Ze introduceren de hoge en lage contratenor. Deze zorgen voor een tweede en derde stem naast de bestaande gregoriaanse tenorstem, de cantus firmus.
Eerst was er dus het Gregoriaans 3x97khttp:// 3x97k
Vaak zingen de contratenoren in de volkstaal en de cantus firmus in het Latijn. Ook troubadours doen dat vaak
Een voorbeeld: Vidurent omnes (1198) van Perotin
Liedtekst: Viderunt omnes fines salutare Dei nostri Eerste gedeelte lang uitgerekt. Daaromheen variëren de contratenoren 3V2eQhttp:// 3V2eQ
In de loop van de tijd wordt de polyfonie steeds ingewikkelder La messe de Nostre Dame (1363) In deze aan Maria opgedragen mis spelen 4 stemmen een gelijkwaardige rol. 3LXgohttp:// 3LXgo Componist Guillaume de Machaut
De katholieke eredienst heeft nog altijd veel gezang. Wat er wordt gezongen hangt af van het moment in het kerkelijk jaar. Het Agnus Dei vormt de afsluiting van de gezongen mis met de tekst: “Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U over ons en geef ons vrede”
Jezus werd door Johannes de Doper het Lam Gods genoemd. Offer aan god
Het Trecento In Italië (al veel verder in de Renaissance) wordt de polyfonie vooral ingezet voor niet kerkelijke muziek. Trecento is 14e eeuw.
Francesco Landini ( ) Alleen maar niet-kerkelijke muziek. Madrigalen (gezongen, niet-kerkelijke teksten) Ballate (ballade, verhalend lied zoals een volksliedje) Ecco la primavera GfQUhttp:// GfQU
Samenvatting hoofdstuk 3 van statisch agrarisch naar dynamisch stedelijk met handel kathedralen gaan ook het prestige van de stad bepalen bedelorden abt Suger komt met het idee “god is licht” –begin gotiek bevolking wil een minder abstracte verkondiging van het geloof –meerstemmige missen en toneelscènes nieuwe geloofsopvattingen door Franciscus van Assisi en Thomas van Aquino (behandelde het geloof en de omgang met god op een logische (moderne?!) manier) –Christus meer menselijk –Verschuiving van de angst voor het Laatste Oordeel naar leven en dood van de Christus en de navolging daarvan door de mens streven naar natuurgetrouwe afbeelding –Giotto