Eenvoudige data-analyse: beschrijvende statistische Hoofdstuk 15 Eenvoudige data-analyse: beschrijvende statistische maten
Data coderen en het codeboek Data-invoer: verwijst naar het maken van een computerbestand met de ruwe data van alle vragenlijsten die geschikt worden geacht voor analyse. Data coderen: codes toekennen aan de mogelijke antwoorden op elke vraag in de vragenlijst. Codeboek: boek waarin alle namen an variabelen zijn opgenomen en de codes die aan elk mogelijk antwoord op elke vraag zijn toegekend.
Soorten statistische analyses bij marktonderzoek: datareductie Datareductie: het beschrijven van een datamatrix door een klein aantal kenmerkende maten voor de dataverzameling te berekenen. Vier functies van datareductie: samenvatten van de data toepassen van begrijpelijke conceptualiseringen overbrengen van onderliggende patronen generaliseren van de steekproefuitkomsten naar de populatie
Soorten statistische analyses bij marktonderzoek: statistische analyse
Soorten statistische analyses bij marktonderzoek: statistische analyse Vijf soorten statistische analyse Beschrijvende analyse: gebruikt om de data te beschrijven. Inferentiële analyse: statistische procedures gebruiken om de steekproefuitkomsten te generaliseren. Analyse van verschillen: bepalen in welke mate er echte en generaliseerbare verschillen in de populatie bestaan. Analyse van verbanden: bepalen of er systematische verbanden tussen variabelen bestaan. Voorspellende analyse: hiermee kan de onderzoeker voorspellingen doen over toekomstige gebeurtenissen.
Data begrijpen via beschrijvende analyse Twee maten worden gebruikt om de informatie uit een steekproef te beschrijven: Centrummaten: de datareductie is erop gericht een enkel stuk informatie te rapporteren dat het meest typerende antwoord op een vraag beschrijft. Spreidingsmaten: alle spreidingsmaten (measures of variability) geven het ‘typische’ verschil weer tussen de waarden in een verzameling.
Data begrijpen via beschrijvende analyse Centrummaten Mode: die waarde in een reeks getallen die het vaakst voorkomt. Mediaan: de waarde die in het midden ligt van een geordende verzameling waarden. Gemiddelde: de doorsneewaarde die een serie getallen kenmerkt.
Data begrijpen via beschrijvende analyse Spreidingsmaten Frequentieverdeling: een optelling van het aantal keren dat elke verschillende waarde in een bepaalde verzameling waarden voorkomt. Waardebereik: geeft de afstand aan tussen de laagste waarde (minimum) en de hoogste waarde (maximum) in een geordende verzameling waarden. Standaardafwijking: geeft de mate van variatie of diversiteit in de waarden aan en wel op zo’n manier dat deze vertaalbaar wordt in een normale of klokvormige verdeling.
Data begrijpen via beschrijvende analyse Spreidingsmaten
Wanneer moet je een bepaalde beschrijvende maat gebruiken?