Determinants of underemployment of young adults: A multi-country study Ruiz-Quintanilla, S.A., & Claes, R. (1996). Industrial and Labor Relations Review, 49(3),

Determinants underemployment Inleiding Omvang en gevolgen underemployment Research hypothesen Methode Resultaten Conclusies

Inleiding Eerdere studies: –1 soort (werkloosheid); meestal 1 land –economisten en sociologen: macrosociaal –A&O psychologen: organisatie en individu Deze studie: –3 soorten underemployment –4 analyseniveaus –cross-nationaal –longitudinaal

Omvang en gevolgen van underemployment Omvang in Tabel 1 (cijfers tijdens studie): –allerlei programma’s werken niet goed genoeg –hoge underemployment bij jeugd, vooral bij  Gevolgen (vooral van jeugdwerkloosheid): –korte-termijn: matige financiële en sociale gevolgen –lange-termijn: integratie op arbeidsmarkt uitgesteld

Research hypothesen (1) Op individueel niveau: –  meer underemployed dan  –sample homogeen voor leeftijd  geen impact –ras: niet relevant in deze studie –lage opleiding meer underemployed dan hoge –2 doelgroepen + arbeidsmarkt  geen impact –weinig zoekgedrag meer underemployment

Research hypothesen (2) Op organisatieniveau: –aanwezigheid van organisationele socialisatie- taktieken minder underemployment (zowel voor vaste als voor disjunctieve taktieken) Op niveau van de arbeidsmarkt: –underemployment bij begin loopbaan meer underemployment in toekomst –subjectieve evaluatie arbeidsmarkt heeft impact

Research hypothesen (3): EU regio zal impact hebben Noordwest van de EU: –België, UK, Nederland –Germaanse talen –Geografisch hart EU –langere leerplicht –beroepsmarkten (formele training, mobiliteit, 60% van loon volwassenen) –IRS Zuiden van de EU: –Italië, Portugal, Spanje –Latijnse talen –Geograf. periferie EU –kortere leerplicht –interne markten (informele training, 80% van loon volwassenen) –IRS

Methode (1) Data uit WOSY studie Metingen: –underemployment via retrospective tracing zie vroeger); zowel OV (T1) als AV (T2) –individueel: leeftijd in jaren; geslacht als dummy; hoogst behaalde opleiding als dummy; doelgroepen als dummy zoekgedrag met 4 items, 1-5 schaal,  =.80

Methode (2) –organisatie: 3 items disjunctieve taktieken (  =.60) en 3 items vaste taktieken (  =.58) –arbeidsmarkt: initiële underemployment: frequentie op T1 subjectieve evaluatie: 3 items, 1-5 schaal, (  =.72) –maatschappij: regio als dummy

Methode (3) Statistische analyse = 4 probit analyses –onderzoekt waarschijnlijkheid underemployed te worden (AV) vanuit OVs op 4 niveaus –telkens 1 soort underemployment relatief t.o.v. 2 andere en full-time employment –simultane benadering want geen hypothese over hiërarchische orde binnen OVs –  s geven direct effect van een OV aan

Resultaten (1) Tabel 2 met Ms en SDs alle variabelen Probit analyses in Tabel 3: –  2 op residuen zijn OK voor temporary, unem- ployment en full-time –significante  2 op residuen = sub-optimale fit part-time  andere soort underemployment? –geen impact leeftijd (= H) en geslacht (  H) (onevenwicht geslacht in doelgroepen !!!)

Resultaten (2) –opleiding had impact (= H) –doelgroepen (  H): MO meer temporary –zoekgedrag had geen impact (  H): korte tijd?  zoekgedrag bij T1 en T2? –socialisatietaktieken hadden impact (= H): echter  voor vaste en disjunctieve taktieken; voorzichtig interpreteren vanwege lage  ’s en retrospective tracing; speculatie dat vaste beter zijn om underemployment te voorkomen

Resultaten (3) initiële underemployment  later under- employment (= H): –part-time en temporary wel (Catch 22) –unemployment niet (goede start compenseert?) subj. eval. arbeidsmarkt impact (= H): +   temporary en unemploymment regio geen impact (  H)

Conclusies (1) Beperkingen van de studie: –familiale achtergrond geen OV; check T1-T2 en geen  gevonden in levensgebeurtenissen tussen underemployed en full-time employed –regio’s als nominale variabele, “black boxes” (zie cross-culturele organisatiepsychologie) Voornaamste bevindingen: –belang organisatie- en arbeidsmarktvariabelen

Conclusies (2) –part-time is aparte soort underemployment: sub-optimale fit andere determinanten echter geen “underemployment by mismatch” Implicaties: –beleid en strategie moeten zich richten op socio-economische-politieke factoren –creatie full-time jobs en starters