Sociale pedagogiek.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
EDO in de lerarenopleiding
Advertisements

Transitie Jeugdzorg.
DE GROENE KWESTIE tussen politieke actie en pedagogische actie
EDO in het basisonderwijs Educatie voor Duurzame Ontwikkeling in het onderwijs Brussel, 20 januari 2009 Marleen Wouters, Departement Onderwijs en Vorming.
Welkom bij Leefstijl.
PARTICIPATIEF LEREN IN BUURTDIENSTEN
“Kansen benutten” handvatten een emancipatorisch jeugdbeleid
Onderwerpen: Veranderingen: Individuele verantwoordelijkheid en het individueel gedragen van Mensen Continuïteit: wat bleef hetzelfde bij groeps- en individueel.
Effectieve interventies tegen jeugddelinquentie
HET PEDAGOGISCH IDEAAL (VAN GROENLINKS?) Siebren Miedema.
Wat zeggen verschillende pedagogen hierover?
Jeugdsubculturen en jongerencultuur
MAATZORG IN DE THUISLOZENZORG Tine Van Regenmortel
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
Klein antwoord op een grote vraag… Jeugdwerk voor allen, zone09.
Filip Coussée Referentie:
LESINHOUDEN Motorische doelstellingen: Brion
Oefeningen sociale agogiek
Oefeningen sociale agogiek
1 Beleidsaanbevelingen SP2SP symposium 8 maart 2010.
Breuklijn tussen laag- en hooggeschoolden
Over jeugd, opvoeding en jeugdwerk Filip Coussee Vakgroep Sociale Agogiek, Universiteit Gent Uit De Marge 15 december 2011.
VERLEDEN, HEDEN EN TOEKOMST Jaap Noorda JONGERENOPBOUWWERK IN NEDERLAND.
Naam overlegorgaan Preventief Jeugdbeleid: Samen ontwikkelen en uitvoeren Workshop Kennis voor de Stad 6 november 2009.
O PVOEDINGSONDERSTEUNING Sarah-Lynn Logghe. INHOUDSTAFEL definitie doelstellingen groeiende interesse vanuit het beleid functies van opvoedingsondersteuning.
 Algemene informatie * Artikel * Auteurs  Inhoud artikel * Inhoudsopgave * Korte schets.
Beeld vd jeugd: Jeugd heeft geen normen en waarden
De theebuiltjespedagogiek van het jeugdwerk.
 Aaanpassingen die de patronaten wilden doorvoeren leverden voor Wereldoorlog II niet veel op.  De veranderingen die wel werden doorgevoerd resulteerden.
Vrijwillige hulpverlening in onze activerende verzorgingsstaat
SESSIE 8 PLEIDOOI VOOR DUURZAME CULTUURBELEVING OP SCHOOL.
Dossier Empowerment.
Inleiding politieke stromingen
Prof.dr. Micha de Winter Universiteit Utrecht
Sociologie Cultuur en Context J1.3. Bezetting Maagdenhuis Jeugd en muziek.
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
Geestelijk gezond(heidsbeleid) in het onderwijs: uitgangspunten en handvatten. Mohsen Zagheden.
Les 1 Harrie Manders (sidekick Erne Thuys)
School en samenleving Week 5 Het algemeen belang als opvoedingsdoel.
School en samenleving Schooljaar 2011 – 2012 Bijeenkomst 3 Docent: Pascal van Schajik med.hro.nl/schpa.
Empowerment Gezins- en wijkgericht werken Kwartaal 3 week 5.
Opgroeien van de adolescent in de stad Pascal van Schajik Med/schpa.
School en samenleving Week 5 Het algemeen belang als opvoedingsdoel.
(Ped)agogiek Hoorcollege 7
Inleiding in de pedagogiek Hoorcollege 6
Eldering hfdst. 3.3 Het cultureel ecologisch raamwerk
H3 Democratie in de 20 e eeuw Hoe hebben de rechtsstaat en parlementaire democratie zich ontwikkeld tussen 1920 en 1980?
Opvoeden praktisch bekeken Bieke Van Severen 1BaO C SADAN-Opdracht.
Samenhang in het sociaal domein Sociale visie, decentralisaties Commissie S&V 17 april 2012.
Bed Bad brood Laagdrempelige opvang van thuislozen Jasmine Marechal-1Basw AO.
Televisie en computer H13.2 NEDERLAND  Wederopbouw staat centraal  Hard werken en zuinig leven  Geen stakingen (harmoniemodel)  Overheidsmaatregelen.
Niet- confessionele Zedenleer. Wat is Niet- confessionele Zedenleer? (NCZ) = Zedenleer, maar niet gebaseerd op geloof, niet zomaar iets als waar aannemen.
Handelingsgericht werken OGP Bk03 Hans van Doremalen Marion Steegh.
7 de specialisatiejaar kinderzorg Toelichting bij AD5.
Annelore Van der Eecken, Robin Kemper, Ilse Derluyn & Lieve Bradt
Annelore Van der Eecken, Robin Kemper, Ilse Derluyn & Lieve Bradt
Pedagogiek als beroep.
Collectieve transitie en veerkracht
7de specialisatiejaar Thuis en bejaardenzorg / zorgkundige
3de graad verzorging Toelichting bij AD5.
Wat is jeugdwelzijnswerk?
§ 1.1 Identiteit Identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt.
Visie ontwikkeling 10 mei 2017.
Visie ontwikkeling
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
Geïntegreerd breed onthaal
JEUGDzorg - voor wie?.
Havo lesboek deel 1 ~ Hoofdstuk 1
Flits-sessie Het verhogen van de aantrekkingskracht van de instelling
Transcript van de presentatie:

Sociale pedagogiek

Sociale pedagogiek Cursusmateriaal : Transparanten : cfr website vakgroep sociale, culturele en vrijetijdsagogiek Literatuur Handboek Jeugdwerk Collegenota’s – Cfr inz. gastcolleges

Sociale pedagogiek Examen Mondeling met schriftelijke voorbereiding Schriftelijke voorbereiding omvat Kritische en geargumenteerde bespreking wetenschappelijk artikel Voorbereiding mondelinge vragen (2 op 3 vragen beantwoorden) Bespreking wetenschappelijk artikel In te leveren uiterlijk 15 maart Mag in groepjes gemaakt worden

Sociale pedagogiek

Sociale pedagogiek Socialisatie buiten school Hulpverlening Arbeid Vrije tijd Jeugdbeleid  Streven tot omschrijving situatie kinderen en jongeren in pedagogische termen

Sociale pedagogiek  Contextgebonden Maatschappelijke probleemdefinitie voorafgaand aan wetenschappelijke definitie Als feitelijkheid Als opvatting over sociaal pedagogische probleembenadering Wisselwerking maatschappelijke en wetenschappelijke probleemdefinitie Pedagogiek als verantwoordingsdebat (reflective practioner)

Sociale pedagogiek Sociale pedagogiek = mede-actor in probleemdefinitie Beeld van de jeugd Beeld pedagogische bekommernis om de jeugd

Kernthema sociale pedagogiek Thematisering relatie individu en gemeenschap: 1. Maatschappelijke vorming 2. Wisselwerking opvoeding en maatschappij 3. Jeugd = object pedagogische bekommernis

Maatschappelijke vorming Tot einde 19de eeuw: Individuele vorming = ook sociale vorming B.v. Rousseau: opvoeding in wezen sociaal. Filantropen: individuele opvoeding = kinderen leren uit zichzelf te doen wat maatschappelijk belangrijk is.

Maatschappelijke vorming Franse revolutie: « maatschappelijke orde » = sociaal en wetenschappelijk probleem « Sozialpädagogik » >< « Individualpädagogik » Natorp: gemeenschap = idee, een permanente opdracht, te realiseren via de sociale verbanden die bemiddelen tussen individu en gemeenschap. Vgl. Comte: revolutie = gevolg van het wegvallen van de sociale instellingen tussen gezin en staat.

Maatschappelijke vorming Eeuwwisseling: jongeren moeten kennis/vaardigheden verwerven nodig om in democratie te kunnen functioneren en democratie vorm te geven (Kohnstamm, Kohlbrugge) Mennicke (1930): « opvoeden tot gemeenschap » is nodig gezien erosie standenmaatschappij  doelgroep: werkloze jongeren

Maatschappelijke vorming Na WO II: « onmaatschappelijkheidsbestrijding  » Bescherming tegen opkomende consumptiecultuur b.v. Hoe jongeren arbeidsethos bijbrengen? Hoe jongeren in de kerk houden? Hoe jongeren beschermen tegen negatieve invloed arbeid(ers)milieu?

Maatschappelijke vorming Opvoeding tot gemeenschap 1. Gemeenschapsopvoeding (staatsburgerlijke opvoeding) Kohnstamm: opvoeding door den staat, voor den staat.  opvoeding individu  plicht maatschappij 2. Pedagogiek van het derde milieu

Maatschappelijke vorming Pedagogiek van het derde milieu Begeleiding jongeren in de vrije tijd Focus: niet georganiseerde jeugd Na WO II Maatschappelijk werk + volksontwikkeling Focus: pedagogische verantwoordelijkheid maatschappij en vormgeving hieraan in pedagogische voorzieningen

Pedagogiek van het derde milieu  Gezin = eerste opvoedingsmilieu school = tweede opvoedingsmilieu buiten school = derde opvoedingsmilieu  derde opvoedingsmilieu = corrigerend en/of aanvullend (residuele benadering)

Pedagogiek van het derde milieu Pedagogische verantwoordelijkheid samenleving  creëren sociale en culturele voorwaarden sociale opvoeding (cfr. ontwikkeling verzorgingsstaat) Impuls praktijkveld: toenemend aantal interventies sociale pedagogiek = opvoeding tot emancipatie uit belemmerende sociale afhankelijkheden

Van integratie naar emancipatie Groep = instrument participatie individu van « sociale integratie » naar « ondersteuning  autonomie jeugdige » Groep = referentiepunt collectieve emancipatie  doelgroepenoriëntatie

Van « sociale pedagogiek » naar « jeugdstudies » Sociale integratie  ondersteuning autonomie Van « gemeenschapsopvoeding » naar studie « agogische proces » Intentionele en systematische beïnvloeding door agoog ten aanzien van cliëntsysteem met oog op verandering in wenselijke richting Breed opentrekken blikveld Decentrering agogisch perspectief Interdisciplinaire benadering jeugdvraagstukken

Sociale pedagogiek als deel pedagogiek - « gemeenschapsopvoeding » blijft kernthema - verschuiving naar « handelingstheoretische benadering »  biografische, institutionele, politieke competentie

Sociale pedagogiek als deel pedagogiek Focus: wisselwerking opvoeding en maatschappij Sociale pedagogiek = specifieke pedagogische betrokkenheid op sociale problemen

Sociale pedagogiek: discussieterreinen 1. Specifieke doelgroep? cfr. Discussie leeftijd als afbakeningscriterium  jeugd = sociale organisatie leeftijdsgroep aandacht verschuivende betekenis jeugdbegrip

Sociale pedagogiek: discussieterreinen 2. Alle terreinen opvoeding/socialisatie >< specifieke invulling schoolpedagogiek, sociale pedagogiek, vrijetijdspedagogiek  professionele interventies op terrein hulpverlening en jeugdbeleid

Pedagogisering Pedagogisering = toenemende ordening situatie in pedagogische termen  « jong zijn = scholier zijn »  creatie wereld « op maat » van kind/jeugdige : ontwikkeling - jeugdzorg - jeugdhulpverlening - jeugdwerk

Pedagogisering Debat jeugdwerk : - georganiseerde/niet georganiseerde jeugd - open jeugdwerk - maatschappelijk geïntegreerd jeugdbeleid Debat jeugdzorg : Ontwikkeling « algemene » jeugdhulpverlening naast « bijzondere jeugdzorg » Debat rechtspositie jeugdige

Jeugdzorg Omstreeks 1850: ontstaan patronaten « Vincentius a Paulo »-genootschappen: gezonde ontspanning, (godsdienst)onderricht en voming voor jongens « uit den werkenden stand » Bescherming tegen morele gevaren door gepaste opvoeding  recurrente kenmerken jeugdwerk - combinatie vorming/vrijetijdsbesteding - prioritaire gerichtheid op arbeiderskinderen

Jeugdzorg Vanaf midden 19de eeuw: hervormingsscholen geschoeid op militaire leest: karaktervorming door arbeid, strenge discipline, morele dwang en straffen  heropvoeding delinquente jeugd

Jeugdzorg Eind 19de eeuw: patronagecomités - ambulante hulp verwaarloosde jeugd in steden - ontwikkeling plaatsingspraktijk 1912: wet op de kinderbescherming Wettelijke basis interventie Te zien in relatie tot arbeidsverbod kinderen en introductie leerplicht

Jeugdzorg Studerende jongeren vallen buiten blikveld 1875: studentenjeugdbeweging (Rodenbach) Positieve benadering door pedagogen pedagogische ondersteuning maakt van jeugdbeweging vorm van jeugdwerk

Kinderwetten 1911: verbod van kinderarbeid 1912: wetgeving op kinderbescherming 1914: wetgeving op de leerplicht 1919: oprichting N.W.K. Ontwikkeling + intensifiering pedagogiseringsproces Toenemende institutionalisering opvoeding + onderwijs Differentiatie naargelang sociale klasse

Vrije jeugdvorming Studentenbeweging wordt algemener verschijnsel 1896: « wandervögel »  via trektochten en contact met de natuur verzet uitdrukken tegen leven in de stad en geborneerde levensstijl burgerij Recurrente factoren in ontwikkeling jeugdculturen: School Stad (hetzij in afkeer, hetzij in specifiek beleven)

Vrije jeugdvorming Ontstaan scouting (België: 1910) Grote verspreiding, cfr. Aandacht vanuit leger/staat (ondersteunen burgerlijke en patriottistische gevoelens), later ook aandacht vanuit katholieke kerk  Methode om gezaghebbende waarden en normen bij de jeugd over te brengen

Vrije jeugdvorming Eind 19de, begin 20ste eeuw: breekpunt in situatie kinderen en jongeren 1. Institutionalisering levensloop: leeftijdsgebonden markeringspunten  culturele condities « jong zijn » 2. Massiviteit concepten « kind » en « jeugdige »: « opvoedelingen »  isolement van volwassenenwereld

Vrije jeugdvorming Sociale wetenschappen zijn actor in dit proces cfr. algemene pedagogiek, algemene psychologie …  individualiserende benadering heterogeniteit feitelijke situaties. Vorming van een beeld over « de » jeugd  twee hoofdtypes: jeugd als ideaal jeugd als probleem

Vrije jeugdvorming  kenmerken jeugdonderzoek - focus op opmerkelijk gedrag - pedagogisch verschillende waardering gedrag hoger/lager geschoolden - mythologisch beeld « jeugd drager toekomst »

Vrije jeugdvorming Georganiseerde/niet-georganiseerde jeugd Jeugdbeweging omstreeks eeuwwisseling is overwegend zaak van studerende jongeren 1920: herdefiniëring jeugdbeweging tot methode van jeugdwerk (cfr. Scouting)

Vrije jeugdvorming Na WO I Jeugdbeweging gekoppeld aan streven bescherming tegen wereldse invloeden (commerciële cultuur/communisme)  jeugdbeweging: terrein maatschappelijke polarisatie  ontwikkeling grote, trapsgewijze georganiseerde, verzuilde jeugdbewegingen

Vrije jeugdvorming Vlaanderen: impact katholieke actie (uitbouw specifieke jeugdbewegingsmethodiek door CARDIJN) verdere uitbouw scouting Omvorming patronaten tot chiro, met behoud parochiale structuur ( verschillend bereik chiro/scouting)

Jeugdbeweging Toonaangevend voor jeugdwerk tussen beide wereldoorlogen Feitelijk wordt een minderheid bereikt, overwegend katholieke studerende jongeren vraag of jeugdbeweging van « elitebeweging » naar « massabeweging » moet uitgroeien

Jeugdbeweging  twee stromingen: 1. Elitebeweging: voorbode toekomstige maatschappij + vorming kern toekomstige leiders 2. Massabeweging  doel: bereiken « massajeugd »

Massajeugd Probleemformulering toegespitst op ongeschoolde arbeidersjeugd Risicogroep voor verwildering, want afwijkend van stijgingsmotief (cfr. Meritocratische onderwijsorganisatie)  toenemende aandacht vrije tijd als te pedagogiseren ruimte

Massajeugd Initiatieven terzake overwegend een zaak van particulier initiatief  zuilen = concrete schakel tussen staat en burgers door koppeling morele verantwoordelijkheid en gemeenschapsbelang  pedagogische thema’s: bevorderen wilskracht, zelfdiscipline, karaktersterkte Geleidelijk meer psychologisch ingevuld: « gehoorzaamheid in vertrouwen »

Ontwikkeling open jeugdwerk Uitbouw naoorlogse verzorgingsstaat  verschuiving zorgarrangementen naar publieke sfeer Modernisering gaat gepaard met toenemende rationalisering en individualisering

Ontwikkeling open jeugdwerk * Rationalisering = doelrationaliteit  « van onderzoek naar jeugdbeleid » * Individualisering = minder bindend worden traditionele patronen  doorbreken dominantie verzuilde jeugdbewegingen t.v.v. grotere differentiatie jeugdwerkvormen

Differentiatie werkvormen: het open jeugdwerk Jeugdhuizen Nederland: club- en buurthuizen Frankrijk: Foyers de la Jeunesse Duitsland: Heim der Offenen Tur  lidmaatschap niet langer criterium voor participatie (>< jeugdbeweging)  « open jeugdwerk »

Het open jeugdwerk Blijvende aandacht voor arbeidersjongeren  bedrijfsgericht vormingswerk  Levensscholen  Centra voor Levensvorming  Centra voor Werkende Jongeren

Het open jeugdwerk Van vrijetijdsgebied naar diverse terreinen en hulp- en diensverlening  parallel circuit voor jongeren naast circuit voor volwassenen: JONGERENINFORMATIE EN – ADVIESCENTRA, JONGERENCENTRA, JEUGDWERK Specifieke erkennings- en subsidiëringsregeling voor elke werkvorm

Intensifiering pedagogiserings-proces in naoorlogse periode Onderwijs: langerdurende scholing + streven naar democratisering: « jong zijn = scholier zijn » Herziening kinderbeschermingswet 1912: introductie sociale bescherming + uitbreiding interventiemogelijkheden.

Intensifiering pedagogiserings-proces in naoorlogse periode « Van jeugdige delinquenten, over jeugdigen-met-sociaal-niet-wenselijk geacht gedrag, naar jeugdigen in gevaar, en jongeren in culturele nood »  actieve maatschappelijke en culturele participatie als norm