Twee wegen Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg, die velen volgen, en de ruime poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang. Nauw is de poort naar het leven, en smal de weg ernaartoe, en slechts weinigen weten die te vinden.
Twee wegen - pastoraat Gedrags-gericht Je staat gauw tegenover die ander Verwijt hypocrisie vaak gehoord probleemgevallen
Drie wegen leven van genade
Drie wegen leven van genade ‘losbandig’ leven
Drie wegen leven van genade ‘losbandig’ leven religieus leven
Drie wegen leven van genade Ja maar, je moet er wel wat voor doen Mooi, je kunt dus gewoon je Eigen gang gaan
De onvoorwaardelijke liefde van de vader Drie wegen De onvoorwaardelijke liefde van de vader de oudste zoon de jongste zoon
De Bergrede De brede weg De smalle weg Het religieuse leven: goed leven aalmoezen geven de wet houden De smalle weg Het leven uit genade overvloediger radicaler Mat 5: 20 Want ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan.
Drie wegen - pastoraat harts-gericht Je staat naast die ander Je wilt die ander winnen Vertoon het beeld van de vader.
Drie wegen- pastoraat Testvragen Ben je zeker? Waarom? Basis voor zelfacceptatie? Lust of last? Gaat het om God of om wat Hij geeft?
Vragen?
Drie wegen- pastoraat Toespitsing op 6 thema’s Relaties Lijden Geven Seks Evangelisatie Motivatie om goed te doen Moralisme - relativisme - de genade
Drie wegen- pastoraat Toespitsing Relaties moralist: vaak verwijten; liefde een plicht. relativist: geniet ervan; liefde een goed gevoel voor jezelf. genade: je bent al geaccepteerd en bemind; geef je in liefde aan de ander
Drie wegen- pastoraat Toespitsing 2) Lijden moralist: dit heb ik niet/wel verdiend! relativist: proberen te vermijden; zo niet: God de schuld genade: Je had nog erger verdiend, maar God droeg dat, zodat je in het lijden een Vader hebt die van je houdt.
Drie wegen- pastoraat Toespitsing 3) Omgaan met ‘geven’ moralist: hoeveel moet ik geven? relativist: ik geef wel als het mij uitkomt. genade: God gaf je alles, je leven is zeker; geef vrijwillig en geef gul
Drie wegen- pastoraat Toespitsing 4) Seks moralist: een lage zaak, een gevaarlijke verleiding relativist: een natuurlijke behoefte, geniet ervan Het evangelie: weerspiegeling van de zelfovergave van Christus: onvoorwaardelijk, totaal, trouw
Drie wegen- pastoraat Toespitsing 5) Evangelisatie moralist: een plicht, wij zijn beter relativist: liever niet, laat iedereen vrij genade: de liefde van Christus dringt ons, nederig, vertrouwend
Drie wegen- pastoraat Toespitsing 6) Je motivatie voor het goede moralist: dan beloond God me (zelfgericht) relativist: om me goed te voelen (zelfgericht) genade: uit diepe dankbaarheid en vreugde om wat Hij deed (Godgericht)
Verdere bespreking