Reacties en reactievergelijkingen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Inleiding in de RedOx chemie
Advertisements

Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2HV.
HST 5 Les 1: herhaling hst 4.
Aflezen van analoge en digitale meetinstrumenten
Reactieschema Hoe stel je een reactieschema in symbolen op voor de verbranding van aardgas? Pulsar nask2-1 blz 82 bron 33 Is ook te gebruiken voor blz.
Klik nu op de titel van dia 2 om verder te gaan
Soorten evenwichten 5 Havo.
Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V.
Wijziging planning Vandaag korte uitleg over 3.6/3.7, Powerpoint staat bij downloads. Vandaag zelf practicum 3.10 uitvoeren na uitleg Woensdag SO reactievergelijkingen,
Atomen , moleculen en reactieschema
Van reactieschema tot reactievergelijking
Scheikunde 3HV H5 chemische reacties SV
Temperatuur en volume Uitzetten of krimpen
Moleculen en atomen Hoofdstuk 7.
Reactievergelijkingen kloppend maken
3.5 Kloppen de alcoholpercentages op de verpakkingen?
7 Reacties met elektronenoverdracht
Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Stoffenmoleculen Om te kunnen verklaren dat stoffen bepaalde stofeigenschappen hebben gebruiken we een modelvoorstelling De molecuultheorie: stoffen bestaan.
Chemische reacties De mol.
Scheikunde DE MOL.
Paragraaf 2 van hoofdstuk 2: Warmtebronnen
Atomen , moleculen en reactieschema
Elektriciteit Groep 6A Klik op onderstaande onderwerpen:
Opstellen reactievergelijkingen
Werkverslag. Inhoudsopgave Pag.1 wat hebben we gedaan in deze lessen?
pijl rechts volgende; pijl links terug
Pijl rechts: verder pijl links: terug Kloppend maken In een reactieverglijking moet van elke atoomsoort voor en na de pijl evenveel atomen zijn Dus alle.
Massa’s en massaverhoudingen bij een chemische reactie
3T Nask2 4 nieuwe stoffen maken
4T Nask2 Chemische reacties 2.3
4.4 Chemische reacties 4T Nask1 H4 Stoffen.
Reactievergelijkingen Klas 3
Reactieschema’s maken
Reactieschema in woorden
pijl rechts volgende; pijl links vorige
pijl rechts: verder pijl links: terug
Reactievergelijkingen kloppend maken 2
Reactievergelijkingen kloppend maken.
Intensief lezen Lees de tekst grondig door en duid kernwoorden en/of –zinnen aan. Doe dit zo. Hoe doe je dit? Volg de pijl en dan zie je het symbooltje.
3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Waar haal je de energie vandaan?
Marc Bremer Scheikunde Marc Bremer
Onze school, Albeda colege Schiedam Nieuwland.
In deze presentatie ga je wederom kijken hoe het DNA wordt
Scheikunde 4 W&L.
Nu is het plan om een map op een van de 2 computers te plaatsen en die te simpel te delen naar die andere computer ook wel SFS (Simple File Sharing) genoemd.
Formules, vergelijkingen en mol (en)
Invullen van de tevredenheidspeiling door ouders via het Ouderportaal.
Hoe maak ik een PowerPoint presentatie?
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4
Woordjes leren.
Reactievergelijkingen Een kwestie van links en rechts kijken.
Koolstofchemie AARDOLIE.
HOOFDSTUK 1 STOFFEN.
Rekenen aan reacties Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3.
Inhoud Optellen en aftrekken. Vermenigvuldigen en delen.
Hoofdstuk 2 Chemische reacties
Scheikunde klas 3 Herhaling
3.5 van reactieschema naar Reactievergelijking
8.4 Moleculen en atomen Praktikum 36: Vragen:
Reactievergelijkingen kloppend maken.
Wat weten we over atomen?
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 10
Opstellen reactie vergelijking
Brandstoffen verbranden
Brandstoffen verbranden
Scheikunde, een wetenschap
Hier links zie je een overzicht van alle dia’s met hun titels Als je naar de volgende (of een andere dia) wil klik je op de titel Klik nu nogmaals hier!!
Transcript van de presentatie:

Reacties en reactievergelijkingen Een chemische reactie is een proces waarbij stoffen veranderen in andere stoffen. Als ijzer roest, reageert het met zuurstof en er ontstaat ijzeroxide (de chemische naam voor roest) Klik hier om verder te gaan

Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt. Het grijs glimmende ijzer, verandert in een dof bruine klomp roest. Hiernaast zie je een vierkant dat een stuk ijzer voorstelt. We gaan nu kijken wat je aan dit ijzer kunt zien gebeuren als het roest Klik hier om verder te gaan

Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt. Het grijs glimmende ijzer, verandert in een dof bruine klomp roest. Hiernaast zie je een vierkant dat een stuk ijzer voorstelt. We gaan nu kijken wat je aan dit ijzer kunt zien gebeuren als het roest

Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt. Het grijs glimmende ijzer, verandert in een dof bruine klomp roest. Hiernaast zie je een vierkant dat een stuk ijzer voorstelt. We gaan nu kijken wat je aan dit ijzer kunt zien gebeuren als het roest

Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt. Het grijs glimmende ijzer, verandert in een dof bruine klomp roest. Hiernaast zie je een vierkant dat een stuk ijzer voorstelt. We gaan nu kijken wat je aan dit ijzer kunt zien gebeuren als het roest

Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt. Het grijs glimmende ijzer, verandert in een dof bruine klomp roest. Hiernaast zie je een vierkant dat een stuk ijzer voorstelt. We gaan nu kijken wat je aan dit ijzer kunt zien gebeuren als het roest

Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt. Het grijs glimmende ijzer, verandert in een dof bruine klomp roest. Hiernaast zie je een vierkant dat een stuk ijzer voorstelt. We gaan nu kijken wat je aan dit ijzer kunt zien gebeuren als het roest

Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt. Het grijs glimmende ijzer, verandert in een dof bruine klomp roest. Hiernaast zie je een vierkant dat een stuk ijzer voorstelt. We gaan nu kijken wat je aan dit ijzer kunt zien gebeuren als het roest

Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt Je kunt dat bij een stuk ijzer zien aan de verkleuring die er optreedt. Het grijs glimmende ijzer, verandert in een dof bruine klomp roest. Hiernaast zie je een vierkant dat een stuk ijzer voorstelt. We gaan nu kijken wat je aan dit ijzer kunt zien gebeuren als het roest

Eigenlijk is er heel weinig te zien, alleen de kleur verandert van grijs in bruin. Maar als je de moleculen zou kunnen zien dan zou je iets heel anders zien gebeuren. Klik hier om verder te gaan

Je ziet hier een klein stukje ijzer. We hebben het zo sterk vergroot dat je de ijzeratomen kunt zien. Het ijzer staat natuurlijk aan de buitenkant in contact met de lucht. Klik hier om verder te gaan

De lucht veroorzaakt het roesten. Lucht is een heel belangrijke factor bij het roesten van ijzer. De lucht is overal om ons heen en bestaat voornamelijk uit twee gassen: stikstof en zuurstof. Je zou ook kunnen zeggen: “Lucht bestaat uit zuurstofmoleculen en stikstofmoleculen.” Klik hier om verder te gaan

We gaan eerst maar eens kijken hoe we ons de lucht eigenlijk moeten voorstellen. In het vak hieronder zie je een hoeveelheid lucht die in een afgesloten ruimte zit. Bijvoorbeeld een broodtrommel. De blauwe bolletjes stellen de stikstofmoleculen voor en de rode de zuurstofmoleculen. Klik hier om verder te gaan

Moleculen zijn altijd in beweging. In gassen bewegen ze kris kras door elkaar en botsen voortdurend tegen elkaar op. Ze botsen ook voortdurend tegen alle voorwerpen op die zich in de lucht bevinden. (Dat noemen we de luchtdruk) We gaan nu eens kijken naar de bewegingen van moleculen in de lucht. In de tekenfilm die je zo gaat zien is een heel klein beetje lucht in een afgesloten ruimte voorgesteld. Klik hier om verder te gaan

Klik HIER om te starten In lucht zit vier keer zoveel stikstof als zuurstof, er zijn dus ook vier keer zoveel stikstofmoleculen getekend.

Klik hier om verder te gaan

Klik HIER om de tekenfilm nog een keer te bekijken. Klik HIER om verder te gaan

Je hebt nu gezien dat moleculen in de lucht alle kanten opvliegen Je hebt nu gezien dat moleculen in de lucht alle kanten opvliegen. Ze botsen tegen van alles en nog wat op en kaatsen dan weer terug. Maar soms kaatsen moleculen juist niet terug, dan gebeurt er iets heel bijzonders. We zullen dit eens gaan bekijken met behulp van één zuurstofmolecuul en een paar ijzeratomen. Klik hier om verder te gaan

Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul. Zuurstofmoleculen bestaan uit twee zuurstofatomen. Als zo’n zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer wordt het niet altijd teruggekaatst. Klik hier om het zuurstofmolecuul tegen het ijzer te laten botsen.

Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul. Zuurstofmoleculen bestaan uit twee zuurstofatomen. Als zo’n zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer wordt het niet altijd teruggekaatst.

Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul. Zuurstofmoleculen bestaan uit twee zuurstofatomen. Als zo’n zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer wordt het niet altijd teruggekaatst.

Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul. Zuurstofmoleculen bestaan uit twee zuurstofatomen. Als zo’n zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer wordt het niet altijd teruggekaatst.

Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul. Zuurstofmoleculen bestaan uit twee zuurstofatomen. Als zo’n zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer wordt het niet altijd teruggekaatst.

Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul. Zuurstofmoleculen bestaan uit twee zuurstofatomen. Als zo’n zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer wordt het niet altijd teruggekaatst.

Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul. Zuurstofmoleculen bestaan uit twee zuurstofatomen. Als zo’n zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer wordt het niet altijd teruggekaatst.

Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul. Zuurstofmoleculen bestaan uit twee zuurstofatomen. Als zo’n zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer wordt het niet altijd teruggekaatst.

Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul. Zuurstofmoleculen bestaan uit twee zuurstofatomen. Als zo’n zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer wordt het niet altijd teruggekaatst.

Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul Je ziet hier een klein blokje ijzer en één zuurstofmolecuul. Zuurstofmoleculen bestaan uit twee zuurstofatomen. Als zo’n zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer wordt het niet altijd teruggekaatst.

De atomen die het zuurstofmolecuul vormden hebben elkaar “losgelaten” De atomen die het zuurstofmolecuul vormden hebben elkaar “losgelaten”. Ze zitten elk nu vast aan één van de ijzeratomen in het blokje ijzer. Dit gebeurt in werkelijkheid natuurlijk niet met maar één zuurstofmolecuul. We gaan daar nog een tekenfilmpje over bekijken, met veel meer zuurstofmoleculen…. Klik hier om verder te gaan

Klik HIER om te starten

Klik hier om verder te gaan

Het ijzer is aan de buitenkant nu een beetje verroest. De buitenste ijzeratomen zijn nu allemaal verbonden met een zuurstofatoom. Het ijzer is aan de buitenkant nu een beetje verroest. Daardoor heeft het een bruine kleur gekregen Maar binnenin is het ijzer nog niet aangetast. Klik hier om verder te gaan

Wat gebeurde er nu allemaal? De zuurstofmoleculen botsten tegen het stukje ijzer op. De zuurstofatomen lieten elkaar los. De losse zuurstofatomen gingen aan de ijzeratomen “vastzitten” Dit noemen we in chemische taal: “De zuurstofatomen gingen een verbinding met de ijzeratomen aan. Klik hier om verder te gaan

Zo’n verbinding van ijzer en zuurstof heet in de chemie: ijzeroxide. IJzeroxide wordt ook wel roest genoemd. In een reactieschema geven we dit als volgt weer: ijzer (vast) + zuurstof (gas) ijzeroxide (vast) Klik HIER om het reactieschema in formules te zien Fe (s) + O2 (g) FeO (s) Klik hier om verder te gaan

Er klopt iets niet .. Je zag net twee reactieschema’s: eentje in woorden en eentje in formules. Daar klopte één ding nog niet. Kijk nog maar eens goed naar het reactieschema in formules dat je hieronder ziet. Fe (s) + O2 (g) FeO (s) Hier zijn twee O atomen Hier is er maar één Klik hier om verder te gaan

Het is belangrijk dat je dit goed begrijpt dus we gaan nog een keer een tekenfilmpje bekijken, waarin één zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer. Klik hier om verder te gaan

Het is belangrijk dat je dit goed begrijpt dus we gaan nog een keer een tekenfilmpje bekijken, waarin één zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer.

Het is belangrijk dat je dit goed begrijpt dus we gaan nog een keer een tekenfilmpje bekijken, waarin één zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer.

Het is belangrijk dat je dit goed begrijpt dus we gaan nog een keer een tekenfilmpje bekijken, waarin één zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer.

Het is belangrijk dat je dit goed begrijpt dus we gaan nog een keer een tekenfilmpje bekijken, waarin één zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer.

Het is belangrijk dat je dit goed begrijpt dus we gaan nog een keer een tekenfilmpje bekijken, waarin één zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer.

Het is belangrijk dat je dit goed begrijpt dus we gaan nog een keer een tekenfilmpje bekijken, waarin één zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer.

Het is belangrijk dat je dit goed begrijpt dus we gaan nog een keer een tekenfilmpje bekijken, waarin één zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer.

Het is belangrijk dat je dit goed begrijpt dus we gaan nog een keer een tekenfilmpje bekijken, waarin één zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer.

Het is belangrijk dat je dit goed begrijpt dus we gaan nog een keer een tekenfilmpje bekijken, waarin één zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer.

Het is belangrijk dat je dit goed begrijpt dus we gaan nog een keer een tekenfilmpje bekijken, waarin één zuurstofmolecuul in botsing komt met een stukje ijzer.

Klik HIER om dit nog eens te bekijken Klik HIER om verder te gaan. Er zijn twee ijzeratomen nodig om met een zuurstof molecuul te reageren. Klik HIER om dit nog eens te bekijken Klik HIER om verder te gaan.

Twee deeltjes ijzeroxide Er zijn dus twee ijzeratomen nodig om met één zuurstofmolecuul te reageren en daar ontstaan dan ook twee deeltjes ijzeroxide bij. Twee deeltjes ijzeroxide Klik hier om verder te gaan

Vaste reactieverhouding Wat nu komt moet je echt heel goed onthouden. Noteer het dus in je aantekeningen over dit onderwerp! Chemische reacties vinden altijd plaats in een vaste deeltjesverhouding. Klik hier om verder te gaan

Klik HIER om de deeltjesverhouding in te vullen Voor het roesten van ijzer kunnen we die deeltjes verhouding heel makkelijk in het reactieschema in formules aangeven. Fe (s) + O2 (g) FeO (s) 2 Klik HIER om de deeltjesverhouding in te vullen Klik hier om verder te gaan

De ontleding van water We gaan nu eens kijken of dit ook bij de ontleding van water het geval is. Het reactieschema voor de ontleding van water is: Water waterstof + zuurstof Klik hier om verder te gaan

Een watermolecuul bestaat uit 1 atoom zuurstof en 2 atomen waterstof Een zuurstofmolecuul bestaat uit 2 atomen zuurstof Een waterstofmolecuul bestaat uit 2 atomen waterstof Klik hier om verder te gaan

Als er elektrische stroom door water wordt geleid, vindt een ontledingsreactie plaats waarbij het water verandert in waterstof en zuurstof. Klik hier om verder te gaan

Uit twee watermoleculen zijn nu dus twee waterstofmoleculen en één zuurstofmolecuul ontstaan. Klik HIER om de reactie nog een keer te bekijken Klik HIER om verder te gaan.

Ook deze reactie verliep volgens een vaste deeltjesverhouding. Twee watermoleculen werden omgezet in twee waterstofmoleculen en één zuurstofmolecuul. 2 H2O (l) 2 H2 (g) + O2 (g) Klik hier om verder te gaan

Bij alle chemische reacties gaat dit zo. Er is altijd sprake van een vaste reactieverhouding, waarin de beginstoffen met elkaar reageren. De reactieproducten ontstaan ook altijd in een vaste verhouding. Dit komt doordat alle atomen van de beginstoffen na de reactie terug te vinden zijn in de moleculen van de reactieproducten. Klik hier om verder te gaan

Atomen gaan niet verloren Onthoud goed: atomen verdwijnen niet zomaar in het niets en er komen ook niet zomaar uit het niets atomen tevoorschijn. In de les heb je gezien dat de massa van de beginstoffen precies gelijk is aan de massa van de reactieproducten. Klik hier om verder te gaan

We noemen dit de wet van behoud van massa. Dat kan alleen maar als alle atomen van de beginstoffen na de reactie in de reactieproducten zitten. We noemen dit de wet van behoud van massa. Klik hier om verder te gaan

Reactievergelijkingen Als we de formules van de beginstoffen gaan vergelijken met de formules van de reactieproducten, kunnen we heel eenvoudig de reactieverhouding vaststellen. We noemen dit: een reactievergelijking kloppend maken. Klik hier om verder te gaan

Het drie stappenplan Met het “drie-stappen-plan” kun je heel handig de reactieverhouding vaststellen. Stap 1: noteer het reactieschema in woorden Stap 2: noteer het reactieschema in formules Stap 3: vergelijk de aantallen atomen voor en na de reactiepijl en maak dat kloppend. Klik hier om verder te gaan

Kloppend maken gaat zo…. We gaan nu kijken hoe je een vergelijking met formules kloppend moet maken. Je moet er daarbij voor zorgen dat voor en na de reactiepijl dezelfde aantallen atomen van elk element staan. Je moet dus vergelijken. We nemen als voorbeeld het roesten van ijzer dat je eerder al hebt gezien. Klik hier om verder te gaan

Stap 1: ijzer + zuurstof ijzeroxide Stap 2: Fe (s) + O2 (g) FeO (s) Links en rechts staat één Fe, dat klopt dus. Maar links en rechts staan verschillende aantallen O-atomen en dat klopt dus niet! Klik hier om verder te gaan

Stap 2: Fe (s) + O2 (g) FeO (s) 2 Als voor de pijl 2 O-atomen staan, moeten er na de pijl ook 2 O-atomen staan. Er gaan immers geen atomen verloren. Klik op onderstaande link en kijk goed op wat voor manier we na de pijl dan het juiste aantal O-atomen aangeven. Klik hier om het juist aantal O-atomen na de pijl aan te geven. Klik hier om verder te gaan

Maar nu ben je nog niet klaar Stap 3: Fe (s) + O2 (g) 2 FeO (s) 2 nu kloppen de aantallen Fe-atomen niet meer. Na de pijl staan er namelijk twee en voor de pijl maar eentje. We hebben nu links en rechts het aantal O-atomen kloppend gemaakt, maar………. Klik hier om het juist aantal Fe-atomen voor de pijl aan te geven. Klik hier om verder te gaan

Klik hier om deze uitleg nog een keer te bekijken. Klik hier om verder te gaan.

Water ontleden Als water wordt ontleed ontstaan water en zuurstof. Stel hier met behulp van het drie stappen plan de reactievergelijking voor op. Voer de drie stappen van het vorige scherm op papier uit. Ga pas verder als je de drie stappen op papier hebt staan. Klik hier om verder te gaan

Uitwerking Stap 1: Water waterstof + zuurstof Stap 2: H2O (l) H2 (g) + O2 (g) De H-atomen kloppen, maar … de O-atomen nog niet. Klik hier om verder te gaan

Klik hier om de O-atomen voor de pijl kloppend te maken. 2 H2O (l) H2 (g) + O2 (g) 2 Maar nu staan er voor de pijl 4 H-atomen (2x2) en na de pijl maar 2, dus dat moet ook nog in orde gemaakt worden. Als er na de pijl 2 O-atomen staan, moeten er voor de pijl ook 2 O-atomen staan. Klik hier om de O-atomen voor de pijl kloppend te maken. Klik hier om de H-atomen na de pijl kloppend te maken. Klik hier om verder te gaan

2 H2O betekent 2 moleculen H2O Misschien dacht je net: “Waarom staan er voor de pijl nou 4 H-atomen? In H2O zitten toch maar twee H-atomen? Die fout wordt vaak gemaakt. Let daarom even goed op bij de volgende uitleg: 2 H2O betekent 2 moleculen H2O Dus ook 2 x 2 H-atomen Klik hier om verder te gaan

De verbranding van aardgas De belangrijkste stof die in aardgas zit heet methaan en heeft als formule CH4. Als aardgas verbrandt vindt er een reactie plaats tussen methaan en zuurstof (O2) Klik hier om verder te gaan

Bij de verbranding van methaan zijn dat water (H2O) …. Om een reactievergelijking op te kunnen stellen moet je ook weten wat de reactieproducten bij de reactie zijn. Bij de verbranding van methaan zijn dat water (H2O) …. en koolstofdioxide (CO2) Klik hier om verder te gaan

+ In molecuultekeningen ziet het reactieschema er dus zo uit: In molecuulformules ziet het reactieschema er dan zo uit: CH4 (g) + O2 (g) H2O (l) + CO2 (g) Maak deze vergelijking nu eens kloppend, schrijf de kloppende vergelijking op voor je verder gaat. Klik hier om verder te gaan

We gaan de reactie eerst met een tekenfilmpje bekijken. Klik HIER om het filmpje te starten

Klik hier om verder te gaan

Klik HIER om het filmpje nog een keer te zien Klik HIER om verder te gaan

CH4 (g) + 2 O2 (g) 2 H2O (l) + CO2 (g) Als je goed hebt gekeken, heb je gezien dat er één methaanmolecuul en twee zuurstofmoleculen met elkaar reageerden. Daarbij ontstond één koolstofdioxidemolecuul en twee watermoleculen. CH4 (g) + 2 O2 (g) 2 H2O (l) + CO2 (g) Klik hier om verder te gaan

De vergelijking kloppend maken Je kunt natuurlijk niet elke keer alle moleculen gaan tekenen om de reactieverhouding te bepalen. We gaan daarom nog eens naar het trucje kijken om het schema kloppend te maken. Klik hier om verder te gaan

CH4 (g) + O2 (g) H2O (l) + CO2 (g) 2 2 Links staan 4 H-atomen en rechts maar 2, dat moeten we dus kloppend maken. Maar nu staan er na de pijl in totaal 4 O-atomen en voor de pijl maar 2, die moeten dus ook nog kloppend gemaakt worden. Aan beide kanten staat één C-atoom, dat klopt dus. Klik HIER om de H-atomen kloppend te maken Klik HIER om de O-atomen kloppend te maken Klik hier om verder te gaan

Iets moeilijker De verbranding van methaan was nog redelijk eenvoudig, maar het is ook wel eens wat ingewikkelder. Daarvoor gaan we nu kijken naar de verbranding van een molecuul ethaan (C2H6) Klik hier om verder te gaan

Ook bij de verbranding van ethaan ontstaan koolstofdioxide en water als reactieproducten. We gaan nu eerst kijken hoeveel zuurstofmoleculen er nodig zijn om één molecuul ethaan volledig te laten verbranden. Klik hier om verder te gaan

Klik hier om de animatie te starten

Hier is een probleem Klik hier om verder te gaan

Zuurstofmoleculen bestaan altijd uit twee zuurstofatomen, dus …. Een lastig probleem Je hebt zojuist gezien dat er een zuurstofatoom overbleef bij de reactie tussen ethaan en zuurstof. Zuurstofmoleculen bestaan altijd uit twee zuurstofatomen, dus …. deze reactie vindt niet plaats op de manier die je net hebt gezien. Klik hier om verder te gaan

Geen halve moleculen! Toch zouden we de reactievergelijking wel kunnen maken voor de reactie zoals je die net hebt gezien. Kijk maar hieronder. C2H6 (g) + 31/2 O2 (g) 2 CO2 (g) + 3 H2O (l) Zo’n vergelijking geeft alleen maar de verhouding aan, waarin de moleculen met elkaar reageren. Voor de verbranding van 1 molecuul ethaan zijn dus 31/2 moleculen zuurstof nodig. Klik hier om verder te gaan

Alles moet dus met twee worden vermenigvuldigd! Even een klein beetje rekenkunde: de verhouding 1 : 3,5 is hetzelfde als de verhouding 2 : 7 C2H6 (g) + 31/2 O2 (g) 2 CO2 (g) + 3 H2O (l) We gaan nu alle getallen uit de vergelijking met twee vermenigvuldigen, om de halve er uit weg te werken. Bedenk hierbij dat als er geen cijfer voor een molecuulformule staat, je daar eigenlijk een 1 hebt staan! Klik hier om verder te gaan

C2H6 (g) + 31/2 O2 (g) 2 CO2 (g) + 3 H2O (l) Deze vergelijking wordt dan: 2 C2H6 (g) + 7 O2 (g) 4 CO2 (g) + 6 H2O (l) Kijk goed naar de verhouding in de beide vergelijkingen, je moet beslist snappen dat die precies hetzelfde zijn: Klik hier om verder te gaan

De complete reactie in beeld Bij chemische reacties zijn altijd heel veel moleculen betrokken, maar steeds in de vaste verhouding die je in de reactievergelijking kunt zien. Je gaat nu kijken naar de reactie van ethaan met zuurstof zoals die volgens de vergelijking plaatsvindt. Kijk goed of er nu atomen in hun eentje overblijven. Klik hier om verder te gaan

Klik hier om de animatie te starten

En nu is er geen enkel atoom over. Klik hier om verder te gaan

Je ziet dus wel …… Als een reactie volgens de vaste verhouding verloopt blijven er geen atomen over, die nergens terecht komen. We gaan het kunstje met de vergelijking nog eens bekijken voor zo’n ingewikkelde reactie. Klik hier om verder te gaan

Een visje bakken op de markt Misschien heb je wel eens een gebakken visje op de markt gegeten. De visboer verhit zijn olie met butagas. Dit butagas bestaat uit de stof butaan (C4H10) Als butaan verbrandt, reageert het met zuurstof en er ontstaan koolstofdioxide en water. Schrijf het reactieschema in woorden voor deze reactie op. Ga pas verder als je het hebt opgeschreven! Klik hier om verder te gaan

Het reactieschema in woorden: Butaan + zuurstof koolstofdioxide + water Schrijf daaronder nu het reactieschema in formules. Als je de opgave nog een keer wilt lezen, klik dan hier Klik hier om verder te gaan

Butaan + zuurstof koolstofdioxide + water Heb je de vergelijking in formules opgeschreven? Klik dan hier om de te zien of je het goed had. C4H10 (g) + O2 (g) CO2 (g) + H2O (l) Maak nu eerst de C’s kloppend en daarna de H’s. Als je dat hebt gedaan, ga dan verder. Klik hier om verder te gaan

C4H10 (g) + O2 (g) CO2 (g) + H2O (l) 4 5 Hier zijn 10 H’s Hier zijn 2 H’s Hier zijn 4 C’s Hier is 1 C Er moet dus een 4 voor de CO2 komen te staan Klik HIER om de C’s kloppend te maken. Er moet dus een 5 voor H2O komen te staan. Klik HIER om de H’s kloppend te maken. Hoeveel O-atomen zijn er nu rechts in totaal? Klik hier om verder te gaan

4 CO2 (g) + 5 H2O (l) Hierin zitten in totaal 13 O-atomen, tel maar na: Klik hier om verder te gaan

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

En die 13 O-atomen zijn afkomstig van

6 1/2 zuurstofmolecuul Klik hier om verder te gaan

Dat kan dus weer niet Halve moleculen bestaan niet, dus we moeten weer de hele vergelijking met 2 gaan vermenigvuldigen. C4H10 (g) + 6 ½ O2 (g) 4 CO2 (g) + 5 H2O (l) wordt dan dus: 2 C4H10 (g) + 13 O2 (g) 8 CO2 (g) + 10 H2O (l) Klik hier om verder te gaan

Oefenen Dit kunstje moet goed geoefend worden, zodat je het bijna automatisch goed gaat doen. Opgave 1 Maak onderstaande vergelijking voor de onvolledige verbranding van koolstof kloppend. .. C (s) + .. O2 (g) .. CO (s) Ga pas verder als je de vergelijking kloppend hebt gemaakt. Klik hier om verder te gaan

Als magnesium verbrandt ontstaat magnesiumoxide (MgO) Het antwoord is: 2 C (s) + O2 (g) 2 CO (g) Opgave 3 Als magnesium verbrandt ontstaat magnesiumoxide (MgO) .. Mg (s) + .. O2 (g) .. MgO (s) Klik hier om verder te gaan

Het antwoord is 2 Mg (s) + O2 (g) 2 MgO (s) Opgave 4 Maak onderstaande vergelijking voor de verbranding van aluminium kloppend. .. Al (s) + .. O2 (g) .. Al2O3 (s) Klik hier om verder te gaan

Bij de ontleding van ammoniak (NH3) ontstaan waterstof en stikstof. Het antwoord is: 4 Al (s) + 3 O2 (g) 2 Al2O3 (s) Opgave 5 Bij de ontleding van ammoniak (NH3) ontstaan waterstof en stikstof. .. NH3 (g) .. H2 (g) + .. N2 (g) Klik hier om verder te gaan

Bij de verbranding van fosfor ontstaat difosforpentoxide. Het antwoord is 2 NH3 (g) 3 H2 (g) + N2 (g) Opgave 6 Bij de verbranding van fosfor ontstaat difosforpentoxide. .. P (s) + .. O2 (g) .. P2O5 (s) Klik hier om verder te gaan

Als methaan verbrandt ontstaan koolstofdioxide en water Het antwoord is: 4 P (s) + 5 O2 (g) 2 P2O5 (s) Opgave 7 Als methaan verbrandt ontstaan koolstofdioxide en water .. CH4 (g) + .. O2 (g) .. CO2 (g) + .. H2O (l) Klik hier om verder te gaan

CH4 (g) + 2 O2 (g) CO2 (g) + 2 H2O (l) Het antwoord is: CH4 (g) + 2 O2 (g) CO2 (g) + 2 H2O (l) Opgave 8 En de laatste is natuurlijk de lastigste, zet hem op! .. C8H18 (l) + .. O2 (g) .. CO2 (g) + .. H2O (l) Klik hier om verder te gaan

2 C8H18 (l) + 25 O2 (g) 16 CO2 (g) + 18 H2O (l) Het antwoord is: 2 C8H18 (l) + 25 O2 (g) 16 CO2 (g) + 18 H2O (l) Dit was echt een pittige, je kreeg immers ook weer te maken met halve moleculen die je weg moest werken. Klik hier om verder te gaan

Einde van deze module Als je deze oefenopgaven goed hebt beantwoord, heb je het kunstje van het kloppend maken al aardig door. Vind je het nog heel erg moeilijk? Vraag dan aan je docent om wat extra oefenopgaven.

Aan de docent die deze module heeft gedownload U bent vrij deze module te gebruiken in uw lessen als hij u bevalt stel ik het op prijs dat van u te vernemen en in dat geval verzoek ik u een beetje reclame voor mijn site te maken www.efkasoft.nl e-mail: info@efkasoft.nl