John HorowitzRoosmarijn Horowitz Klinisch psycholoogHBO docent in HRM UU en UvA Deeltijd student psychologie, Leiden 16 februari 2012 SPS NIP GGZ
Kennismaken met psychodrama: ontstaan, kenmerken Gebruikte terminologie Contra-indicatie Actieve workshop: zelf doen
Problemen analyseren Met gedrag experimenteren Nieuw gedrag realiseren
Therapie Stagebegeleiding Opleiding van assistenten Positiebepaling binnen de setting van je praktijk
Grondlegger: Jacob Moreno Student bij Sigmund Freud Observatie van kinderen in Wenen: ´Ik was de prins en jij was de prinses en toen gingen wij samen trouwen´ Idee van ‘alsof’ bij volwassenen Rollen worden daarbij losgemaakt van een persoon. Jacob Moreno Boekarest 1889 – VS 1974
Een aantal varianten: Acteren Tot leven brengen van bestaande personages Begrip bij somatische- en of psychische activiteiten van patiënten Rollenspel Maatschappelijke rollen of situaties Bijvoorbeeld: conflicten, slecht nieuws brengen.
Rollenspel door één persoon aangegeven Ofwel: in scene zetten waar iemand zelf mee komt. Actiegerichte vormen van groepsbehandeling: Gestalttherapie Individuele psychotherapie in een groep. Techniek van de ´lege stoel´. Grondlegger Fritz Perls ( ) Psychodrama Groepstherapie
Rollenspel door één persoon aangegeven Ofwel: in scene zetten waar iemand zelf mee komt. Toekennen van een rol – wie? Relaties: mijn broer, tante, manager, huisarts Delen van jezelf of de cliënt: sterke tegenover de bange, de ja-zegger tegenover de nee-zegger
Protagonist of hoofdrolspeler: presenteert zijn probleem Dubbelen: groepsleden, naar binnen en naar buiten. Rollen los van personen. Spiegelen: imiteren, vaak door leider of assistent Sharing: overleg
Cliënt met beperkte cognitieve mogelijkheden Cliënten met schizofrenie: vanwege inpassing in hun waansysteem Cliënten met ernstige persoonlijkheidsstoornissen: ‘ik heb altijd al geweten dat ik het wel in me had’ / realiteitsstoornis
1. De leider/director structureert de sessie, eventueel geholpen door co-therapeut 2. De hoofdrolspeler geeft een situatie 3. Rollen worden verdeeld: in/extern 4. Tussentijdse wisseling, verlaten, nieuw 5. Leider stuurt bij, pauzeert 6. Co-therapeut: bezig met anderen 7. Afronding: nieuw overleg, samenvatting, conclusies, adviezen, laatste, woord
John: de leider (director) Roosmarijn (protagonist): presenteert haar probleem
Reflectie Eigen ervaring in de praktijk: casus uit het werk van John
Verder lezen: Corsini, R.J. (1972). Roleplaying in psychotherapy, a manual (2 e druk). Aldine Publishers. Laat, P. de. (2005). Psychodrama, een actiegerichte methode voor exploratie, reflectie en gedragsverandering. Koninklijke Van Gorcum.