie van het actieplan (245.000 euro) Bewegingsbeleid kansarmen = oproep ‘armoede in beweging’ (375.000 euro) Voedings- en bewegingsbeleid in kleine gemeenten (500.000 euro) € 130.000
GD Suïcidepreventie (2012-2020) “Het aantal zelfdodingen zal met 20 % dalen tegen 2020, en dit ten opzichte van het jaar 2000.” Vorige doelstelling: “De sterfte door zelfdoding bij mannen en vrouwen moet tegen 2010 verminderd zijn met 8% ten opzichte van 2000”. afgesproken op de gezondheidsconferentie Suïcidepreventie van 17 december 2011 Voor de evaluatie en stand van zaken kijken w eno even teurg naar de vorige doelstelling
Stand van zaken aantal suïcides GD Suïcidepreventie (2012-2020) Stand van zaken aantal suïcides Mannen Vrouwen Aantal overlijdens Gestandaardiseerd aantal overlijdens Startcijfer (2000) 843 880 331 324 Huidig cijfer (2009) 792 764 310 289 Vorige doelstelling (-8 %) 776 810 305 298 Nieuwe doelstelling (-20 %) 674 704 265 260 In 2009 bleek het aantal zelfdodingen bij mannen en vrouwen, ieder 6 % lager dan in 2000 (792 bij mannen, 310 bij vrouwen) In absolute cijfers is de gezondheidsdoelstelling daarmee niet gehaald. Wanneer rekening gehouden wordt met de samenstelling van de bevolking (concreet de veroudering van de bevolking), en wij kijken naar de gestandaardiseerde cijfers, dan zien we dat de gezondheidsdoelstelling wel gehaald werd: In 2009 waren er 13 % minder zelfdodingen bij mannen en 11 % bij vrouwen ten opzichte van 2000. rekening houden met de samenstelling van de bevolking (standaardiseren) betekent in dit geval vooral rekening houden met het feit dat de bevolking verouderd. Oudere mensen (75+) vormen een kwetsbare groep voor suïcide, suïcide komt er vaker voor: vandaar dat bij een verouderende bevolking zoals in Vlaanderen het absolute aantal minder snel daalt dan het gestandaardiseerde aantal. (opmerking: in 2009 blijkt het aantal zelfdodingen te zijn gestegen ten opzichte van 2008: + 7% bij mannen, +5 % bij vrouwen, beide gestandaardiseerd).
Spreiding suïcides per regio GD Suïcidepreventie (2012-2020) Spreiding suïcides per regio We zien bij vrouwen dezelfde gradiënt van west naar oost. Een juiste verklaring hiervoor is er niet. Diverse onderzoeken geven verschillende factoren aan. Vermoedelijk speelt ouderdom, eenzaamheid en armoede een rol, maar volledig consistent zijn de gegevens niet.
Aantal suïcidepogingen GD Suïcidepreventie (2012-2020) Aantal suïcidepogingen Event-based rate-evolutie suïcidepogingen per 100.000 inwoners in Vlaanderen, 1999-2010 Het aantal suïcidepogingen daalde in 2010 met 7,3 % ten opzichte van 2009. In 2010 bedroeg het aantal suïcidepogingen per 100.000 inwoners in Vlaanderen 153 pogingen (165/100.000 in 2009). Er waren in 2010 per 100.000 inwoners 150 personen dieeen poging ondernamen (160/100.000 in 2009). Veel meer vrouwen dan mannen (ratio 1,5:1) doen een poging tot zelfdoding, terwijl meer mannen dan vrouwen overlijden door zelfdoding. De man-vrouw ratio was in 2009 identiek.
Preventiestrategie nieuwe GD GD Suïcidepreventie (2012-2020) Preventiestrategie nieuwe GD Geestelijke gezondheidsbevordering met betrekking tot individu en maatschappij Suïcidepreventie door laagdrempelige telefonische en online hulp Bevorderen van deskundigheid en netwerkvorming bij intermediairs Strategieën voor specifieke risicogroepen Algemene aanbevelingen voor suïcidepreventie en implementatie van een multidisciplinaire richtlijn suïcidaal gedrag met aandacht voor ketenzorg Voor de realisatie van de nieuwe gezondheidsdoelstelling werden vijf preventiestrategieën voorgesteld. Nieuw hierbij is vooral de aandacht voor specifieke risicogroepen en de strategie voor het opstellen van algemene aanbevelingen voor suïcidepreventie. Uit cijfers in Vlaanderen blijkt dat volgende “kwetsbare” groepen een verhoogde kwetsbaarheid hebben om suïcidaal gedrag te ontwikkelen: personen met een psychiatrische stoornis: stemmingsstoornissen, middelenmisbruik, psychotische stoornis, persoonlijkheidsstoornissen, eetstoornissen; nabestaanden; omgeving van suïcidale personen; leeftijdscategorieën: ouderen (75-plussers), mannen 35-45 jaar, jongeren en vooral jonge meisjes (15-19 jaar); gedetineerden; kansarmen; holebi’s en transgenders Voorbeelden van acties per strategie: 1 geestelijke gezondheidsbevordering, met betrekking tot individu en maatschappij: In afwachting van een nieuw actieplan gaan we in ieder geval door met Fit In Je Hoofd, NokNok en de Goedgevoelstoel. Nieuwe acties zullen zich richten tot het tegengaan van stigma, het meer bespreekbaar maken van geestelijke gezondheidsproblemen en de drempel naar hulp zoeken verlagen. Laagdrempelige telezorg en online hulp: in afwachting van… in ieder geval de zelfmoordlijn, chatfaciliteiten voor jongeren en ASPHA, de advieslijn suïcidepreventie voor huisartsen. deskundigheidsbevordering: de CGG suïcidepreventiewerking staat in voor een uitgebreid aanbod aan vormingen aan hulpverleners bv: huisartsen, brandweer, politie, thuiszorg, etc strategie voor specifieke risicogroepen: hieronder valt de huidige integrale zorg voor suïcidepogers, waarvoor de minsiter een oproep lanceerde om een organisatie met terreinwerking te erkennen. De taken werden ook in 2011 uitgebreid met een eerste implementatie van en instrument voor psychosociale evaluatie en interventie ten aanzien van jonge suïcidepogers. Er zijn ook kwetsbare groepen waarvoor speciale aandacht zal zijn. Nu is dat al het geval voor nabestaanden van zelfdoding (werkgroep verder)en mensen die lijden aan schizofrenie (VDIP). Algemene aanbevelingen voor suïcidepreventie. Deze strategie is nieuw, maar de boodschap ervan werd wel steeds impliciet meegenomen in alle andere strategieën, bv dat de omgeving veilig gemaakt moet worden, dat de media aandacht moeten hebben voor de berichtgeving, via de mediarichtlijnen, dat hulpverleners moeten leren om te gaan met suïcidaal gedrag… het expliciteren van deze aanbevelingen moet op korte termijn kunnen leiden tot een pakket van aanbevelingen die de maatschappij als geheel een handvat kan bieden.
GD Suïcidepreventie (2012-2020) Budget voor projecten Jaren van toewijzing: budgetten kunnen over meerdere jaren lopen € 2.420.354 € 1.595.938 € 1.561.917 € 1.487.270 € 1.152.948 € 623.979 € 616.287 € 466.120 De bedragen zijn vastleggingskredieten. Kredieten die gaan naar ad-hoc projecten. Structurele subsidies voor partnerorganisaties die hierrond werken, zijn hier niet inbegrepen. Verklaring voor de “dip” in 2010: In 2009 werd ten opzichte van 2010 een zeer groot project, dat van de preventiecoaches, opgestart. Dit project loopt sinds 2009, tot en met augustus 2012. De vastlegging gebeurt steeds voor de volledige periode. Dit project is 1.135.000 €; Het budget voor suïcidepreventie is de laatste jaren sterk gegroeid.