Autisme en intelligentie Januari 2010 Autisme en intelligentie Natascha Vantuykom 1 BaO AO
Overview Autisme en intelligentie Intelligentiequotiënten en hun waarde bij autisme Wat zegt een I.Q. niet? Conclusie
Autisme en intelligentie
Intelligentie Intelligentie is wat intelligentietesten meten, volgens Van Dale is intelligentie het “verstandelijke vermogen”, wat begrepen wordt als “het vermogen om iets te begrijpen”. Intelligentie verwijst dus naar de mogelijkheden van personen om de wereld om hun heen te begrijpen.
Intelligentietesten De algemene intelligentie van een persoon is een samenvatting van de verschillende soorten verstandelijke vermogens waarover iemand beschikt, De meeste intelligentietesten meten daarom ook verschillende soorten intelligentie
Kinderen met autisme zijn niet te testen Aangezien het belangrijk is dat intelligentietesten gestandaardiseerd worden afgenomen, is het moeilijk om een test af te nemen bij mensen met autisme, de minste afleiding kan het resultaat beïnvloeden, ook de verbale opdrachten kunnen iemand met autisme in de war brengen.
Intelligentiequotiënten en hun waarde bij autisme
Autisme en intelligentie Autisme komt voor op alle intelligentieniveaus. Er is een onderscheid tussen mensen met een verstandelijke handicap met autisme en mensen zonder verstandelijke handicap met autisme, de eerste groep heeft een dubbele handicap en dus ook een dubbele zorgvraag.
De prognostische waarde van een I.Q. Veel instanties en mensen hechten veel belang aan een I.Q. . op basis hiervan worden beslissingen genomen over opleiding, werk en zorgvraag.
Daling van het I.Q. bij mensen met autisme Het gebeurt sporadisch dat jongeren met autisme achteruit gaan in hun ontwikkelingspeil, dit komt meer voor bij mensen met een verstandelijke handicap dan bij mensen met een normale begaafdheid. Vanaf een zekere leeftijd gaan intelligentietesten meer nadruk leggen op abstracte en sociale intelligentie en net die gebieden zijn het meest gestoord in de ontwikkeling van mensen met autisme.
Verschillende I.Q.’s bij dezelfde persoon? De intelligentie is een redelijk vast gegeven, en toch gebeurt het dat er verschillende uitslagen meegegeven worden met de ouders. In eerste instantie kan dit toeval zijn, het is immers een momentopname, mensen met autisme functioneren zeer situatiegebonden. Verschillende resultaten kunnen ook het gevolg zijn van het feit dat er verschillende dingen getest zijn.
Wat zegt een I.Q. niet?
Verbale versus performantiële intelligentie Er wordt dikwijls gezegd dat bij mensen met autisme het performantiële IQ hoger is dan het verbale IQ. Het is algemeen geweten dat mensen met autisme vaak sterker zijn in visuele taken.
Abstracte intelligentie of praktische vaardigheden Om te kunnen meedraaien in onze maatschappij is het belangrijk om over een gezonde dosis symbolische intelligentie te beschikken, maar enkel dit volstaat niet, je moet er ook mee kunnen omgaan, alles praktisch toepassen, en dit praktische gedeelte wordt nauwelijks gemeten in intelligentietests.
Een heel oneffen intelligentieprofiel Het is heel typisch voor mensen met autisme dat ze sommige dingen heel goed en andere juist niet of nauwelijks kunnen. Dit noemt men een disharmonisch ontwikkelingsprofiel.
Intelligent of verstandig? Intelligentie en verstand worden dikwijls als één en hetzelfde gezien. Dit is echter niet het geval, iemand kan heel intelligent zijn maar helemaal niet zo verstandig. Neem als voorbeeld een verstrooide professor.
“Hoog-of beterfunctionerend” autisme bestaat niet Met deze benaming wordt de groep mensen bepaald die een IQ hebben van meer dan 70. Mensen met een IQ tussen de 70 en 90 zijn echter minder begaafd, deze twee benoemingen zijn daarom niet te verzoenen. Daarom is de term ‘normaal begaafde mensen met autisme’ voor mensen met een IQ hoger dan 90 juister.
Conclusie In onze samenleving hebben intelligentiegegevens een belangrijke waarde, het is als een toegangspoort naar opleidingen, werk en andere voorzieningen. De opzet van de traditionele meetinstrumenten benadeelt echter mensen met autisme omdat zij omwille van hun beperking met communicatie gehandicapt zijn in het getest worden. Onder- of overschatting is het resultaat, waardoor correcte begeleiding soms niet toegewezen wordt.