Koudeletsels In dit hoofdstuk komt aan de orde: Achtergrondinformatie Bevriezing Lichte onderkoeling Ernstige onderkoeling
Koudeletsels 1. Achtergrondinformatie Warmteverlies is afhankelijk van een aantal factoren: • Omgevingstemperatuur • Luchtvochtigheid • Windsnelheid • Conditie van het slachtoffer
Koudeletsels Als het lichaam onderkoeld raakt, is het niet in staat de lichaamstemperatuur op peil te houden. Dat komt doordat het lichaam meer warmte verliest dan dat het produceert. Het is afhankelijk van de omgevingstemperatuur hoe snel iemand afkoelt. Ook de tijdsduur dat iemand is blootgesteld aan koude speelt een rol.
Koudeletsels Luchtvochtigheid is van grote invloed op de mate van onderkoeling. Hoe vochtiger de lucht, des te sneller de afkoeling. In water is het warmteverlies het grootst: de afkoeling gaat 30 maal sneller dan op het droge. Drenkelingen zijn dan ook bijna altijd onderkoeld. Als laatste spelen de conditie en bouw van het slachtoffer een rol. Iemand die van zichzelf erg mager is of een lage weerstand heeft, raakt eerder onderkoeld.
Koudeletsels Enkele delen van het lichaam zijn kwetsbaarder dan andere. Vingers, tenen, neus en oren raken sneller bevroren omdat deze meer aan de kou worden blootgesteld en het verst van het hart liggen. Mensen verliezen veel warmte via het hoofd. Kleed jezelf daarom goed aan bij koude en bedek je hoofd.
Koudeletsels 2. Bevriezing Om te voorkomen dat het lichaam te veel warmte verliest, gaan de bloedvaten in ledematen en huid zich vernauwen bij temperaturen vanaf min 15˚ Celsius. Wanneer je wordt blootgesteld aan extreme temperaturen, kan dit beschermingsmechanisme er echter voor zorgen dat de doorbloeding te sterk wordt verminderd. Door de lage temperatuur en een slechte doorbloeding kan weefsel beschadigd raken.
Koudeletsels Bij bevriezing wordt schade aangericht aan de huid of ander weefsel door extreme kou. De kou zorgt ervoor dat zich in het weefsel ijskristallen vormen. Deze beschadigen de cellen. Het kan zijn dat je bevriezingsverschijnselen vertoont, maar er geen sprake is van echte bevriezing. Echte bevriezing vindt vaak plaats bij bergbeklimmers en poolreizigers.
Koudeletsels Drie graden Net als bij brandwonden zijn er drie gradaties van bevriezing. Eerstegraads bevriezing De huid is bleekgrijs en pijnlijk. Na ontdooien kleurt de huid rood tot violet.
Koudeletsels Tweedegraads bevriezing De huid vertoont blaren gevuld met helder of bloederig vocht. Het is zeer pijnlijk. Derdegraads bevriezing De huid is spierwit en gevoelloos.
Koudeletsels Als eerste hulpverlener mag je alleen een eerstegraads bevriezing zelf behandelen. De Eerste Hulp bestaat uit het helpen opwarmen van het slachtoffer. Gebruik daarvoor bij voorkeur warm water. Dat is doeltreffender dan de eigen lichaamswarmte. Als er geen warm water voor handen is, is de eigen lichaamswarmte ook goed.
Koudeletsels Bij tweede- en derdegraads bevriezing moet je altijd professionele hulp inschakelen. Probeer het slachtoffer ondertussen warm te houden door bijvoorbeeld een deken om hem heen te slaan. Warm het bevroren lichaamsdeel bij voorkeur met warm water op. Probeer de blaren intact te houden. Dek de wonden steriel af. Verbind vingers en tenen gescheiden van elkaar.
Koudeletsels Doen! - Stel het slachtoffer gerust; - Beoordeel de bevriezing en beslis of er professionele hulp nodig is of niet; - warm de bevroren lichaamsdelen met warm water op; - Leg niet-klevend verband, zoals metallineverband, of een schone, natte theedoek over de wonden heen. Pak de vingers gescheiden van elkaar in; - Breng een slachtoffer zo snel mogelijk naar het ziekenhuis.
Koudeletsels Onderkoeling Bij gezonde mensen ligt de temperatuur tussen 37,5 en 35,5˚ Celsius. Als de temperatuur tot tussen 35 en 32˚ Celsius zakt, spreken we van lichte onderkoeling. Zodra de temperatuur nog verder daalt en onder 32˚ Celsius komt, wordt de situatie kritiek en spreken we van ernstige onderkoeling. Een lichaamstemperatuur onder 27˚ Celsius heeft bijna altijd een dodelijke afloop.
Koudeletsels Het lichaam probeert zo lang mogelijk de centrale warmte te bewaren, door net als bij shock de lichaamsdelen van minder bloed te voorzien. Op die manier blijft meer van het warme bloed door de vitale organen stromen. De spierrillingen duiden erop dat het lichaam probeert om meer warmte te produceren. Als de lichaamstemperatuur verder daalt stopt het rillen en is er sprake van ernstige onderkoeling.
Koudeletsels Lichte onderkoeling Een slachtoffer met lichte onderkoeling heeft het heel koud en rilt. Hij is nog wel bij bewustzijn. De huid is bleek.
Koudeletsels Doen! Het lichaam kan zich herstellen. Breng het slachtoffer daarom in een warme, beschutte omgeving. Als het slachtoffer nat is, verwijder dan de natte kleding. Warm hem op met een warme douche, kruiken, dekens, warme dranken en voedsel.
Koudeletsels Ernstige onderkoeling Een slachtoffer dat ernstig onderkoeld en bij bewustzijn is, rilt niet meer. Hij kan op twee manieren reageren. Het slachtoffer kan suf/slaperig overkomen of juist agressief dan wel overdreven opgewekt gedrag vertonen. De vitale functies kunnen in toenemende mate gestoord raken.
Koudeletsels Doen! De Eerste Hulp is erop gericht om verdere afkoeling te voorkomen en de vitale functies veilig te stellen. Breng het slachtoffer daarom in een warme, beschutte omgeving. Als het slachtoffer nat is mag de natte kleding eventueel weggeknipt worden. In de andere gevallen moet het slachtoffer worden toegedekt om verdere afkoeling te voorkomen. Zorg zo snel mogelijk voor professionele hulp. Stel in afwachting van de ambulance de vitale functies veilig.
Koudeletsels Samenvatting: 1. Als lichaamsdelen te veel afkoelen, kan er sprake zijn van bevriezing. Er bestaan drie gradaties van bevriezing. 2. Het lichaam is licht onderkoeld als de kerntemperatuur is gedaald tot tussen 35 en 32˚ Celsius. 3. Het lichaam is ernstig onderkoeld als de kerntemperatuur tot onder 32˚ Celsius is gedaald. Het slachtoffer kan dan bewusteloos raken.
Koudeletsels Zijn er nog vragen?