De praktische kant rondom palliatieve sedatie Consultatief Palliatief Team Waardenland Franca Horstink Marieke van Velsen
Starten van palliatieve sedatie In goed overleg met alle direct betrokkenen wordt palliatieve sedatie (letterlijk: het toedienen van een leed verzachtend slaapmiddel) gestart. Belangrijk: de betrokken zorgverleners zijn op de hoogte zijn van welke afspraken er gemaakt zijn tussen huisarts, patiënt en zijn naasten om misverstanden te voorkomen. Uitleg door (huis-) arts naar patiënt en familie dat vaak gezocht moet worden naar juiste dosering (dus kans op wakker worden) en dat de toediening van vocht gestaak wordt. Moment afspreken waarop sedatie start, de patiënt zal dit moment veelal zelf aangeven. Zorg er voor dat de patiënt alles heeft gezegd wat hij/zij wilde zeggen en afscheid heeft genomen van de mensen, die hem/haar lief zijn.
Starten van palliatieve sedatie Rust en waardigheid creëren rond het ziekbed. Subcutane toediening voorkeur boven intraveneus, prikplaats is thorax, anders armen, benen of buik. Gebruik van een pomp, handig daarbij is een bolusinstelling (volgens richtlijn in te stellen). Nicotinepleister in overleg met huisarts plakken als een patiënt rookte (Roken en gebruik van benzodiazepinen of sedativa in anamnese kan tot hogere dosering dormicum leiden. Vaak ook hogere dosering bij jonge mensen). Aanbeveling: (huis-) arts is aanwezig bij het starten van sedatie (of komt 2 uur na het gestart zijn) en afspreken wie er gebeld kan worden bij veranderingen in de situatie.
Starten van palliatieve sedatie Verpleegtechnisch Team spreekt met thuiszorg en (huis-) arts tijdstip af om samen pomp aan te sluiten. AVT werkt met speciaal uitvoeringsverzoek voor palliatieve sedatie. Uitleg aan patiënt en naasten rondom pomp, verwachte effect, evaluatie werking medicijn, wie er gebeld kan worden, welke veranderingen er op kunnen treden als patiënt gesedeerd is en wat de naasten nog kunnen doen in deze laatste fase. Folder Palliatieve Sedatie uitreiken.
Uitvoeringsverzoek AVT
Veranderingen Veranderingen worden veroorzaakt door de medicatie en situatie van de patiënt Lichamelijke veranderingen 1. Transpireren 2. Slapen met de mond open 3. Verandering in ademhaling 4. Urineren 5. Minder effect op de medicatie na een periode van diepe slaap
Veranderingen Aandachtspunt: Omdat verondersteld wordt dat de patiënt nog kan horen,kunnen dingen gedaan worden die de patiënt eerder ook prettig vond: muziek afspelen, verhalen voorlezen of vertellen.
Verpleegkundige acties 1. Transpireren De patiënt regelmatig opfrissen; vermijd langdurige handelingen Aandachtspunt: Controleer regelmatig de insteekplaats.
Verpleegkundige acties 2. Slapen met de mond open Goede mondverzorging geven, dus de mond vochtig houden (speciaal sprayflesje met kleine druppelverneveling waardoor geen verslikkingsgevaar). Lippen vet houden door middel van bijvoorbeeld vaseline.
Verpleegkundige acties 3. Verandering in ademhaling De ademhaling kan onregelmatiger worden en dieper. De ademhaling kan ook reutelend worden (houding veranderen, bijvoorbeeld op de zij) of buscopanpleister plakken, waardoor slijmproductie verminderd wordt. NB: bestaand slijm blijft gehandhaafd bij starten buscopanpleister. Uitleg aan omstanders is van groot belang (patiënt zelf ervaart het niet als verstikkend)
Verpleegkundige acties Urineren Om onrust en onnodige verzorging te voorkomen wordt na het starten van de sedatie een blaaskatheter ingebracht.
Verpleegkundige acties 5. Minder effect van de medicatie Wanneer het bewustzijn van de patiënt sterk verlaagd is, kunnen er altijd bewegingen blijven. Comfortabel zijn is hierbij het uitgangspunt. Informeer de omstanders hierover. Belangrijk: let op grimassen, kreunen, woelen, toename pijn en onrust. Bij onvoldoende effect van de ingestelde dosering wordt in overleg met de (huis-) arts de dosering opgehoogd of wordt de medicatie aangepast (volgens de richtlijn)
Overige informatie Het wordt vaak als waardevol ervaren als familieleden kunnen helpen bij de verzorging (opfrissen, haren kammen, mondverzorging). Er blijft contact onderling, daarmee kan het sterfbed op een fijnere manier worden afgerond. Objectief blijven kijken naar de patiënt blijft het uitgangspunt. Veel mensen hebben nog nooit een sterfbed meegemaakt. Ze zien hun dierbare lijden en lijden zelf mee. Ze voelen zich vaak machteloos. Er kan dan druk op de huisarts en/of zorgverlener worden uitgeoefend. Hoe langer de sedatie duurt, hoe zwaarder het voor familieleden wordt. Als de patiënt goed gesedeerd is, treedt de rust in. Er is ruimte om afscheid te nemen en het hele ziektetraject van de patiënt wordt afgerond. Daarna komt er een soort omslagpunt en gaan de dagen tellen en wordt het zwaar voor de familie.