A glimpse of what lies beyond DRT

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
KWALITEITSZORG november 2012
Advertisements

‘SMS’ Studeren met Succes deel 1
1 19 jan Urk. 2 de context van 2Korinthe 3  Paulus reageert op beschuldigingen dat hij onbevoegd zou zijn (3:1,2);  Paulus plaatst zijn Evangelie.
Paulus' eerste brief aan Korinthe (20) 23 januari 2013 Bodegraven.
28 juni 2009 Paëllanamiddag 1 Paëllanamiddag 28 juni 2009 Voorbereiding vrijdagavond (Loopt automatisch - 7 seconden)
De Ontvangst van de Koning
NEDERLANDS WOORD BEELD IN & IN Klik met de muis
WAAROM? Onderzoek naar het meest geschikte traject voor de verlenging tot in Sint-Niklaas van het bestaande fietspad naast de Stekense Vaart en de Molenbeek.
1 Resultaten marktonderzoek RPM Zeist, 16 januari 2002 Door: Olga van Veenendaal, medew. Rothkrans Projectmanagement.
November 2013 Opinieonderzoek Vlaanderen – oktober 2013 Opiniepeiling Vlaanderen uitgevoerd op het iVOXpanel.
Uitgaven aan zorg per financieringsbron / /Hoofdstuk 2 Zorg in perspectief /pagina 1.
1 - RA patiënten – Februari 2009 REUMATOÏDE ARTRITIS KENNIS – OPVOLGING – PERSOONLIJKE EVALUATIE Patiëntenonderzoek Initiatief van met de steun van nv.
Global e-Society Complex België - Regio Vlaanderen e-Regio Provincie Limburg Stad Hasselt Percelen.
 Deel 1: Introductie / presentatie  DVD  Presentatie enquête  Ervaringen gemeente  Pauze  Deel 2 Discussie in kleinere groepen  Discussies in lokalen.
STAPPENPLAN GRAMMATICUS.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
De Gouden Glans van MaS Effecten van maatschappelijke stages voor stagebiedende organisaties in Amsterdam.
Een Concert van het Nederlands Philharmonisch Orkest LES 4 1.
1 © GfK 2013 | Supermarktkengetallen | februari 2013 GFK SUPERMARKTKENGETALLEN ‘Wat is de omzet van de supermarkten op weekniveau?’ ‘Hoe ontwikkelt het.
INITIATIE DEFINITIESELECTIECONCIPIËREN INBEDDING IN ORGANISATIE ONDERHOUD Opdrachtgever/ Projectleider Eigenaar Architect en zijn team Stakeholders INITIATIEDEFINITIESELECTIECONCIPIËRENINBEDDINGONDERHOUD.
Een optimale benutting van vierkante meters Breda, 6 juni 2007.
Kb.1 Ik leer op een goede manier optellen en aftrekken
Tevredenheids- enquête 2012 P. Grouwels Inleiding Mogelijke antwoorden: Zeer goed: 4 sterren ****: volledig tevreden; Goed: 3 sterren ***:
9 januari 2013 Bodegraven 1. 1Korinthe 11 1 Wordt mijn navolgers, gelijk ook ik Christus navolg. 2.
Discourse Analysis 2011 PROCESSING. PRONOUNS 3 Inleiding > Age differences in Adults’ Use of Referring Expressions. Petra Hendriks, Christina Englert,
Nooit meer onnodig groen? Luuk Misdom, IT&T
In het Nederlands antwoord je vaak heel kort:
BZ voor de Klas 3 juni 2010.
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 1 Kwaliteit en Patiëntveiligheid in de Belgische ziekenhuizen anno 2008 Rapportage over.
Elke 7 seconden een nieuw getal
RWW unit 6 Passive-de lijdende vorm Vergelijk deze zinnen:
Interrogative sentences
Hulpwerkwoorden can must may etc.
1 introductie 3'46” …………… normaal hart hond 1'41” ……..
Oefeningen F-toetsen ANOVA.
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
In dit vakje zie je hoeveel je moet betalen. Uit de volgende drie vakjes kan je dan kiezen. Er is er telkens maar eentje juist. Ken je het juiste antwoord,
13 maart 2014 Bodegraven 1. 1Korinthe Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, een lichaam.
1. 33 GERECHTIGHEID GODS 21 Thans is echter buiten de wet om GERECHTIGHEID GODS openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen, 34.
Seminarie 1: Pythagoreïsche drietallen
Ben Bruidegom 1 Sequentiële schakelingen Toestand uitgang bepaald door:  ingangen;  vorige toestand uitgang.
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Differentieren Lesweek 7
EFS Seminar Discriminatie van pensioen- en beleggingsfondsen
Hoe gaat dit spel te werk?! Klik op het antwoord dat juist is. Klik op de pijl om door te gaan!
Eerst even wat uitleg. Klik op het juiste antwoord als je het weet.
Question-tags toch? is het niet? nietwaar? hè? is het wel?
Woordvolgorde Bepaling van tijd.
STIMULANS KWALITEITSZORG juni 2014.
Lesson 8. Today’s lesson  Exam material  Check homework  Grammar: the passive voice.
In opdracht van NOC*NSF
Waar gaat het nou toch om?!
Lesson 10. Today’s class  Check homework  Passive  Punctuation  Homework.
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
12 sept 2013 Bodegraven 1. 2  vooraf lezen: 1Kor.7:12 t/m 24  indeling 1Korinthe 7  1 t/m 9: over het huwelijk  10 t/m 16: over echtscheiding  16.
13 november 2014 Bodegraven 1. 2 de vorige keer: 1Kor.15:29-34 indien er geen doden opgewekt worden...  vs 29: waarom dopen?  vs.30-32: waarom doodsgevaren.
1 Week /03/ is gestart in mineur De voorspellingen van alle groten der aarden dat de beurzen zouden stijgen is omgekeerd uitgedraaid.
DIGITAL ANALYTICS TOOLS. 2 DIGITALE MEDIA - METEN.
Openbaar je talent Service public, talent particulier.
Deltion College Engels B1 Schrijven [Edu/003] thema: what have I done wrong…? can-do : kan s/ brieven schrijven over persoonlijke zaken © Anne Beeker.
English Class 2G 1st of December 2010 It’s nice to be important, but it’s more important to be nice.
Hoofdstuk 6 – Objectgeoriënteerd Programmeren: Overerving
23 mei 2013 Bodegraven vanaf hoofdstuk 6: hoofdst.1: de wijsheid van de wereld hoofdst.2: de wijsheid van God hoofdst.3: Gods akker en Gods bouwwerk.
Wednesday, 01 April 2015 woensdag 1 april 2015 Click Klik.
Nothing Is As It Seems Lesson 7 What’s the Story?.
Tienerdienst 29 mei 2005 GOAL !!! Thema:.
Grammar – period 2.
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
When to use “the” Unit 4 studybox 2.
Transcript van de presentatie:

A glimpse of what lies beyond DRT Discourse Analysis 2011

Question 1

Question 2

Question 3

Question 4

Question 5

Question 6 Cb Cp forward looking center Cf backward looking center preferred center Cb Cp

Question 7

Question 8

Question 9 rough shift retain smooth shift continue the backward-looking center of sentence A is not the same as the backward-looking center of sentence B (doesn’t hold when the backward-looking center of A is unknown) the backward-looking center of sentence A is the same as the backward-looking center of sentence B (also holds when the backward-looking center of A is unknown) the backward-looking center and the preferred center of B aren’t the same the backward-looking center and the preferred center of B are the same rough shift retain smooth shift continue

Question 10

Question 10

Exercises

Exercises > Use your knowledge about Centering to explain why in the following discourse speaker B uses the full name Hillary instead of the pronoun her, despite the fact that her would refer unambiguously to Hillary. A Well, I have to go. I have to do a lot of studying. And Hillary said she’d call me if she was going to go to the library with me. But I don’t think she will. Anyway, I’m going to have these papers xeroxed and I’ll come back in a little bit. B Okay, say hi to Hillary for me. A Okay, I will.

Exercises > Use your knowledge about Centering and your intuitions about discourse relations to explain why in the following fragment B uses a pronoun in her last utterance to refer to her grandmother, despite the fact that DRT would predict massive ambiguity.

Why do we do DRT? Cb (vorige zin) = grandmother Cb (huidige zin) = grandmother Cp (huidige zin) = my aunt RETAIN Cb (vorige zin) = grandmother Cb (huidige zin) = -- Cp (huidige zin) = my mother ROUGH SHIFT A My mother wanted to know how your grandmother is doing. B I don’t know, I guess she is all right. She went to the hospital again today. A Mm-hm? B I guess today was the day she’s supposed to find out if she goes in there for an operation or not. A Mm hm. B So I don’t know, she wasn’t home by the time when I left for school today. Well, my aunt went with her anyway this time. My mother didn’t go. B But I don’t know, she will probably have to go in soon, though. Cb (vorige zin) = grandmother Cb (huidige zin) = grandmother Cp (huidige zin) = my mother RETAIN Cb (vorige zin) = grandmother Cb (huidige zin) = grandmother Cp (huidige zin) = grandmother CONTINUE Cb (vorige zin) = grandmother Cb (huidige zin) = my mother Cp (huidige zin) = my mother SMOOTH SHIFT Cb (vorige zin) = grandmother Cb (huidige zin) = -- Cp (huidige zin) = my aunt ROUGH SHIFT

Scholten & Aguilar-Guevara 2010 Discourse Analysis 2011

Inleiding: gewone definieten Een man en een vrouw wandelen in het park. De man draagt een stok. Definieten zijn ‘bekend’: ze verwijzen terug naar iets dat eerder geïntroduceerd is.

Inleiding: gewone definieten De priester De priester ??? Definieten zijn ‘uniek’: in een bepaalde context kunnen ze slechts verwijzen naar 1 individu.

bekendheid/familiariteit Inleiding: gewone definieten uniciteit bekendheid/familiariteit > Is de een niet primitiever dan de andere? > Kunnen we het niet met eentje stellen? Dat zou wel eens lastig kunnen worden...

Inleiding: gewone definieten Een man en een vrouw wandelen in het park. De man draagt een stok.

Inleiding: gewone definieten De eerste m/v die voet zal zetten op Mars zal naar alle waarschijnlijkheid de Amerikaanse nationaliteit hebben.

Jan ging naar het hotel en Piet ook. Inleiding: gewone definieten Jan ging naar het hotel en Piet ook. UNICITEIT

Marie ging naar de supermarkt en Juliette ook. Ongewone definieten Marie ging naar de supermarkt en Juliette ook.

Nog meer ongewone definieten > naar de radio luisteren > naar de bank gaan > de trein nemen > de vaat doen > naar de bergen gaan > ...

Nog meer ongewonigheden... > Jan is naar de dokter gegaan. Piet ook. > Jan is naar de chirurg gegaan. Piet ook. lexicale beperking op het naamwoord > Marie is naar de supermarkt gegaan. Juliette ook. > Marie is rond de supermarkt gelopen. Juliette ook. lexicale beperking op het werkwoord / de prepositie > Marie is naar het nieuwe ziekenhuis gegaan. Juliette ook. beperking op modificerende adjectieven

Nog meer ongewonigheden... > Piet is naar de dokter gegaan. Isabel ook. beperking op interpretatie

Nog meer ongewonigheden... > Jan luistert naar de radio. ?Het is een oud krakend ding. > Marie gaat naar het hospitaal. ?Het is een oud gebouw. > Piet is naar de bergen gegaan. ?Ze lagen er mooi bij. beperking op anaforische relaties Het soort definieten dat al deze eigenaardigheden heeft noemen we zwakke definieten.

Vergelijking met ‘kale’ nomina lexicale beperking op het naamwoord > Hij zit op school. vs. *Hij zit op huis. lexicale beperking op het werkwoord / de prepositie > Hij zit op school. vs. *Hij is op school gegaan. beperking op modificerende adjectieven > ??Hij zit op goede school. beperking op interpretatie > ??Hij zit op school maar is al lang geen leerling meer. beperking op anaforische relaties > ??Hij zit op school. Het is een oud en lelijk gebouw.

Het onderzoek > Vergelijkt de anaforische mogelijkheden van normale definieten, normale indefinieten, ‘zwakke definieten’ en ‘kale’ naamwoorden. Rationale In normale omstandigheden (als de DP een discourse referent introduceert) is er altijd anaforisch verwijzing mogelijk met een persoonlijk voornaamwoord. In ongewone omstandigheden kan je proberen een referent te accommoderen. Dit doe je door het gebruik van definiete omschrijvingen.

Illustratie van de rationale > Er kwam een auto voorbij. Hij was vuil. > Er kwam een auto voorbij. De motor maakte een hels lawaai. > Ze waren tennis aan het spelen. De bal vloog over de omheining. > Marie speelt viool. ??Zou ze ‘m kunnen meebrengen? > Marie speelt viool. Zou ze haar instrument kunnen meebrengen?

Testitems

Testitems

Resultaten

Discussie > Jan luistert naar de radio. ?Het is een oud krakend ding. > Marie gaat naar het hospitaal. ?Het is een oud gebouw. > Piet is naar de bergen gegaan. ?Ze lagen er mooi bij. > ??Hij zit op school. Het is een oud en lelijk gebouw. > ??Marie speelt viool. Zou ze ‘m kunnen meebrengen?

PROCESSING Discourse Analysis 2011

SCALAR IMPLICATURES Discourse Analysis 2011

Scalar implicatures

Noveck (2001) Discourse Analysis 2011

Experiment 1

Experiment 1

Experiment 1

Experiment 1

Experiment 2

Experiment 2

meer experimenten nodig (Mogelijke) conclusies > Ofwel zijn kinderen logischer dan volwassenen. > Ofwel zijn kinderen in deze experimenten niet in staat om implicaturen te berekenen... > ... omdat het berekenen van implicaturen teveel werkgeheugen vereist > ... omdat de experimenten te complex zijn??? meer experimenten nodig > ... omdat kinderen nog niet pragmatisch kunnen redeneren??? > ... omdat kinderen niet weten dat bepaalde lexicale items een schaal vormen???

Verder onderzoek > ... omdat het berekenen van implicaturen teveel werkgeheugen vereist > ... omdat de experimenten te complex zijn > ... omdat kinderen nog niet pragmatisch kunnen redeneren > ... omdat kinderen niet weten dat bepaalde lexicale items een schaal vormen

Verder onderzoek > ... omdat het berekenen van implicaturen teveel werkgeheugen vereist > ... omdat de experimenten te complex zijn > ... omdat kinderen nog niet pragmatisch kunnen redeneren > ... omdat kinderen niet weten dat bepaalde lexicale items een schaal vormen

Theory of Mind Discourse Analysis 2011

Theory of Mind > Het in staat zijn om de eigen gedachten te onderscheiden van die van anderen en zich ook te verplaatsen in de gedachten van anderen. > Cruciaal voor het berekenen van implicaturen: Marie: “There might be a parrot in the box.” Als Marie had willen zeggen dat het het geval moet zijn dat er een papegaai in de doos zit dan had Marie dit wel gezegd. Aangezien Marie niet heeft gezegd dat er een papegaai in de doos moet zitten kunnen we concluderen dat het enkel mogelijk is dat er een papegaai in de doos zit.

Een Theory of Mind test

Een experiment: de Villiers et al. (2009) > Vergelijking tussen ‘normaal ontwikkelende kinderen’ en kinderen met autisme. > Onderzoek naar de interpretatie van relevance implicatures (en niet van scalar implicatures).

Theory of Mind: verschillen tss kinderen “Typically Developing” “Autism Spectrum Disorders”

Test items

Resultaten

Conclusie > Het lijkt dat er een correlatie is tussen het ontwikkelen van Theory of Mind en het correct interpreteren van Relevance Implicatures.

Verder onderzoek > ... omdat het berekenen van implicaturen teveel werkgeheugen vereist > ... omdat de experimenten te complex zijn > ... omdat kinderen nog niet pragmatisch kunnen redeneren > ... omdat kinderen niet weten dat bepaalde lexicale items een schaal vormen

Verder onderzoek > ... omdat het berekenen van implicaturen teveel werkgeheugen vereist > ... omdat de experimenten te complex zijn > ... omdat kinderen nog niet pragmatisch kunnen redeneren > ... omdat kinderen niet weten dat bepaalde lexicale items een schaal vormen

Hou het simpel Discourse Analysis 2011

MAKE SOME FACES HAPPY

MAKE SOME HAPPY FACES

Miller et al. (2005)

Miller et al. (2005) geen scalaire implicatuur (of ijverige kinderen) wel scalaire implicatuur (of luie kinderen) Aandeel partitieve antwoorden

Conclusie > Zolang de taak niet te moeilijk is zijn kinderen echt niet slecht in het berekenen van scalaire implicaturen.

Verder onderzoek > ... omdat het berekenen van implicaturen teveel werkgeheugen vereist > ... omdat de experimenten te complex zijn > ... omdat kinderen nog niet pragmatisch kunnen redeneren > ... omdat kinderen niet weten dat bepaalde lexicale items een schaal vormen

Verder onderzoek > ... omdat het berekenen van implicaturen teveel werkgeheugen vereist > ... omdat de experimenten te complex zijn > ... omdat kinderen nog niet pragmatisch kunnen redeneren > ... omdat kinderen niet weten dat bepaalde lexicale items een schaal vormen

Het schaalprobleem Discourse Analysis 2011

In abstracto

In concreto some all

Hoe test je dit? Barner et al. (2010) > Het Miller (2005) experiment laat zien dat klemtoon helpt. In dit experiment wordt klemtoon vervangen door het focuspartikel only. Some animals sleep. Only some animals sleep. The cat and the cow sleep. Only the cat and cow sleep.

De resultaten

De resultaten

Conclusie > Kinderen zijn perfect in staat om implicaturen te berekenen maar weten gewoon niet welke items met elkaar in verbinding staan op een schaal van informativiteit.

Algemene Conclusie Discourse Analysis 2011

Conclusie > Novecks conclusie dat kinderen last hebben met het berekenen van implicaturen omdat het teveel ‘processing load’ kan deels worden aangehouden. > In het Miller et al. experiment en in het Barner et al. experiment hebben kinderen klemtoon of only nodig om een implicatuurlezing te krijgen. > Problemen met ‘processing load’ zijn echter slechts een deel van het verhaal. > Het De Villiers et al. experiment laat zien dat de verwerving van TOM mogelijk een rol speelt. > Het Miller et al. experiment laat zien dat een eenvoudigere taak betere resultaten oplevert. > Het Barner et al. experiment laat zien dat kennis van schalen een crucial rol speelt.