Leerprincipe 4 Zorg voor afwisseling Het gaat er niet om hoe

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Motivatie, leeftijd en competenties
Advertisements

Rekenen met muzieknoten
Hoogbegaafdheid: Een Uitdaging!
Ho 4:Talenten.
Samen bouwen aan zelfvertrouwen
Workshop Meervoudige intelligenties Hoe ben je slim? 2011
Welkom bij Leefstijl.
Lotgenotencontact.
Principes voor een rijke leeromgeving
Stiltewandelingen en –ervaringen in het stil gebied Zwarteput in Zutendaal.
Meervoudige intelligenties
Plusklas op Basisschool De Muldershof Beek en Donk Maart 2010
Inhoud van de avond Het kindcentrum : Bouwen vanuit een gemeenschappelijke visie (Rob) Introductie partners Stichting Kinderopvang Huizen Paramedici Het.
Dieta Brandsma, neuroloog NKI-AvL 19e AvL symposium
Snoezelen snuffelen doezelen.
Isabel Brouwers Artcode 2
Autisme en het verwerken van sociale informatie
Autisme en het verwerken van sociale informatie.
Echt heel raar. Heeft te maken met koppelingen die het brein legt
The art of game design Hoofdstuk 20 en 21.
Human Dynamics.
Welkom! De vernieuwde scholenprojecten van de 3 Limburgse nationale parken Interlimburgse NME dag Gouvernement Maastricht 21 november 2013.
1. Levensbeschouwing en communicatie
Kennis - Intelligentie
Hoe het gebruik van de TOC-instrumenten de
Voorlichtingsavond groep 3
Meervoudige intelligentie
Onderzoeksvraag Op welke wijze beïnvloedt cultuur informatieoverdracht en hoe kunnen wij deze overdracht beïnvloeden? Wat zijn culturele struikelblokken?
Denkvaardigheden Prakticon 2013/2014.
Welkom op deze informatieavond
Natuurgerichte intelligentie
CanDo Coaching.
Interculturele communicatie
Muziek: op zoek naar emotie
Presentatie Bijeenkomst 2
Dr. H. Gardner ‘Het gaat er uiteindelijk niet om hoe intelligent je bent, maar hoe je intelligent bent’ 1.
Wat is licht? Licht is een expressievorm van energie die vrijkomt door het terugspringen een atoom naar een schil met een lager energieniveau. Licht.
‘NLP Basiscursus Je ongekende vermogens’
‘NLP Basiscursus Je ongekende vermogens’
Volksuniversiteit Zwolle
Leerstijlen KOLB SJM.
Meervoudige intelligenties.
Weerbaarheid en zelfredzaamheid vergroten
Communicatie 2 Docent: Johan v.d. Sloot Kwartaal: 1 Les: 3 – week 4 Kamer: L
Communicatie 2 Docent: Johan v.d. Sloot
Pedagogische theorieën
thema 2 Bijeenkomst oktober 2015
Levenslooppsychologie werkcollege 4 Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije
Voelsprieten Informatieavond
Talentgebieden – Interesses –Leervoorkeuren
Hoe leren leerlingen? Het leerproces Overzicht hoofdstuk 1
Doelstellingen Nieuwsbegrip Motiverend begrijpend lezen Uitbreiding van kennis van de wereld Transfer.
Problemen in de interactie en communicatie bij kinderen met een aan autisme verwante stoornis. M. Serra & R.B. Minderaa.
Meervoudige intelligentie
ICC Module Meervoudige Intelligenties Bijeenkomst 1 Datum Naam trainer / instelling.
Elmer in groep 3 Muzikale ontwikkeling Hanny van Rens.
Meervoudige Intelligentie theorie (Gardner)
INHOUD LES: “LEREN” Wat is leren? Hoe kunnen we leren? Verschillende leertheorieën; Klassieke conditionering Operante conditionering Leren door imiteren.
Taal- en Interactievaardigheden in de Kinderopvang
Omgevingsonderwijs Wat? Leren in en van de (eigen) omgeving Waarom?
Doelen behalen met activiteiten
Alle kinderen gemotiveerde lezers
Doelen behalen met activiteiten
Spelenderwijs en ontdekkend leren
Houd je aandacht erbij! Trainers: Jan de Groot Henk Torreman.
5 rollen van de docent : verdieping
Welkom bij het leernetwerk Ouderen in het Vizier!
Boekbespreking “Soorten intelligentie” ~ Howard Gardner
De kunst van het luisteren Communiceren met kinderen op school en thuis Anke den Hertog, P2E.
Burgerschap Thema: politiek
Transcript van de presentatie:

Leerprincipe 4 Zorg voor afwisseling Het gaat er niet om hoe Leren in gevarieerde arrangementen en met een variëteit van sturingsmogelijkheden naar inhoud, vorm en tijdstip Verhalen voorlezen Auditieve leerders hebben het nodig hardop dingen te zeggen Een rijke variatie aan leerbronnen Zorg voor afwisseling Het gaat er niet om hoe intelligent je bent, maar hoe je intelligent bent

Howard Gardner * 1943 Neuropsycholoog Professor of Cognition and Education in Harvard 1983: Frames of mind 1993: Multiple Intelligences www.pz.harvard.edu/Pis/HG.htm

Meervoudige Intelligentie “ Het gaat er niet om hoe intelligent je bent, maar hoe je intelligent bent” Toelichting De theorie van Meervoudige Intelligentie van Howard Gardner is gebaseerd op een brede kijk op intelligentie. Voor Gardner is de vraag die gesteld wordt middels de IQ-test “Hoe intelligent is een leerling” te beperkt. Er is volgens hem geen sprake van een algemene intelligentie-factor, die te vangen zou zijn in een enkel cijfer. Het gaat hem meer om de vraag “Hoe je intelligent bent”, waarbij hij voorlopig uitgaat van acht verschillende intelligenties. Wil je de mens, de leerling, in de volle breedte waarderen dan zou je daar ook vanuit deze brede visie op intelligentie naar moeten kijken.

Oefening : de mens wordt uitgedaagd door problemen Maak de onderstaande sommen 15 + 6 = 3 +56 = 89 + 2 = 12+53 = 76+26 = 25+26 = 63+32 = 23+5 = Snel: denk aan een gereedschap, een meubelstuk en een kleur en schrijf deze op Waar dacht je aan? Bedenk een verklaring. Doel van de oefening: De deelnemers laten ervaren hoe motiverend het is om uitgedaagd te worden door iets dat je niet begrijpt. Reflectie Ieder mens wordt uitgedaagd door problemen of door verschijnselen die om een verklaring vragen. Hersenen zijn niet van nature gericht op het reproduceren van kennis en in de praktijk blijkt het geheugen ook een zeer onbetrouwbaar medium om het verleden in op te slaan. Een accurate reproductie van kennis vraagt om herhaling en dat is een weinig motiverende leeractiviteit die veel discipline vraagt. De probleemgerichtheid van de mens is aangeboren en evolutionair verklaarbaar. Het is van levensbelang om alert te zijn op verschijnselen in de omgeving die niet in het bekende patroon passen. Wat ons bekend is, daarvan weten we dat het ongevaarlijk is. Maar iets onbekends of een onbekende kan een potentieel gevaar betekenen en het maakt ons onrustig en nieuwsgierig. Daarnaast is de explosieve groei van de mensenhersenen, vergeleken bij andere zoogdieren, te verklaren uit het vermogen dat wij hebben ontwikkeld om problemen op te lossen en daarmee het leven meer leefbaar te maken. Toepassing van het inzicht van probleemgestuurdheid in het onderwijs gebeurt bijvoorbeeld bij een vorm zoals Probleemgestuurd Onderwijs. Toepassing * Op welke manier kun je je onderwijs uitdagender door probleemgestuurdheid in te bouwen? * Neem een les die je volgende week/morgen gaat geven. Probeer een uitdagend(e) probleem/vraag te bedenken waarmee je deze les gaat beginnen.

Meervoudige Intelligentie Howard Gardner: “Leren is het vermogen van de mens om problemen op te lossen ……en ook het vermogen om nieuwe problemen te bedenken” ..met als doel zich aan de omgeving aan te passen!! Om te overleven

Criteria voor intelligentie Elke intelligentie zetelt in een autonoom deel van de hersenen Bij sommige mensen is een bepaalde intelligentie extreem ontwikkeld Iedere intelligentie heeft een eigen ontwikkelingstraject Toelichting Gardner stelt en aantal criteria waaraan een intelligentie moet voldoen, zoals: Elke intelligentie zetelt in een autonoom deel van de hersenen De intelligenties functioneren als zelfstandige eenheden, maar natuurlijk wel in relatie met andere intelligenties. Vaak bevindt een intelligentie zich in een bepaald gebied van de hersenen (visuele intelligentie in het achterhoofd, taalkundige centra naast de slapen). Daardoor kan een locale beschadiging tot het verlies van een intelligentie leiden (zoals bijv bij hersenblindheid). Bij sommige mensen is een bepaalde intelligentie extreem ontwikkeld of juist volledig afwezig. Iedereen kent wel voorbeelden van iemand met een buitengewoon talent, dat niet alleen door oefening tot stand gekomen, maar dat iemand ook heeft meegekregen bij geboorte. In het Engels heet dat “gifted”, waarmee aangegeven is dat het om een buitengewoon aangeboren talent gaat. Bij ‘idiot savants’ lijkt de extreme nadruk op één intelligentie ten koste te gaan van andere intelligenties. Iedere intelligentie heeft een eigen ontwikkelingstraject Mensen worden geboren in een bepaalde natuurlijke en maatschappelijke omgeving en de ontplooiing van de intelligenties hangt daarmee samen. Bij ons staat de ontplooiing van het individu centraal, maar in Japan hecht men veel meer belang aan sociaal dienstbetoon en onderling respect. Dit verschil in maatschappelijke context manifesteert zich al op de verschillende manieren waarop met kinderen in het kinderdagverblijf wordt omgegaan in Nederland en Japan. Intelligenties hebben dus een verschillende startposities en ontplooien zich daarna in de verschillende fasen van het leven. Gardner onderscheidt vier ontwikkelingsfasen bij elke intelligentie: Fase 1 Een kind wordt geboren met het tienvoudige aan hersencellen dan het later zal gebruiken. In het eerste jaar na de geboorte zal 90 % van de hersencellen verdwijnen en daarna zullen de overige 10% blijven bestaan als neurale netwerken. Hoe uitgebreid en intensief deze netwerken zijn hangt af van de prikkels die de mens in het verdere verloop van zijn leven krijgt. Vooral de impulsen in de eerste jaren van het leven zullen de basis leggen voor verdere ontwikkeling. Fase 2 In dit stadium worden kinderen actief in de wereld om hen heen. Door middel van spel simuleren zij de wereld van de volwassenen en veel speelgoed is er op gericht om problemen op te lossen. Zij maken zich meester van de taal. Vaak krijgen kinderen de zorg over kleine huisdieren. In dit stadium gebeurt veel van het leren op een natuurlijke en vanzelfsprekende manier en verbonden met emotie en context. Vaak gebeurt het leren/spelen ook samen met anderen. Fase 3 Dit is de fase van het formele onderwijs, waarin het kind, de leerling, zich verder kan bekwamen in het ontplooien van haar talenten, maar nu onder de begeleiding van volwassen professionals. Doordat onze maatschappij steeds ingewikkelder is geworden, duurt deze fase ook steeds langer. Het kan voorkomen dat een mens nog steeds in deze fase verkeert, maar reeds de verantwoordelijk heeft die hoort bij het stichten van een gezin. Fase 4 Dit is de fase van het meesterschap, waarin een mens zijn ontplooide talenten gaat gebruiken binnen de uitoefening van een beroep. Dit betekent natuurlijk niet dat nu de ontplooiing van de talenten tot een einde is gekomen. Juist in onze snel veranderende maatschappij blijft het nodig om te blijven leren en je eigen “portfolio” bij te houden. Als materiaal om het jezelf mogelijk te maken om de juiste keuzes te maken en om aan anderen te laten zien wie jij bent, waar je vandaan komt en waar je heen wilt. Het zal duidelijk zijn dat deze vier fasen niet streng van elkaar in tijd gescheiden zijn en dat verschillende fasen ook naast elkaar doorlopen kunnen worden. Voor het voortgezet onderwijs is het belangrijk om voor de verschillende fasen aan te geven wat het niveau is wat je voor de verschillende intelligenties in een bepaalde fase kan verwachten: bijvoorbeeld einde van de basisschool, einde van de onderbouw, einde van de bovenbouw.

Kernpunten in de theorie MI Iedereen is in het bezit van alle intelligenties De meeste mensen ontwikkelen de intelligenties tot een adequaat niveau Intelligenties werken samen Er zijn verschillende manieren om intelligent te zijn binnen een bepaald gebied Toelichting Iedereen is in het bezit van alle intelligenties Sommige mensen zijn heel ruim bedeeld met een bepaalde intelligentie (zoals bijvoorbeeld Mozart wat betreft de muzikale intelligentie) en bij andere is een intelligentie slechts in rudimentaire vorm aanwezig. De meeste mensen bevinden zich ergens tussen twee uitersten in. De meeste mensen ontwikkelen de intelligenties tot een adequaat niveau De meeste mensen ontwikkelen de intelligenties tot een adequaat niveau, maar het is juist voor het onderwijs van belang dat de ontwikkeling van een bepaalde intelligentie bij sommige leerlingen achtergebleven kan zijn en extra aandacht verdient. Sommige leerlingen meer dan normaal moeite met taal (dyslexie), rekenen (discalculie), hebben moeite met sociale vaardigheden of zijn slecht in staat tot zelfreflectie (intrapersoonlijke intelligentie). Het is goed ons als onderwijsgevenden te realiseren dat dergelijke ‘achterstanden’ in bepaalde intelligenties op evenveel begrip en aandacht moeten kunnen rekenen als een matige aanleg voor een vak als natuurkunde. Intelligenties werken samen Door de intelligenties apart te presenteren ontstaat de indruk dat zij geïsoleerd een rol spelen, maar dat is natuurlijk niet het geval. Intelligenties werken met elkaar samen. Denk maar aan het bereiden van een het spelen van een partijtje voetbal. Het lijkt te gaan om lichamelijk motorische intelligentie, maar er komt veel meer bij kijken: je hebt strategisch inzicht in het spel nodig (logisch), ruimtelijk inzicht (visueel), je communiceert met medespelers (taalkundig en interpersoonlijk), je moet kunnen leren van je ervaring (intrapersoonlijk). Evenals bij leerstijlen worden de intelligenties apart benoemd om ze kunnen onderzoeken op hun karakteristieken. Intelligenties werken samen, maar je kunt onderscheid maken tussen de ‘doelintelligentie’ en de ‘ondersteunende intelligenties’. Het is belangrijk om je bij het ontwerpen van onderwijsmodules af te vragen welke ‘doelintelligentie’ je wilt ontwikkelen. Sommige jongens zijn erg goed in de exacte vakken (logische intelligentie), maar hebben een achterstand op het gebied van sociale vaardigheden. Door hen samen met anderen aan wiskundesommen te laten werken stimuleer je de interpersoonlijke intelligentie (doelintelligentie) en gebruikt daarbij de logische intelligentie (ondersteunende intelligentie). Er zijn verschillende manieren om intelligent te zijn binnen een bepaalde categorie Een bepaalde intelligentie kan op verschillende manieren tot uiting komen. De taalkundige intelligentie bijvoorbeeld kan zich manifesteren in schrijfvaardigheid, spreekvaardigheid of in luistervaardigheid. Het is voor het onderwijs van belang om ook het talent te (h)erkennen als het zich manifesteert op formele manier (zoals onderwezen en getoetst in het curriculum) maar ook oog te hebben voor ínformele manifestaties van een intelligentie. Misschien is een leerling niet zo sterk in het schrijven van een opstel of een verslag, maar blijkt zij wel verbaal sterk op het schoolplein tussen andere leerlingen. Daarom is het van belang om per intelligentie te omschrijven op welke verschillende manieren die zich uit en dat ook te betrekken in het onderwijzen en beoordelen.

Meervoudige intelligentie Talig: spreek-lees en schrijfvaardigheid Intrapersoonlijk: zelfbeeld, karakter, levensloop, passie, droom, ideaal, leerstijl Interpersoonlijk: samenwerken, communicatie, relaties Logisch/ mathematisch: analyseren, logisch denken, gevoel voor cijfers Natuurgericht: ontleden/determinatie, gevoel voor planten en dieren, betrokkenheid bij de wereld Lichamelijk/ motorisch; vrijheid van bewegen, ritmegevoel, leren door doen Visueel/ruimtelijk: ruimtelijk inzicht, vorm, kleding, kleurgevoel. Muzikaal: muzikaliteit, stemgebruik/ zang, ritmegevoeligheid

Verbaal-taalkundige intelligentie Denkt in woorden Houdt van lezen, schrijven, verhalen, woordspelletjes Heeft behoefte aan boeken, papier, schrijfspullen, dialoog,discussie Werkvormen Boeken Deze leerlingen werken graag met het boek en leren daar ook veel van. Verhalen Verhalen vertellen behoort niet tot het verleden. De orale historie is ouder dan het geschreven woord en evolutionair is het een oudere vorm van informatieoverdracht. De hersenen zijn zeer toegankelijk voor verhalen en opslag in het lange termijn geheugen gaat beter dan geschreven informatie. Een goed verhaal is wel bestede lestijd. Maar denk ook aan de mogelijkheid om leerlingen zelf een verhaal van de lesstof te laten maken. Of aan elkaar de stof uit te laten leggen, want dat is ook een soort verhaal. Elke keer dat je iets uitlegt, ankert de stof zich dieper in het lange termijn geheugen. Litteratuur ‘Scenario’s voor actief leren. Verhalend ontwerpen in het Voortgezet Onderwijs (E.Vos e.a. ,1999) Brainstorming Gebruik de techniek van het ‘woordwebben’ of ‘mind mappen’ (ook visueel) bij de introductie van een nieuw onderwerp. Tape recording De taalkundige intelligentie uit zich ook verbaal. Sommige leerlingen zijn beter in staat zich mondeling dan schriftelijk uit te drukken (denk aan de leerlingen die ‘streetwise’ zijn en aan de verbale taal die zich in de Bijlmermeer heeft ontwikkeld. Pas recent is hier een woordenboek van gemaakt). Wat een schrift is voor de schrfitelijk-taalkundige leerling is de tape-recorder voor de verbaal intelligente leerling. Publiceren Door de leerlingen worden heel veel verslagen geschreven, die meestal slechts door de docent worden gelezen. Laat een schrijven voor een ander: voor leerlingen uit andere klasselagen, voor de ouders, voor mensen buiten school, voor de krant of de clubblaadjes. Instrumenten voor determinatie Vertel het verhaal over… Voer een debat over …. Maak een gedicht over …. Geef een presentatie over … Bedenk een slogan voor …. Bereid een klassediscussie voor over …. Houdt een interview met …… Houdt een talk show over …… Schrijf een boekverslag Maak een woord puzzel …. Schrijf een hoofdartikel over …. Gebruik word op de computer om …. Maak een woordenboek over .. Maak een samenvatting van … Schrijf een artikel over ….

Oefening: logisch–mathematische intelligentie Doel: deelnemers laten ervaren dat een logisch probleem opgelost kan worden door gebruik te maken van verschillende intelligenties. Opdracht: je hebt twee minuten de tijd om de oplossing te bedenken. Je kan de oefening alleen doen of samen met een ander. Toelichting bij de uitvoering: Afhankelijk van de favoriete intelligentie zullen de deelnemers deze oefening op verschillende manier uitvoeren: Logisch: maken er een rekensom van Taalkundig: volgen de tekst Visueel: proberen de transactie te verbeelden Motorisch; spelen de handeling na (bijv met surrogaat van geld) Muzikaal: … Intrapersoonlijk: zitten in zichzelf te mompelen Interpersoonlijk: overleggen met anderen Natuurlijk: …… Oplossing: logisch gezien gaat het om twee transacties: De eerste transactie levert 10.000 euro op De tweede transactie levert 10.000 euro op De totale winst; 20.000 euro

Logisch-mathematisch Denkt logisch en redeneert graag Houdt van rekenen, grafieken, tabellen, experimenteren,puzzels Heeft behoefte aan laboratoriumspullen, exacte instrumenten, computers Werkvormen en instrumenten voor determinatie Maak een schema of een model van …. Voorspel de logische uitkomst van ….. Probeer patroon te ontdekken in ….. Bedenk een formule voor ….. Maak een tijdlijn voor …. Zet de volgende gebeurtenissen in een logische volgorde Los dit probleem op door ….. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen … Analyseer en trek een conclusie Gebruik een grafische rekenmachine om ….. Maak een concept map van …. Maak een mind map van …… Bedenk een natuurwetenschappelijk experiment om ….. Bedenk een analogie voor ….. Uit welke onderdelen bestaat …. Wat heb je voor hypothese voor .. Hoe test je die hypothese Wat klopt niet aan ….. Maak een indeling of classificatie van … Bereken de …..

Oefening: visueel-ruimtelijke intelligentie Kijk één minuut naar het volgende schilderij

Wat heb je gezien of gehoord? Wat dacht je? Wat voelde je? Toelichting Doel De deelnemers laten oefenen in het benoemen van de intelligentie die hoort bij een bepaalde reactie. De deelnemers laten ervaren dat je heel verschillend naar zo’ n schilderij kijkt en dat de ervaring van het schilderij sterk bepaald wordt door de dominantie van bepaalde intelligenties. De volgende reacties zijn mogelijk: Ik zag ……. (visueel-ruimtelijk) Ik zag 5 mensen, twee bomen …. (logisch mathematisch) Ik zag rode aarde, een blauwe rivier … (visueel-ruimtelijk) Die ene vrouw staat alleen ….eenzaam (interpersoonlijk) Ik krijg het gevoel dat …. (Intrapersoonljk) Als ik die vrouw was (intra- en interpersoonlijk) Die linker man staat raar, staat hij bij een muurtje (logisch-mathematisch) Dit lijkt mij een impressionistisch ….. (analyseren: logische mathematisch) Ik zag bomen en bergen en een rivier (naturalistisch) Mensen die geluiden hoorde, al of niet van het schilderij (muzikaal-ritmisch) Deelnemers die met hun buur overleggen (interpersoonlijk)

Visueel- ruimtelijke intelligentie Houdt van tekenen, visualiseren, ‘doodling’, ontwerpen Denkt en onthoudt in beelden Heeft behoefte aan kunst, lego, video, films, dia’s, power point, musea, strips Goed in staat emoties en ervaringen te visualiseren Sterk ontwikkeld topografisch gevoel Ziet snel ongewone en gewone patronen. Heeft een snelle oriëntatie op landkaarten en in steden en gebouwen. Werkvormen en instrumenten voor determinatie Maak een tekening van ….. Maak een mind map van …… Hoe zie je dat voor je …. Maak een routebeschrijving van … Gebruik de atlas om …. Bekijk een video over … Waar gaat deze afbeelding over … Maak een collage over … Gebruik kleur om …. Ontwerp een poster over … Illustreer een tekst over … Gebruik ‘graphic organizers’om…. Maak een advertentie over …. Maak een mentale voorstelling van … Maak foto’s/ een film over ….. Ontwerp een decor …

Muzikaal-ritmische intelligentie Denkt in ritme en melodie Houdt van zingen, fluiten, ‘tappen’ met handen of voeten, luisteren Luistert en/of maakt graag muziek Legt vaak onbewust een koppeling tussen emotie en geluid Is gevoelig voor toonhoogte en ritme. Werkvormen Ritme Gebruik ritme bij het aanleren van formules en procedures. Het lijkt uit de tijd, maar rijm en ritme is een geweldige geheugensteun als het gaat om het onthouden van standaard leerstof. States Muziek in de klas is zeer bruikbaar om de juiste ‘stemming’ voor leren te scheppen. Zoals bijvoorbeeld energieke muziek bij actieve onderdelen van de en rustige muziek bij het maken van verwerkinsgopdrachten. Litteratuur : Tools for Engagement (Eric Jensen, 2003, ISBN 1-890460-38-9) Het gebruik van geluid, liedjes, raps De meeste zaken die leerlingen maken geluid. Het varieert van je eigen hartslag tot aan liedjes die illustratief zijn voor een bepaald historische periode. Omgekeerd kan van een verschijnsel ook een lied gemaakt worden. Instrumenten voor determinatie Bedenk een muzikale begeleiding bij … Schrijf een liedtekst voor …. Zing een lied over ….. Zoek naar een lied dat hoort bij …. Bedenk/zoek geluiden bij ….. Maak een korte musical over … Ga buiten op zoek naar geluid dat … Bedenk een rijmpje om … Schrijf een nieuwe tekst bij een bekend liedje om … Onderzoek aspecten van een andere cultuur door middel van muziek

Lichamelijk-kinesthetisch intelligentie Denkt in beweging en somatisch gevoel Houdt van dansen, sport, beweging, doen, maken, aanraken Behoefte aan beweging en leren door doen Werkvormen en instrumenten voor determinatie Speel een rollenspel over …. Doe een simulatie over … Maak een bord- of een vloerspel over .. Bouw een model van …. Ontwikkel een product …. Bedenk een spel over … Oefen de volgende lichamelijke vaardigheden … Ga een buitenopdracht doen … Beeld met gebaren uit …..

Intrapersoonlijke intelligentie Denkt vooral in relatie tot de eigen behoeften, gevoelens en doelstellingen Houdt van reflectie, meditatie, dagdromen, plannen Heeft behoefte aan tijd voor zichzelf, geheime plekken, eigen keuze, eigen projecten Blijft persoonlijk ontwikkelen Werkvormen en instrumenten voor determinatie Wat vind je interessant aan .. Leg uit wat het belang is voor jou van …. Maak voor jezelf een doelstelling … Wat motiveert je om …. Hoe beoordeel je zelf je eigen … Geef een uitleg bij de gevoelens die je krijgt bij … Beschrijf een belangrijke waarde van… Noem iemand die je bewondert. Leg uit waardoor. Bedenk een persoonlijk motto voor … Wat is jouw rol geweest bij ….. Wat zou je de volgende keer anders doen?

Interpersoonlijke intelligentie Gericht op anderen Houdt van leidinggeven, organiseren, contact maken, bemiddelen, feestjes Behoefte aan vrienden, groepsspelletjes, sociale gebeurtenissen, clubs In staat anderen te motiveren Sterk vermogen tot empathie Werkvormen en instrumenten voor determinatie Werk samen met een ander of in een groep Bedenk een rollenspel over…. Organiseer voor de klas ……. Leer iemand anders om ….. Geef of ontvang feed back op …. Geef leiding aan …… Voer een gesprek over…. Houdt een debat over …. Maak een presentatie over …. Organiseer een discussie over …. Wat zijn de motieven van …… Wat zijn de relaties tussen ….. Wat kun je betekenen voor ….. Wat zou je moeten doen om …… Wat zou er gebeurd zijn als …….. Beschrijf het karakter van …

Natuurgerichte intelligentie Goed in observeren en ordenen Houdt van huisdieren, tuinieren, natuur, zorg voor de planeet Heeft behoefte aan natuur, contact met dieren, Werkvormen en instrumenten voor determinatie Maak een nauwkeurige beschrijving van…. Maak een nauwkeurige tekening van … Wat is het verschil tussen …. Wat is karakteristiek voor …. Bedenk een classificatie voor … Maak een determinatietabel voor …. Leg een verzameling aan van ….. Wat zijn de biologische oorzaken van ….. Beschrijf het gedrag van ….. Maak een verzorgingsplan voor .. (planten of dieren op school) Maak een ontwerp voor de tuin van …

Hoe kunnen we MI in ons werk gebruiken? 1 Benutten van intelligenties * Intelligenties belangrijk als ingang * Meer kennis over de ander * Leidraad voor inrichten bijeenkomsten: werkvormen, omgeving * Meer deelnemers bereiken * Bevorderen positief leer- en leefklimaat

Hoe kunnen we MI in ons werk gebruiken? 2 Ontwikkelen van intelligenties * brede ontwikkeling stimuleren * rekening houden met verschillen * de totale persoon bereiken * samenwerking tussen intelligenties bevorderen