De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

(bodemsoorten in Nederland)

Verwante presentaties


Presentatie over: "(bodemsoorten in Nederland)"— Transcript van de presentatie:

1 (bodemsoorten in Nederland)
PowerPoint Bodemkunde (bodemsoorten in Nederland)

2 Bodemkaart van Nederland

3 Factoren. Een bodem is het resultaat van factoren en processen die zich afspelen in de loop van de tijd. Die factoren zijn: klimaat: temperatuur en/of vochtigheid samenstelling van het moedermateriaal: veen-, klei- of zandgronden resulteren in geheel andere bodems, tijd: bodemvorming in jonge grond of oude bodems reliëf/drainage: waterinfiltratie of oppervlakteafstroom (beken, rivieren e.d.)

4 Factoren. Een bodem is het resultaat van factoren en processen die zich afspelen in de loop van de tijd. Die factoren zijn: vegetatie: planten zorgen voor voedingsstoffen en humus in de bodem, terwijl de regenwaterinfiltratie wordt geremd door regenwateropvang door bladeren biologische activiteit, zoals graafgangen van wormen, muizen of mollen (maken de bodem poreus) menselijke invloeden, bijvoorbeeld jarenlange bemesting van landbouwgronden

5 Bodemhorizonten.

6 O - horizont. een organische horizont bestaande uit organisch materiaal aan het oppervlak, Deze laag is niet langer dan enkele dagen per jaar verzadigd met water

7 A- horizont De A-horizont is het organische / humeuze bovenste deel van de bodem. Humus is de organische rest van dode planten. Dit verrijkt de bodem met organische stoffen.

8 E- horizont De E-horizont vormt zich tussen de A en de B-horizont. Het staat voor uitspoeling. Pas na langdurige uitspoeling zal de bovenliggende horizont zo verarmd zijn dat hij te herkennen is als een vaalgrijze uitspoelingslaag.

9 B- horizont De B-horizont is de inspoelingslaag. Dit is de horizont die als opvangkamer dient van stoffen die eerder zijn opgelost en hier weer neerslaan. Inspoeling vindt plaats als regenwater de opgeloste stoffen uit hogere lagen transporteert naar een lagergelegen laag. Dit kunnen organische humusbestanddelen zijn, maar ook ijzer.

10 C- horizont De C-horizont is de ondeerste laag en vormt het originele moedermateriaal waarin de bodem zich ontwikkeld heeft. De bodemvorming is nog niet tot deze diepte doorgedrongen. De C-horizont kan bestaan uit veen, zand of klei.

11 R- horizont R- horizont is een laag van hard gesteente. Grindrijk of stenig materiaal waarin zich wortels kunnen groeien wordt niet als R maar als C horizont beschouwd

12 Vaagbodem Het duinlandschap = zandige afzettingen die door de wind worden aangevoerd. Vaagbodems bestaan namelijk uit onveranderd moedermateriaal, in dit geval duinzand.

13 Hoe wordt de bodem gevormd
Door windrichting of de windsterkte is grof of fijn zand afgezet. Bij sterke wind worden grovere zandkorrels meegevoerd dan bij zwakkere wind. Elke bodem begint zijn leven als vaagbodem, maar het is geen eindstadium. Vaagbodems ontwikkelen zich meestal door tot een ander bodemtype. Blijven bodemvormende processen echter afwezig, dan blijft de afzetting eeuwig in het stadium van vaagbodem.

14 Podzolbodem Podzolgronden hebben duidelijk gescheiden grijze, bruine en gele banden. Het woord podzol stamt uit het Russisch en betekent zoveel als 'lijkt op as.'

15 Hoe wordt bodem gevormd.
Podzolen is ontstaan in het Vroeg-Holoceen op de dekzandgronden. Na de ijstijd verbeterde het klimaat en raakten de zandgronden begroeid met bossen. Gevallen bladeren zorgden ervoor dat de toplaag van het zand werd verrijkt met humus. Door de korrelgrootte spoelen plantenresten (humus) mee de bodem in. Op hun weg naar beneden lossen de humuszuren ijzer op, dat als een dun huidje om de zandkorrels heenzit. Het ijzer, dat de zandkorrels gelig kleurde, verdwijnt langs chemische weg en het zand wordt vaalgrijs. Zodra dit gebeurt, heet de bodem al een podzol.

16 Lossbodem Löss is een fijne leem. De korrelgrootte ligt tussen de µm.  Daarmee zijn lössdeeltjes iets groter dan kleideeltjes, maar veel kleiner dan zandkorrels.

17 Hoe wordt bodem gevormd.
Onderin de gletsjer zaten stenen vastgevroren. Als een gigantische schuurmachine wreef de gletsjer stenen fijn tot poeder. Tijdens koude fasen van de ijstijden zijn de poedervormige bodemdeeltjes van de toen droogliggende Noordzeebodem en van droge rivierbeddingen in het binnenland door de wind opgenomen en over ons land verplaatst.

18 Hoe wordt bodem gevormd.
Löss heeft een vrij open structuur en laat water goed door. Regenwater sijpelt dan ook gemakkelijk naar diepere lagen. Door de open structuur kan ook zuurstof goed de lössgrond binnendringen. De werking van water en lucht leiden tot chemische verwering. Kalk, klei en andere deeltjes lossen op en sijpelen met het regenwater naar diepere lagen, waar ze neerslaan.

19 Veenbodem Een veenbodemprofiel bestaat uit een keurige opeenstapeling van meerdere horizontale laagjes. Daarin zijn de plantenresten duidelijk te herkennen.

20 Hoe wordt bodem gevormd.
Moerasplanten die na hun dood in het water terechtkomen, raken afgesloten van de buitenlucht. Bij gebrek aan zuurstof verteren ze maar een klein beetje. Het is echter genoeg om stoffen uit de plantencellen vrij te maken die het water sterk verzuren. Het zure water verhindert de groei van bacteriën die de plantenresten verder af kunnen breken.

21 Hoe wordt bodem gevormd.
Laagveenbodems vormen zich op plekken waar grondwater tot aan de oppervlakte doordringt. In de moerassen die ontstaan groeien verschillende soorten planten, waaronder riet, elzen en wilgen. Ze zorgen voor een veenbodem die uit vrij grof materiaal is opgebouwd. Hoogveenbodems zijn fijner van structuur. Ze zijn gevormd uit de resten van slechts één plantensoort: sphagnum oftewel veenmos.

22 Rivierkleibodem Rivierklei heeft een dichte structuur. De kleur is meestal grijsblauw, maar zit er veel ijzer in dan kleurt de klei oranje. Rivierkleibodems missen een opvallende gelaagdheid, omdat bodemprocessen vanwege de dichte structuur niet goed kunnen plaatsvinden

23 Hoe wordt bodem gevormd.
Wanneer een rivier buiten zijn oevers treedt, komt het water tot rust. Slibdeeltjes die in het water zweven krijgen nu de kans om te bezinken (naar bodem te zakken). Ze stapelen zich op tot een laag klei. Is de waterstand in de rivier weer normaal dan kan de klei in de uiterwaarden opdrogen. Dit gebeurt echter langzaam omdat klei water lang vasthoudt. Dunne humuslaag kan op klei komen wanneer het een tijd niet overspoeld is. Zo'n organisch rijke laag tekent zich af als een bruine band. 

24 Zeekleibodem Een zeekleibodem bestaat bestaat uit de kleinste en lichtste slibdeeltjes die met rivieren uit de bergen meekomen. De deeltjes zijn kleiner dan de deeltjes waaruit rivierklei bestaat.

25 Hoe wordt bodem gevormd.
Grote delen van Nederland raakten overspoeld. Met zand wierp de zee strandwallen op. Daarachter bevond zich een uitgestrekt waddengebied waar het water tot rust kwam en slibdeeltjes konden bezinken. Zo ontstonden dikke pakketten zeeklei die nog steeds langs de hele kust het overgrote deel van de bodem vormen. Doordat de dichte structuur van de klei watercirculatie verhinderde, drongen organische bestanddelen uit de toplaag moeilijk naar diepere bodemlagen door. In een dwarsprofiel zijn dan ook geen duidelijk van elkaar te onderscheiden bodemlagen te zien.


Download ppt "(bodemsoorten in Nederland)"

Verwante presentaties


Ads door Google