Goed zO! Een observatiesysteem voor baby’s en peuters met het oog op doorstroming van informatie naar het kleuteronderwijs

Laat geen gelegenheid voorbijgaan om een goed woord te zeggen. (Godfried Bomans, schrijver 1913- 1971)

Titel Tekst eerste niveau Tekst

In elk ontwikkelingsstadium krijgen peuters en kleuters nieuwe mogelijkheden om explorerend en experimenterend met de wereld om te gaan. Het jonge kind leert al doende van de hand naar het verstand. Het beleeft dingen die hem helpen de wereld te vatten en er in groot te worden. Door het kind gericht te ondersteunen worden de belevingen leerervaringen= de kliks

heeft een uniek raderwerk van radertjes Elk kind verandert voortdurend: heeft een uniek raderwerk van radertjes = baby- en peuterkliks van de Goed- zO! Ieder kind legt andere relaties tussen deze kliks = eigenheid waarmee dit raderwerk van elk kind functioneert. Elk individu blinkt op z’n eigen manier in zijn eigen kliks! Het maakt elk kind uniek en niet identiek!

Geen kind- volgsysteem maar een kind- observatiesysteem! Niet enkel kind- gedrag in beeld brengen, maar ook invloeden vanuit het pedagogisch beleid, de ruimte, groepskenmerken en de relatie kind- kinderbegeleid(st)er

Anders leren kijken naar kinderen: idee van het ‘krachtige kind’ = geloof in de sterkte van kinderen. Daarbij hoort een ‘nieuwsgierige begeleid(st)er’ die ‘echt’ interesse heeft in kinderen: in wat kinderen bezighoudt i.p.v. kinderen ‘bezighouden’.

De pedagogiek van kijken, luisteren en inspelen

Hiervoor moeten we kindbegeleid(st)ers leren bewust en gericht kijken naar kinderen. Instrument en bijhorende tools hiervoor= Goed zO! (observatielijst, praktijkfilmpjes, inspiratieteksten, inspiratiefoto’s en materialen)

De deelkliks= uitspraken over observeerbaar kindgedrag gebaseerd op de ontwikkelingsgebieden: grote motoriek, kleine motoriek, taal, ontdekken van de wereld, sociale ontwikkeling, verstandelijke ontwikkeling, goed in je vel en zelfsturing.

Het team krijgt hierbij ondersteuning op drie niveaus: wat ze kunnen observeren hoe ze kliks en deelkliks kunnen stimuleren hoe ze ouders als mede- opvoeder kunnen informeren en betrekken bij het in kaart brengen van het totaalbeeld van het kind

We voorzien in totaal een maximum van 6 registratiemomenten voor een totaal verblijf van een kind met de leeftijd van 0 tot 3 jaar:

1ste moment: tot de leeftijd van 6 maanden 2de moment: omstreeks de leeftijd van 7 tot en met 9 maanden 3de moment: omstreeks de leeftijd van 10 tot en met 12 maanden (1 jaar) 4de moment: omstreeks de leeftijd van 13 tot en met 18 maanden 5de moment: omstreeks de leeftijd van 19 tot en met 24 maanden (2 jaar) 6de moment: omstreeks de leeftijd van 2 tot en met 3 jaar

De wijze waarop peuters en kleuters ‘groot’ groeien, verschilt niet zoveel van elkaar. Daarom willen we werken aan: - een kwaliteitsvolle begeleiding van de ontwikkeling van bij het kinderdagverblijf. een naadloze doorstroming van kinderdagverblijf naar de kleuterschool het uitsluiten van didactische vervroeging ontwikkeling van kinderen vanuit een positieve en motiverende visie (er kan enkel digitaal aangevinkt worden wat kinderen wél beheersen) in kaart brengen

Om deze principes te waarborgen richten we ons o. a Om deze principes te waarborgen richten we ons o.a. tot de filosofie van Piaget (ontwikkeling van het jonge kind): sluit aan bij de visie van het PPGO vertrekt van actief ontwikkelen en leren in rijke, natuurlijke leersituaties Beide uitgangspunten gelden zowel voor het kinderdagverblijf als voor de kleuterschool