Deel 7: Schuldfinanciering

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Nieuw typebestek leningen Studiedagen VLO Kortrijk, 26 november 2009 Leuven, 3 december 2009 Jan Leroy, VVSG.
Advertisements

Be.
Herhaling Examenstof M&O
Bedrijfsadministratie EcoMo 3.1 De Balans Havo 3.
H1 Stichting of vereniging
Overheidsmaatregelen ter bevordering economische groei
De invloed van voeding op hyperactief gedrag bij kinderen met ADHD
Balans Een overzicht van je bezittingen en schulden op een bepaald moment. Een balans op zich hoeft niet veel te zeggen; morgen kan de balans er heel anders.
CAFI Week 3 Vreemd vermogen Deel 1.
INVESTERINGSPROJECTEN
Hoofdstuk 13 Financiering van de Buitenlandse Handel
Inflatiepiek in 2001: BTW verhoging Bron: CBS, statline.cbs.nl.
Agenda  Les 44 tm 46  wkn 04 en 05  hs 13 vreemd vermogen op korte termijn  bestuderen par 13.1 tm 13.5 maken wb vragen 13.1 tm
Agenda  Lessen 53 tm 56  wk 8 en wk 9  hs 43
Graag zitten volgens de plattegrond van jullie mentrix mevr. Davies
Hoofdstuk 10 Externe financieringsbronnen: het vreemde vermogen
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE HOOFDSTUK 4
Analyse van de jaarrekening in het licht van de kredietaanvraag
Hoofdstuk 6 Termijnrekening
KREDIETVERLENING.
Hoofdstuk 8 Vreemd vermogen.
Financiering en kengetallen
Financiering en inkoop
§2.3 Hoe leen je? In deze PowerPoint-presentatie leer je over: Lenen
Inleiding Kennistechnologie §Hoofdstuk 12: Diagnose §Hoofdstuk 13: Machinaal leren §Hoofdstuk 14: De Toekomst van KT.
§ 2.4 Geld lenen kost geld Als je geld leent, moet je dat weer terugbetalen. Daarnaast betaal je meestal rente. Hoeveel en hoe lang je terugbetaalt, hangt.
Definitie gouden balans regel
Ondernemingsfinanciering 2
Boekhouden H1 De balans Ondernemer detailhandel.
FINANCIERING VAN DE ONDERNEMING
Boekhouding H1 De Balans Logistiek supervisor.
Les 2 Financieel plan (1) Liquiditeitsbegroting
de zeven kostensoorten
 Liquiditeit: netto-bedrijfskapitaal 1.  Liquiditeit: current ratio 2.
Ondernemen moet je doen
Hoger Onderwijs Wolters Noordhoff
Wolters Noorhoff Hoger Onderwijs Financiële overzichten
Financiering en inkoop H3 Financieringsplan Certificeerbare Eenheid Ondernemerschap.
1 8.1 Vreemd vermogen op korte termijn 8.2 Vreemd vermogen op midden en lange termijn.
Vreemd vermogen 11.5 t/m vreemd vermogen op korte termijn 11.6 voorzieningen 11.7 zekerheidsstelling 11.8 financiering MKB Opgave
Vreemd vermogen op lange termijn Vreemd vermogen op korte termijn Voorzieningen Bedrijfsadministratie.
1 Hoofdstuk 8 Vreemd vermogen (8.1 t/m 8.2) 8.1 Vreemd vermogen op korte termijn 8.2 Vreemd vermogen op midden en lange termijn 24 Bedrijfsadministratie.
Wegenwerken voor uw deur? Uw winkel voor een lange periode onbereikbaar voor het verkeer? Dan kan u financiële steun krijgen van de Vlaamse en federale.
Hoofdstuk 11 Vreemd vermogen (11.1 t/m 11.4) 11.1 behoefte aan Vreemd vermogen 11.2 vreemd vermogen 11.3 indeling naar looptijd 11.4 Vreemd vermogen op.
1 Vreemd vermogen op (middel)lange termijn Hypothecaire lening: lening met onroerendgoed als onderpand Onderhandse lening: lening verstrekt door enkele.
College Vreemd vermogen op korte termijn 8.2 Vreemd vermogen op midden en lange termijn 24 Bedrijfsadministratie.
Financiën en inkoop Hoofdstuk 4 De balans. Inhoud 1 De financiële administratie 2 Investeringsbegroting 3 Financieringsplan 4 De balans 5 Exploitatiebegroting.
Kengetallen, analyseren en opzet begrotingen. Hoofdstuk 2 Financiering ZekerhedenObjectVerstrekkingsnormMogelijke looptijd HypotheekOnroerende zakenMax.
Stroom- en voorraadgrootheden
Welkom havo 4..
Antwoorden proeftoets hoofdstuk 8
Ondernemerschap E43.
Welkom havo 4..
Hoofdstuk 8 Vreemd vermogen.
Basisboek Bedrijfseconomie
Welkom havo 4..
Antwoorden proeftoets hoofdstuk 8
Vreemd vermogen op korte termijn
Begroten & Budgetteren
Bijeenkomst Certificaathouders
Opfriscursus kengetallen
Beste havo 4..
Kengetallen Balans Voor een snelle beoordeling van de financiële situatie van een bedrijf berekenen we deze kengetallen.
Rekening courant krediet Crediteuren €
LG42 IBS2.4 Communiceren Bedrijfseconomie – les 2.
Financiële overzichten en vreemd vermogen
Financiële kengetallen
Basistekst : Talentontwikkeling
Bedrijfsadministratie
Hoofdstuk 6 Hoe ga ik dat financieel doen?
Transcript van de presentatie:

Deel 7: Schuldfinanciering 1) Financiering met vreemd vermogen 2) Vreemd vermogen op lange termijn 3) Vreemd vermogen op korte termijn 4) Kredieten waarbij de kredietinstelling haar handtekening verleent 5) Waarborgen 6) Kredietonderzoek

Financiering met Vreemd Vermogen Hoofdstuk 1 Financiering met Vreemd Vermogen

Karakteristieke kenmerken Vastgestelde vergoeding Bepaalde looptijd (uitz. perpetuals) KT (<1jaar) / MLT (2 à 5 j.) / LT aflossing: • (lineaire) amortisatie (delging) • annuïteiten • bullet / combinatie: grace period voorrang op eigen vermogen inzake intrest + kapitaal versterkt via zakelijke zekerheden achtergestelde leningen

Gelijke kapitaalaflossingen  gelijke annuïteiten

Categorieën Krediet  lening Objectfinanciering Subjectfinanciering Projectfinanciering

Vreemd Vermogen op lange termijn Hoofdstuk 2 Vreemd Vermogen op lange termijn

Inhoudstafel Investeringskredieten Vaste voorschotten op lange termijn Wentelkredieten Leningen op afbetaling Leasing Overheidstussenkomst Participatiefonds

Investeringskredieten (termijnkredieten) Doel: vaste activa / bedrijfskapitaal Termijn: technische & economische levensduur Opname: periode Aflossing: annuïteiten lineaire / progressieve amortisatie bullet Intrestbetaling: semestr./trim./ maandelijks Wederbeleggingsvergoeding: forfaitair /funding loss clausule Strakke modaliteiten / zakelijke zekerheden

Vaste voorschotten op LT Doel: cfr. investeringskrediet & verwachting intrest  Termijn: 1 à 5 jaar Rentevoet: euribor + Opname: in één keer vrije keuze devies & termijn Aflossing: bullet of afbouwschema

Wentelkredieten Doel: cfr. vaste voorschotten Termijn: opeenvolging vaste voorschotten op KT Rentevoet: euribor + commitment fee Opname: eventueel valutaclausule Aflossing: in devies van opname revolving vroegtijdige terugbetaling via wachtrek. Flexibiliteit

Leningen op afbetaling Doel: roerende goederen beperkt bedrag Termijn: max. afschrijvingstermijn Rentevoet: forfaitair mndl. lasten% jaarlijks kosten% Opname: lening Aflossing: mensualiteiten

Financiële Leasing Doel: objectfinanciering: roerend/onroerend sale and lease back Termijn: vermoedelijke duur bedrijfsgebruik = full pay out  operationele  economisch risico bij LN Rentevoet:  andere (relatieve) troeven:  100% financiering  bedrijfskapitaal onaangetast  extra kredietmogelijkheid  minder zakelijke zekerheden Aflossing: prenumerando mensualiteit vroegtijdig  zware penalisatie

Leasing: financiële  operationele type materieel termijn koopoptie opzegbaarheid investeringsrisico economische eigendom naar keuze afschrijvingsduur ja neen lessee leasingnemer standaard korter neen meestal wel lessor leasinggever

Onroerende leasing Quasi uitsluitend voor nieuwe bedrijfsgebouwen nieuw: tot 31 dec van jaar dat volgt op eerste inkohiering ORV daarna: niet recupereerbare registratierechten full pay out verhuurformule, waarbij de BTW op de constructie van het gebouw recupereerbaar is

Participatiefonds Achtergestelde leningen voor: KMO’s, zelfstandigen, vrije beroepen  < 50 WN’s; <7 mio jaaromzet; <5 mio balanstotaal & onafhankelijkheidscriterium Startlening Instaplening Progreslening

Startlening Uitkeringsgerechtigde werkloze vestigt zich zelfstandig in hoofdberoep (niet in uitgesloten sector) maximum bedrag: 4 x eigen inbreng in geld 30.000 rentevoet: 4% vast (soms 3% mits begeleiding) looptijd: 5, 7 of 10 jaar volgens aard project kapitaalaflosssing: grace period: 1 à 3 jaar mogelijk volgens aard van het project aanvullende waarborgen: geen bij aantoonbare onvrijwillige stopzetting < 5 jaar: kwijtschelding saldo mogelijk

Instaplening & Overdrachtlening (Starteo) zelfstandige in hoofdberoep, KMO, vrije beroepen, minder dan 4 jaar gestart bedrag  eigen inbreng * 4  beroepsgedeelte van investering  resterende investeringskrediet  250.000 euro (/350.000 bij overname) looptijd: 5, 7 of 10 jaar rentevoet: begeleidend bankkrediet -1,25% te herleiden tot 3% tijdens eerste 2 jaar kapitaalaflosssing: kan grace period: 1 à 2 jaar aanvullende waarborgen: minimaal

Progreslening (Optimeo) zelfstandige, KMO of beoefenaar vrij beroep die wil uitbreiden => niet voorwaarde max. 4 jaar gestart voorwerp: uitbreidingsinvesteringen modaliteiten: zie instap- en overdrachtlening

Vreemd Vermogen op korte termijn Hoofdstuk 3 Vreemd Vermogen op korte termijn

Kaskredieten (1) Kredietopening in R/C doel: wisselende (kortstondige) kredietbehoefte vlottende activa: - voorraadvorming - debiteurenfinanciering - andere kortlopende vorderingen permanent volledig opnemen = foutief gebruik termijn: • meestal onbepaalde duur (tot nader bericht) • op ieder ogenblik opzegbaar (vooropzeg 1 maand) • kan: bepaalde vervaldag delgingsschema

Kaskredieten (2) Rente:  basisrentevoet + marge + provisie    variabel risico trimestrieel  berekend: per dag  gedebiteerd: trimestrieel opname: • zonder verdere formaliteiten • via cheques, overschrijving, betaalkaart • risico voor bank: geen controle op aanwending • financiële centralisatie

Kaskredieten: varianten Tijdelijk kaskrediet Overbruggingskrediet: anticipeert op toekomstige & vaststaande ontvangsten niet in R/C Seizoenskrediet: seizoensgebonden liquiditeitsbehoefte Niet-seizoensgebonden voorraadkrediet lagere marge (risicopremie)  gekende aanwending, aanvullende waarborgen Kasfaciliteit: zeer frequent terugkerende erg kortstondige liquiditeitsbehoefte

Gespecifieerde voorschottenkredieten Kaskrediet gekoppeld aan: controle op aanwending waarborg: inpandgeving gefinancierde in principe: voor eenmalige transactie in praktijk: continu  kredietlijn (vw risicospreiding) voorschotten op facturen in pand: opname kredietlijn mits endossement facturen bevoorschottingspercentage vereiste voor facturen:  spreiding  solvabele debiteuren  aanvaarde facturen  uiterste vervaldatum

Gespecifieerde voorschottenkredieten voorschotten op goederen: pandcontract + buitenbezitstelling bevoorschottingspercentage omslachtige procedure  eerder seizoensgebonden sporadisch gebruik voorschotten op vorderingsstaten: doorgaans aannemers werken in opdracht Overheid gezien tijdsverloop tussen goedkeuren & betaling bevoorschottings%: 70 tot 90% drie limieten:  globale kredietlimiet  financierbare limiet aanbesteding  gebruikslimiet / vorderingsstaat

Wisseldiscontokrediet Bank disconteert wissels  betaalt bedrag uit onder aftrek discontokosten 1. disconto: “intrest” tot vervaldag 2. provisie voor bemiddeling 3. incassokosten + BTW Goedkoper dan kaskrediet: bank: kleiner risico (transactie = gekend; gevolgen protest) selfliquidating bijkomende eisen

Cliëntendiscontokrediet Verkoper vraagt aan eigen bank wissels te disconteren  getrokken op klanten Bank van verkoper crediteert wisselbedrag  min de discontokosten Op vervaldag: aanbieding wissel bij acceptant  in geval van niet betaling: rekening verkoper wordt gedebiteerd voor wisselbedrag

Leveranciersdiscontokrediet Koper vraagt aan zijn bank wissels te disconteren  die hij zelf accepteerde Verkoper (trekker) ontvangt wisselbedrag Koper (acceptant) betaalt discontokosten Op vervaldag: rekening koper wordt gedebiteerd  in geval van niet betaling: theoretisch: verhaal op de trekker (=verkoper) in praktijk: meestal wissels “zonder verhaal”

Factuurdiscontokrediet Probleemstelling KMO levert aan groot(distributie)bedrijf verleent aanzienlijke betalingstermijn  zonder mobiliseerbare wissels  uitputting thesaurie Oplossing endosseer factuur aan disconterende bank  mits controle solvabiliteit debiteuren Duurder: risico & administratiekost

Forfaiting meestal: disconto à forfait Bank “koopt” niet vervallen schuldvordering (ingevolge levering goederen) zonder enig verhaal op verkoper meestal: disconto à forfait uitvoerverrichtingen op halflange termijn mits wisselbrieftrekking 20

Factoring ”Aankoop” van schuldvorderingen (overdracht via endossement van facturen) debiteurenadministratie &-bewaking (alle klantenvorderingen + van meet af aan  incassobureau) dekking insolvabiliteitsrisico (tenzij: factoring met verhaal) facultatief: financiering openstaande facturen: “voorschot”:  80% factuurbedrag (min disconto) voordeel: kredietbedrag bij  klantenvorderingen factoringrecht 20

Incassokrediet “voorschot” op betalingsdocumenten ter incasso rechtstreeks krediet / inningskrediet / directe creditering “voorschot” op betalingsdocumenten ter incasso bank int betalingsdocumenten voor cliënt  crediteert onmiddellijk O.G.V. met uitgestelde valutadatum 20

Voorafbetalingskrediet Belastingen Doel: vermijdt belastingvermeerdering wegens onvoldoende voorafbetaling Rente: fiscaal aftrekbaar  belastingsupplement = verworpen uitgave  laag: * KT * beperkt risico * commercieel Termijn: 1 jaar / mensualiteiten Uitbetaling: kan gefractioneerd (april, juli, oktober, december) 20

Kredieten waarbij de kredietinstelling haar handtekening verleent Hoofdstuk 4 Kredieten waarbij de kredietinstelling haar handtekening verleent

Borgstellingskrediet & bankgarantie Bank stelt zich borg ten gunste van een derde (waarmee de opdrachtgever een overeenkomst sloot) Voorbeelden: i.o.v. vervoerverder t.v.v. Ministerie van Verkeer i.o.v. aannemer t.v.v. bouwheer i.o.v. huurder t.v.v. verhuurder Trimestriële provisie Effectieve kredietopname wanneer opdrachtgever zijn verbintenis niet nakomt  terugbetalingsmodaliteiten volgens contract 20

Borgstellingskrediet  bankgarantie bank kan verweermiddelen van kredietnemer inroepen (betaalt slechts na diens akkoord) Bijkomende & voorwaardelijke verbintenis van schuldvorderingen “eerst praten, dan betalen” abstract karakter op eerste verzoek / mits documenten onvoorwaardelijke verbintenis “eerst betalen, dan praten” 20

Hoofdstuk 5 Waarborgen

Inhoudstafel Aanvullende waarborgen Hypotheek Hypothecaire volmacht Inpandgeving van een handelsfonds Inpandgeving van roerende waarden & facturen Overdracht van bepaalde rechten Subrogatie in de rechten onbetaalde leverancier & neerlegging van de factuur Subordinatieverklaring schuldvordering Cash-deficiency verbintenis 20

Aanvullende waarborgen Als vertrouwen in terugbetalingscapaciteit  absoluut na onderzoek van: persoonlijke kredietwaardigheid materiële kredietwaardigheid Persoonlijke waarborg: - derde verbindt zich met gehele vermogen ( of deel ervan) onderhandse akte / geen kosten meestal: solidair & ondeelbaar waarde Zakelijke waarborg: voorrecht op welbepaald goed van kredietnemer/derde executiewaarde  venale waarde 20

Hypotheek onroerende goederen of schepen  inclusief recht van opstal, erfpacht,... meerdere rangen mogelijk procedure waarde:  gedwongen verkoop  rang  juridische staat (vb. pachtrecht) kosten:  registratiekosten  hypotheekrechten  ereloon notaris  hypothecaire volmacht of mandaat 20

Inpandgeving roerende waarden & facturen zakelijk contract  afgifte zaak onderhandse overeenkomst effectenpand: roerende & verhandelbare waarden eventueel derde pandgever ondanks buitenbezitstelling: arbitrage mogelijk facturen: inpandgeving via endossement 20

Inpandgeving handelsfonds Bijzonder voorrecht op roerende elementen van de handelszaak geen buitenbezitstelling procedure: kan onderhands registratie(rechten) waarde: gedwongen risico (vermits geen buitenbezitstelling) overdracht in zijn geheel naar andere eigenaar vervreemding van bepaalde bestanddelen (volgrecht : 6 maanden, tenzij verkrijger te goeder trouw) 20

Subrogatie in rechten onbetaalde leverancier onbetaalde leverancier: voorrecht op verkoopprijs geleverde koopwaar als de bank via een krediet die leverancier betaalt, wil zij dat voorrecht ‘overnemen’ = subrogatie in de rechten van de leverancier formaliteit:  om tegenstelbaar te maken aan derden neerlegging van de factuur op Rb. Kooophandel 20

Andere waarborgen Subordinatieverklaring schuldvordering Overdracht rechten uit: schuldsaldo- of levensverzekering  onderhands: via avenant Subordinatieverklaring schuldvordering Cash-deficiencyverbintenis Staatswaarborg (kredietverzekering) 20

Alternatieve indeling waarborgen 1. die het aansprakelijk vermogen behouden: subordinatie schuldvorderingen verplichting verzekering tegen brand, ... verbintenis niet te vervreemden/ niet te hypothekeren 2. die het aansprakelijk vermogen uitbreiden: persoonlijke borgstelling cash-deficiency verbintenis inpandgave door derde pandsteller 3. die recht van voorrang verlenen op het aansprakelijk vermogen: hypotheek inpandgeving handelsfonds subrogatie in rechten onbetaalde leverancier 20

Hoofdstuk 6 Kredietonderzoek

Kredietonderzoek Bespreking aan de hand van: vulgariserend artikel uit tijdschrift BIZZ, maart 2002 ” Overtuig uw bankier ” 20

Jaarrekening Bizarr Terugbetalingscapaciteit  kredietlast Klassieke financiële analyse Terugbetalingscapaciteit  kredietlast Sale and lease back ? 20

Kredietaanvraag & beoordeling “ uw bankier pluist niet allen uw jaarrekening uit, maar houdt ook rekening met louter subjectieve of emotionele details “ toetst uw cijfers wantrouwen voor moeilijke sectoren & regio’s: horeca, immobiliën,… voorkeur voor onroerend (privé-)patrimonium informeer uw bankier vooraf (vnl ook voor jonge ondernemers) 20

Waarop let je bankier bij een kredietbeoordeling ? Terugbetalingscapaciteit Zekerheden “ het is onvoorzichtig in een boot zonder reddingsboeien te stappen, maar niemand stapt in een boot die aan zinken toe is, alleen omdat er goede reddingsboeien zijn” Kredietwaardigheid (ratio’s) Management: kwaliteit: bekwaamheid, reputatie,… continuïteit: duidelijke strategie & financiële planning Kwaliteit van de interne organisatie 20

Waarop verder letten bij een kredietaanvraag ? Bespreek tijdig je plannen (dringende kredietaanvraag = altijd slecht) Wees voldoende voorbereid (nauwkeurige offertes, aangepaste prognoses) Zet de troeven van je project duidelijk in de verf Laat zo nodig je prognoses bevestigen door een externe Let op met verzwijgen van negatieve aspecten Duidelijkheid  minder onzekerheid  minder risico voor de bank Opbouw van je aanvraag: - synthese - voldoende analytisch

Wat uw bankier u niet expliciet zegt... ziet liever belastingkrediet dan “wedersamenstelling werkkapitaal” rapportering aan risicocentrale NBB tijdstip in functie van objectieven opgelegd aan het bankkantoor persoonlijke aspecten kunnen meespelen voorkeur voor materiële investeringen

Knipperlichten voor een bankier: Bedrijfsfactoren: niet te stuiten expansiedrang wilde diversificatie omzetdaling, uitdovende activiteit sectoriële moeilijkheden opeenvolging van saneringsplannen grote onafhankelijkheid van één of enkele cliënten of leveranciers geslotenheid naar de bank toe

Knipperlichten voor een bankier: Financiële kenmerken: negatieve evolutie van de jaarrekening achterstallen bij RSZ, belastingen,… volatiele omzetevolutie activeren van kosten, herwaarderingen snel opeenvolgende kredietaanvragen frequentie

Dien een goed kredietdossier in Jaarrekeningen bezorgen nauwkeurige prognoses op 3 jaar met bijzondere aandacht voor eerste jaar verklaar budgetafwijkingen rechtvaardig elke kredietaanvraag tot in de details benadruk de toekomstige cashflow vermijd / beperk persoonlijke borgstelling

Reële kostprijs van kredieten extra rentedagen dossierkosten kosten voor vestigen waarborgen reëel jaarlijks kostenpercentage wissel- & transferprovisie …

Het overlegritueel met uw bankier onderhandelen over de rentevoet: eerst duidelijkheid over de rest ken de markttarieven vast  variabel ken de positie van uw gesprekspartner bouw een vertrouwensrelatie op spreiden over meerdere banken ? + competitie uitspelen + risico’s spreiden voor uw bankier - verliest gewicht bij onderhandeling - meer vaste kosten - tijd voor boekhoudkundige opvolging - onderlinge transferten