Nijmeegs Instituut voor Sociaal en Cultureel Onderzoek Communicatiewetenschap
CW: onderzoeksobject Communicatieprocessen in de samenleving Gemedieerde communicatie “mediated communication assists in defining reality through interactive exchanges in social settings” Drie elementen van het proces Zender Productie Mediabeleid Boodschap Representatie Ontvanger (actief) Gebruik Interpretatie
CW-vragen Zender-Boodschap-Ontvanger Voorbeeld: Gebruik van ICT door specifieke gemeenschappen (lokale en virtuele gemeenschappen) Relatie Zender-Boodschap? – Wat zeggen boodschappen over de gemeenschap waarin zij zijn geproduceerd? – Welke gevolgen heeft beleid voor boodschap? Relatie Boodschap-Ontvanger? – Hoe worden media gebruikt? – Hoe worden boodschappen geïnterpreteerd? – Welke communicatie vindt n.a.v. boodschap plaats?
CW: in relatie tot ongelijkheid NISCO-programma: “Media access and media use” (toegang tot en gebruik van media door specifieke groepen) CW Studie van toegang tot en gebruik van gemedieerde communicatie die mogelijk van belang is voor ongelijkheid in samenleving
CW: reeds gestelde vragen over ongelijkheid 1. Mediagebruik (blootstelling, interpretatie) door specifieke groepen? – Mediagebruik door kinderen in diverse Europese landen. Survey. – Mediagebruik door Turkse, Marokkaanse en Surinaamse jongeren. Interviewstudie. 2. Representatie van specifieke groepen in de media? – Perceptie van de wijze waarop zij in de media aan bod komen door specifieke groepen (allochtone jongeren, ouderen). Interviewstudies
CW: in relatie tot cohesie NISCO-programma: “Representations of social reality in mediated communication, the production of mediated communication, and the reception and interpretation of representations” Studie van gemedieerde communicatie die mogelijk van belang is voor samenhang in samenleving. – Berichtgeving en duiding in nieuws; talkshows; drama; internet- gemeenschappen
CW: reeds gestelde vragen over cohesie (1/2) 1. Wat zegt boodschap/representatie over samenleving waarin representatie geproduceerd is? 2. Gevolgen van representatie voor samenleving (b.v beeldvorming)? – Berichtgeving over buurlanden in de Euregio (inhoudsanalyse) – Interpretatie van televisienieuws in het leven van alledag (hardop-denk- studie)
CW: reeds gestelde vragen over cohesie (2/2) 3. Gevolgen beleid voor boodschap? – Gevolgen mediabeleid voor pluriformiteit van berichtgeving via media; media responsibility, accountability, performance (documentanalyse) NB: comparatieve studies (Europa; Indonesië) 4. Organisationele communicatie? – Imago van organisaties – Interne communicatie (interview, survey)
CW: toekomst Genoemde vragen blijven relevant Ongelijkheid 1. Mediagebruik (blootstelling, interpretatie) door specifieke groepen? 2. Representatie van specifieke groepen in de media? Cohesie 1. Wat zegt boodschap/representatie over samenleving waarin representatie geproduceerd is? 2. Gevolgen van representatie voor samenleving (b.v. beeldvorming)? 3. Gevolgen beleid voor boodschap? 4. Organisationele communicatie?
CW: voorbeeldige projecten (1/2) Sensationalisme in televisienieuws Vragen – Trend: worden nieuwsitems sensationeler (inhoudsanalyse)? – Relatie sensationalisme-kijkcijfers (analyse KLO-bestanden)? Kenmerken Vergelijking in de tijd (1980, 1989 en dan jaarlijks) Databestanden (Centrum voor Beeld en Geluid; KLO)
CW: voorbeeldige projecten (2/2) Extreem rechts in de pers Vragen – Representatie van extreem rechts door kranten (inhoudsanalyse)? – Relatie representatie-opinies (analyse verkiezingsonderzoek)? Kenmerken Vergelijking tussen landen (Nederland, Vlaanderen, Duitsland) en in de tijd ( ) Databestanden (krantenarchieven, verkiezingsonderzoek)
CW: samenwerking binnen NISCO In recent gestarte projecten met Methoden Participatie aan Familie-enquete van Sociologie