Docenten: Ad Backus en Marie Nilsenova

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

Grammar Chapter 4 – G3 Aangeplakte vragen = Question tags.
Grammar Chapter 4 – G1 What en Which.
Spreekbeurt Kira Lamers in groep 3 a Pius X school in Bemmel op 23 maart 2012   Ik ben Kira en net als mijn papa zijn wij Nederlanders. Mijn mama is in.
Life in the universe.
naamwoordelijk gezegde
“Hoe kom ik aan klanten?”
Communicatie & Presentatie
Verborgen vormen van pesten
Welke kenmerken schrijven jij of anderen aan God toe? Roept u maar!
Geloof in werking GEMEENTE DOK MARCEL GENEZING GAVEN VAN DE GEEST.
Echte Vrienden zijn belangrijk in het leven.
Spreekbeurt van Romy Vonk Gr 6M
Grammar Chapter 4 – G4 Meervoud.
Wie is rijk ? & wie is arm ?.
Hoofdstuk 2 de tijd van jagers en boeren
Woord van Leven April 2014.
Termen Sterke waardering= persoonlijke keuzes die iemand maakt en die zijn andere waardering richting geven (maatstaf) blz40 Hyperwaarde= cultureel bepaalde.
© De Coninck Sofie en © Onze maatschappij is multicultureel.
Grammar Chapter 6 G 1 De Passive.
Woord van Leven Mei 2011.
KOMMAGEBRUIK.
Sociolinguïstiek Bijeenkomst 3.
Sociolinguïstiek Bijeenkomst 1 Programma
Taalkunde Grammatica A
En wat doet taalkunde in het programma van CKI?
De eerste fasen van de semiotische evolutie van cultuur
Portfolio
Europa wordt christelijk
TAALVERWANTSCHAP.
Grammar Chapter 3 – G1 If en When.
Grammar Chapter 4 – G2 If + past simple. Je wist al dat je voor het woordje als in het Engels if kunt gebuiken. We gaan hier even mee verder. Het kan.
Woordvolgorde met woorden van tijd
Inleiding CIW 2008 Analysecollege 1. Analysevraag 1 Bekijk de reclame van Bol.com waarbij mensen vragen naar een bepaalde film, maar vervolgens een product.
In deze powerpoint vind je basis-grammatica: zaken die je na 3 onderbouwjaren eigenlijk niet onbekend voor mogen komen. Klik op een van onderstaande onderwerpen.
Deltion College Engels A1 Spreken/ [Edu/001] thema: My name is…
AMARANTIS EXAMEN Medewerker Marketing Communicatie.
Interpreteren van data
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
MET GRAMMATICA MEER SNAPPEN! O O O, WAAROM TOCH?.
Van ‘wuh’ naar ‘alles goed?’
Woordenschat en kijk op taal Hoofdstuk 2 en 3
Het opbouwen van een data base
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Hans BennisMeertens Instituut (KNAW)
Dienstverlening voor integere en geweldloze communicatie Presentatie door R.R. Annema.
Wat is de zin van het leven?
De Indo-Europeanen.
Wiki Interculturele communicatie
Welkom in groep 4 André Bovelander en Nikie Mesker.
Duistere eeuwen Prehistorisch Nederlands en Oudnederlands
Deltion College Engels A1 Spreken/Presentaties[Edu/002] thema: Welcome… can-do : kan een korte, vooraf geoefende mededeling doen aan een groep © Anne Beeker.
voor familie en vrienden van
Stage: Basisschool de Klingerberg
Leerdoel: je kunt herkennen wat bij geschiedenis hoort.
Madagaskar is een eiland in de Indische Oceaan, 430 km van Mozambique. Zo’n 2000 jaar geleden zetten de eerste bewoners ‘voet aan wal’ op dit eiland.
Duistere eeuwen Prehistorisch Nederlands en Oudnederlands
Basisschool Op De Horst
De eerste mensen § 1.1 & 1.2.
Een onderdeel van neuro linguistic programming
Niets is wat het lijkt.
Taalgeschiedenis DT jaar periode 3
De ark van het verbond Exodus 25 : Het oudste Nederlandse zinnetje Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hic enda thu uuat unbidan uue nu.
Talentgebieden – Interesses –Leervoorkeuren
Formulier voor de bediening van de Heilige doop aan de kinderen van de gelovigen I Versie GS Harderwijk 2011 Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Over.
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Centraal Examen Nederlands
Taalkennis les 1.
Grammatica zinsdelen Redekundig ontleden.
Communicatie & Presentatie
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
Transcript van de presentatie:

Docenten: Ad Backus en Marie Nilsenova Taalwetenschap 2006/2007; 1e semester Maandag 14.45-16.30 CZ 114 Docenten: Ad Backus en Marie Nilsenova No class on 17 - 10

Huishoudelijke informatie E-mail docenten: A.M.Backus@uvt.nl M. Nilsenova@uvt.nl Boek: Appel, R. e.a. (2002). Taal en Taalwetenschap. Oxford: Blackwell. Eindcijfer: tentamen (60%) + opdrachten (40%) Eindcijfer: ook opdrachten of midterm?

Taal Doel van taal: communicatie Gesprekken voeren met vrienden, voorlichtingsteksten schrijven, Internetpagina’s ontwerpen, lesgeven, een roman schrijven enz. Taalwetenschap/Taalkunde: beschrijving van het gebruik in al deze contexten, van het systeem dat eraan ten grondslag ligt, ontwikkelen van theorie over hoe taal in ons hoofd zit

Andere communicatiesystemen Wat maakt taal uniek? Andere systemen Verschillen met andere systemen Dierentalen Non-verbale communicatie Kunstmatige talen

Dierentalen Apen, bijen, zangvogels, dolfijnen, etc. Anders dan mensentaal: Beperkter (kleiner arsenaal aan symbolen, bv. alleen miauw) Eindig (bijen kunnen geen verticale dimensie aangeven en het kan ze niet aangeleerd worden) Alleen geschikt voor hier en nu (een hond kan je laten weten dat hij nu kwaad is, maar niet dat hij dat gisteren was) Puur informatief: geen extra informatie zoals identiteitsuitdrukking, of 10 verschillende manieren om aan tafel om het zout te vragen, e.d. Meestal niet optioneel (zangvogels leren altijd zingen; kinderen leren niet spreken als ze geen taal aangeboden krijgen) (een dier geeft gevaar aan als het een leeuw ziet; wij besluiten om iets te zeggen of niet) Weinig tot geen combinatiemogelijkheden (een bepaald geluid heeft een bepaalde betekenis, maar kan niet tot kleinere eenheden herleid worden) Maar: Ook in dierentalen is de relatie tussen teken en betekenis vaak arbitrair

Non-verbale communicatie Gebaren In ieder land een andere Sign Language: standaardtaal van doven schrift + vaak cultureel bepaalde conventies, incl. zaken als kledingkeuze

Kunstmatige talen Esperanto: computertalen: geen evolutie (talen veranderen) geen natuurlijke verwerving (kinderen leren taal) computertalen: geen ambiguïteit (in taal hebben woordjes vaak verschillende betekenissen) geen onvolledigheid (in taal maken we onze zinnen niet altijd af) geen redundantie (in taal zeggen we vaak meer dan strikt nodig is) geen inferenties (in taal laten we het vaak aan de hoorder over om de precieze betekenis te ‘raden’)

Wat zijn de ‘data’? Basis van beschrijving: het ‘object’ (taal) indelen in ‘elementen’ Basisobservatie: er is een relatie tussen vorm en betekenis.

Vorm en betekenis Vorm: klanken ‘i’ en ‘k’, woordje ‘ik’, zinnetje ‘ik wil weg’ etc. Betekenis: geen betekenis van afzonderlijke klanken, woordjes benoemen voorwerpen, handelingen e.d.: ‘ik’ betekent ‘ik’ (‘eerste persoon enkelvoud onderwerp’), zinnen benoemen gebeurtenissen: ‘ik wil weg’ betekent dat ik weg wil, etc. Relatie tussen de twee: ‘toevallige’ (niet-gemotiveerde) conventies: woordjes hebben een conventionele betekenis (Taalkunde heeft zich meer met vorm dan met betekenis beziggehouden)

Talige elementen Van klein naar groot: Klanken (fonetiek, fonologie) College 8-9 Woordvorming (morfologie) College 4-5 Woorden (lexicon) College 3-4 Structuur (zinsbouw = syntaxis, grammatica) College 6-7 Tekst (taalhandelingen, discourse)

Jargon, terminologie Zoals bij alle nieuwe vakken, zul je veel termen tegenkomen die je niet kent. Sommige termen kun je je wellicht herinneren van taalonderwijs op school (incl. vreemde-talenonderwijs) Testje op Blackboard (onder ‘Assignments’)

Nut taalwetenschap is een hulpvak (onze studie is niet Algemene Taalwetenschap, maar Communicatiewetenschap) levert basiskennis aan die je nodig hebt om vele andere vakken binnen met name Communicatiewetenschap en Interculturele Communicatie te kunnen volgen. Feedback welkom, ook later in de komende jaren Ander doel: enthousiast maken over taal

Classificatie Genetisch Talen in de wereld Taalfamilies Structureel Typologie van talen Kenmerken van talen (woordenschat, woordvolgorde in zinnen, enz.)

Talen in de wereld Alle talen even complex: Je kunt in elke taal alles onder woorden brengen De ene taal heeft complexere zinsbouw, de andere complexere klanken, etc. Symbiose tussen taal en gebruikscontext: woordenschat reflecteert cultuur, tot op zekere hoogte a)    Inuit: sneeuw, zeehonden b) Nederlands: veel zeiltermen c) Japans: veel beleefdheidsvormen

Wat is het Nederlands eigenlijk voor een taal? Het Nederlands lijkt meer op Duits dan op Engels, meer op Engels dan op Russisch, meer op Russisch dan op Chinees. De vraag is op twee manieren te beantwoorden: Indo-Europees (genetisch gezien) flexioneel (typologisch gezien)

Indo-Europese taalfamilie “The Sanskrit language, whatever be its antiquity, is of a wonderful structure; more perfect than the Greek, more copious than the Latin, and more exquisitely refined than either, yet bearing to both of them a stronger affinity, both in the roots of verbs and in the forms of grammar, than could possibly have been produced by accident.” (Sir William Jones, 1786) Indo-Europees Germaans Nederlands

Geschiedenis alle talen van de wereld aan elkaar verwant? ‘oertaal’: 150.000 jaar geleden in wat nu Kenia is. kolonisatie van de hele wereld talen gaan uit elkaar lopen er zijn geen woorden meer die uiteindelijk te herleiden zijn tot een gezamenlijke voorouder-vorm. vermenging homo sapiens met lokale bevolkingen (bv. Neanderthalers)? Yeti?

Het vaststellen van genetische verwantschap Gezamenlijke voorouder-woorden kunnen gereconstrueerd worden   Het belangrijkste gereedschap: comparatieve methode. Als twee woorden voor hetzelfde concept in twee verschillende talen bestaan, en hun vorm systematische fonologische divergentie reflecteert, dan zijn het “cognates” Voorbeeld: Sanskriet Latijn Oud-Grieks NL pitar pater pater vader bhratar frater phrater broer

VOET Grieks póus Latijn pēs Gothisch fōtus Sanskriet pad Litouws peda Slavisch podŭ Armeens otn

Sub-families: Germaans Nederlands Duits Engels   vader Vater father voet Fuss foot pijp Pfeiffe pipe paard Pferd *horse tand Zahn tooth deur Tür door 

Fæder ure thu the eart on heofonum, Si thin nama gehalgod. Tobecume thin rice Gewurthe thin willa on eardhan swa swa on heofonum. Urne gedæghwamlican hlaf syle us to dæg. And firgyf us ure gyltas, Swa swa we forgyfadh urum gyltendum. And ne gelæd thu us in costnunge Ac alys us of yfele

Oud-Nederlands Citaat uit het oudste Nederlandse boek (1100), de Egmondse Willeram, "quid expectamus nunc abent omnes volucres nidos inceptos niisi ego et tu hebban olla vogula nestas hagunnan hinase hic enda thu wat unbidan we nu" (Uit: Nederlandse Literatuur, Uitgeverij Contact, ISBN 90 254 1511 3)

etymologie Namen Rijn: < lat. R(h)enus < keltisch renos [stroom]. Het woord ‘stroom’ is zelfs verwant, d.w.z. gaat terug op hetzelfde Indo-Europese woord, een werkwoord voor ‘stromen, vloeien’, waar ook het Griekse woord reuma op teruggaat. Waal: lokale Germaanse naam, verbonden met oudengels wōh (krom) en oudindisch vakra- (rivierbocht) Maas < gallisch Mosa, vergelijk latijnse verkleiningsvorm Mosella > Moezel (“kleine Maas”) Heythuysen (plaats in Midden-Limburg), ontstaan in Middeleeuwen als groepje huizen op de hei (mag men aannemen) De Heuvel in Tilburg duidt niet op een verhoging in het terrein, maar was de benaming van een boerderij op die plek (‘hovel’, nog steeds een woord in het Engels)

Meer namen zoek je eigen achternaam op in de database van het Meertens Instituut: http://www.meertens.nl/nfd/ of je voornaam op: http://www.meertens.knaw.nl/voornamen/VNB/

Sub-families: Romaans Italiaans Spaans Frans NL cantare cantar chanter zingen catena cadena chaine ketting caro caro cher lieve cavallo caballo cheval paard Vooroudertaal had waarschijnlijk ‘k’ als eerste klank in deze woorden, want meer talen hebben ‘k’ dan ‘ch’ en de verandering van ‘k’ naar ‘ch’ komt vaker voor, en van ‘ch’ naar ‘k’ niet. Check: Latijn had cantare, catena, carus en caballus.

Onbekende familie: reconstructie Taal 1 Taal 2 Taal 3 NL mube mupe mup rivier abadi apati apat steen agana akana akan mes enugu enuku enuk diamant >> ‘p’ naar ‘b’, ‘t’ naar ‘d’ en ‘k’ naar ‘g’ zijn ‘natuurlijke’ veranderingen (zie je in Taal 1); het verliezen van een klinker op woordeinde ook (zie je in Taal 3) >> Taal 2 is het meest archaïsch

ontleningen Meestal is de basiswoordenschat van een taal redelijk “puur” (dus woorden als ‘ik’, ‘vrouw’, ‘zoon’, ‘gaan’, ‘boom’, ‘man’, ‘kind’, ‘eten’, etc., maar niet altijd: bv. Engels “they” (ontleend uit het Scandinavisch), “take” (in Oud-Engels “nimman”), etc. Zie college 3 en vak ‘Taalcontact’

Indo-European