Bodem en grondsoort
Bodem de toplaag van 120 cm. Los gesteente aan het aardoppervlak. Bodemvormende factoren: Grondsoort/moedermateriaal Klimaat (neerslag) Vegetatie (humus) Fauna/ bodemleven (Omzetting humus) Waterhuishouding ( Uitspoeling Inspoeling) Reliëf (Erosie) Tijd Mens ( voor de aanpassing)
Bodemdeeltjes Noot: kleideetjes zijn microscopisch klein
Korrelgrootte bodemdeeltjes (in mm) Zand...................2 – 0.05 Silt......................0.05 – 0.002 Klei.....................< 0.002
Kleideeltjes vergroot met een elektronenmicro-scoop. Het zijn platte deeltjes, die kunnen ‘opstapelen’. Ze zijn elektrisch geladen en werken als een magneet op voedingsstoffen. Ook kunnen ze vocht vasthouden.
Mineralen worden opgenomen Dode bladeren verrotting compostering humus Mineralen worden opgenomen
A- horizont (uitspoeling) B- horizont (inspoeling) C- horizont (gronsoort/ moedermateriaal)
Bodem bestaat meestal uit drie horizonten (lagen). Uit deze laag zijn voedingsstoffen naar beneden verplaatst Uitspoeling Inspoeling van voedingsstoffen uit bovenliggende lagen Inspoeling Hier heeft bodemvorming nog weinig of geen invloed gehad Moedermateriaal
Soms geen uitspoelings-laag: na A direct C!
Podzolprofiel
Tropische bodem (lateriet of latosol)