De organisatie… als machine

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Gekoesterde kwetsbaarheid als professionele deugd
Advertisements

HOOFDSTUK 10 De kunst van organisatie-analyse
De fundamenten van de organisatiestructuur
Hst 1: De wereld: Systeem van landen en relaties
The sociology of organizations 1. BUREAUCRACY AND LEGITIMATE AUTHORITY Max Weber Sarah Moonen
H3 Industralisatie en Ismen.
Risico’s en gevaren van techniek
Van Eycken Joannes 2e Bachelor Sociologie
Organisatietheorieën
Evidence Based Management
Organisatiecultuur = het feitelijk gedrag van de medewerkers van een organisatie dat voortkomt uit een stelsel van impliciete en expliciete veronderstellingen,
Organisatie en beheer Week 2.
Kwaliteit en betrouwbaarheid van simulaties ir. Rudolf van Mierlo Efectis Nederland BV.
Management : situering en begrip
Middenmanagement in positie VO Congres 2013
HOOFDSTUK 8 ORGANISATIE ALS FLUX EN TRANSFORMATIE
Measuring of Organisation Structures D.S. PUGH Nele Van Dooren 2 de Bachelor Sociologie 28 maart 2006.
The managment of innovation
Max Weber Frederick Winslow Taylor Harry Braverman
Kunstmatige Intelligentie
Integrale kwaliteitszorg (IKZ)
WWB proces + Inbedding in Risicomanagement ISO 31000
Inleiding tot management en organisaties
Hoofdstuk 7 Risicomanagement
Hoofdstuk 7 Procesmanagement.
De fundamenten van de organisatiestructuur
Hoofdstuk 7 Anderen motiveren
Hoofdstuk 9 Het ontwerpen van functies
Deel 1 Het managen van mensen en organi-saties.
Organisatiestructuur en
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Gedrag in organisaties, 10e editie
Hoofdstuk 5 Integer leiderschap
Hoofdstuk 7 Motiveren van medewerkers
Hoofdstuk 1 Inleiding op gedrag in organisaties
Opleiden van medewerkers
HEO –CO1 ABP3 Ondernemen & strategisch handelen HEO –CO1 ABP3 ABP3 week 3.
19 e eeuw Arbeiders niet beschermd Bedrijven waren slecht georganiseerd 1850 in Londen Werkloosheid 40% Het aantal faillissementen 70% Geringe financiële.
Welkom Module in combinatie met een project Theorievorming Toets MC en/of open vragen MC vragen uit het boek + additionele vragen
Organisatie in verandering De implementatie van digitaal werken
Opzet, planning en uitvoering van projecten
Strategische communciatie in organisaties
AANBOD ARBEID IS GROTER DAN DE VRAAG NAAR ARBEID
Veranderen: 2 verschillende benaderingen
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
Diagnose, ontwerp en verandering DOV Prof.Dr. Ir. A(Ton).C.J. de Leeuw
Belangrijke begrippen (selectie H3, H4)
Klassieke benadering ‘Theory of classical management’ Henry fayol:
6 stappen in Risico management
TEKST STRUCTURE IN FIVE’S
PERSONEELSMANAGEMENT 2. 1 Onderdeel : 2. Omgeving PPT : 1
Arbeid & maatschappij Intro Nieuws van de week Theorie Video? Word een meester in (je) werk! 1.
Organisatie & Personeel
Naar een duurzaam HRM beleid
Les: Ondernemings plan LBB – Module Groen Ondernemen Coen van Wetering.
PERSONEELSMANAGEMENT PPT 3 Onderdeel : LEIDING GEVEN.
PERSONEELSMANAGEMENT PPT 2 Onderdeel : Doelstellingen.
Organisatieverandering en - ontwikkeling GEDRAG IN ORGANISATIES HOOFDSTUK 13 1.
I NNOVATIEVE A RBEIDS O RGANISATIE (IAO) Kristel Steegmans – vzw Spectrum Van een functionele organisatie naar procesgericht organiseren Flanders Synergy.
Hoofdstuk 1 Inleiding op gedrag in organisaties
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
Belangrijke begrippen (selectie H3, H4)
Hoofdstuk 9 De economische sprong van Europa
VROEG MODERNE TIJD HET RATIONEEL OPTIMISME EN HET VERLICHT DENKEN IN GODSDIENST, POLITIEK, ECONOMIE EN SOCIALE VERHOUDINGEN.
Sociologische paradigma’s
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
Wetenschappelijke Revolutie, Verlichting en Franse Revolutie
VHV 35 jaar – 35 jaar ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
Deze complexe relatie wordt beïnvloed door veel factoren, waarvan beslissingen die het management wel of niet neemt, waarschijnlijk de belangrijkste zijn.
Transcript van de presentatie:

De organisatie… als machine Nelleke REHEUL Thomas ROUSSEAU Joris VERBOVEN G.A.S. Overheidsmanagement en Bestuurskunde VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL, 09 maart 2004 Sociologie van Organisatie en Beleid – Prof. dr. J. Vilrokx Bron: Morgan, G. (1992) Beelden van Organisatie. Schiedam, Scriptum.

Inleiding Verhaal van de waterpomp (Zhuangzi) “... dat iedereen die van machines gebruik maakt, zelf als een machine gaat werken” “het is niet zo dat ik onbekend ben met zulke instrumenten; maar ik schaam me ervoor, ze te gebruiken” Vandaag: machines beïnvloeden bijna elk aspect van ons bestaan.

Voor- en tegenstanders van machinisatie 1/2 Voor velen uitsluitend winst gebracht Verschuiving mens als strijder tegen naar heerser over natuur(elementen) VERSUS Hoge prijs te betalen menselijke arbeid  fabrieksproductie plattelandsomgeving  stedelijke wildgroei achteruitgang van het milieu aanslag van rationaliteit op het menselijk denken

Voor- en tegenstanders van machinisatie 2/2 Machinisatie heeft: aard van de productie radicaal veranderd stempel gedrukt op de verbeelding, gedachtewereld en de gevoelens van de mens Gevolg: ontwikkeling mechanistische visie op de natuur mechanistische theorieën over de geest en het menselijk gedrag Machine als metafoor voor onszelf Samenleving naar mechanistische principes

Gevolgen voor de moderne organisatie Verwachtingen t.o.v. organisaties  routine met precisie van uurwerk vaste (kantoor)uren pauzes op vastgestelde tijden vastgesteld aantal taken geestdodend werk Voorbeeld: fast food restaurants iedere handeling van tevoren precies gepland en gerepeteerd, zelfs m.b.t. interactie met klanten

Voorbeeld: fast food managementchecklist

Bureaucratieën Definitie: organisaties die werken als machine Handelen op vastgestelde, routinematige, efficiënte, betrouwbare en voorspelbare wijze Realiteit soms anders  op zoek naar andere theorieën  ontstaansgeschiedenis van mechanistische organisatieconcepten

De oorsprong van mechanistische organisatie 1/6 Organisatie = instrument om ander doel te bereiken (GRI: organon – organon)  reeds lange tijd. Mechanisatie organisatieconcepten zelf = pas bij uitvinding v/d machine

Oorsprong mechan. organ. 2/6 1. Adam Smith Nieuwe machines pas efficiënt wanneer grote veranderingen worden aangebracht in het ontwerpen en controleren v/d arbeidstaken. Verhoging effectiviteit van de arbeider door beperking vrijheid A. Smith: “The Wealth of Nations” (1776) geïntensiveerd.

Oorsprong mechan. organ. 3/6 2. Frederik de Grote van Pruisen Militaire apparaat Van zootje ongeregeld naar “gesofisticeerd” leger kennis uit Romeinse legioenen en 16de eeuwse Europese legers talrijke eigen ideeën op basis van mechanische uitvindingen uit die tijd soldaten gedegradeerd tot automaten invoeren rangen en uniformen, commandotaal, uitbreiding en standaardisatie regels, trainingsprocedure, leiding 19de eeuw: toepassing ervan in fabriek/kantoor

Oorsprong mechan. organ. 4/6 3. 19de eeuw Eli Whitney: samenstelling geweren: onderling verwisselbare delen Charles Babbage: verhandeling wetenschappelijke managementbenadering echte managementtheorie pas begin 20ste eeuw (cf. M. Weber)

Oorsprong mechan. organ. 5/6 4. Max Weber Parallel mechanisatie industrie en verspreiding bureaucratische organisatievormen bureaucratie = regelmaat in administratieproces machine = regelmaat in productieproces Bezorgd over effect ervan op menselijke Ernstige politieke gevolgen democratischer organisatiewijzen minder mogelijk zie hoofdstuk 9

Oorsprong mechan. organ. 6/6 5. “klassiek” versus “scientific” Klassiek management VERSUS Scientific management

Voorvechters bureaucratie Klassieke managementtheoretici Fayol, Moore, Urwick organisatie als geheel Scientific managementschool Taylor individuele taken  gemeenschappelijk: - principes en methoden bureaucratische organisatie - invloed op hedendaags denken

Klassieke managementtheorie 1/3 Doel: optimale organisatie Hoe?: management = proces van planning organisatie beheersing coördinatie leiding  Optimale organisatie = MACHINE

Klassieke managementtheorie 2/3 Organisatie als machine netwerk van onderdelen: functionele afdelingen en taken bevelshiërarchie gezagsstructuur: duidelijke gezags- en communicatielijnen Modern management toepassing principes klassiek management nl. nieuwe managementtechnieken  top-down leiding onbewust: mechanistische opvatting organisatie

Klassieke managementtheorie 3/3 Sterkte organisaties = rationele systemen die efficiënt kunnen werken Zwakte verwaarlozing menselijke aspecten nl. organiseren = technisch  mensen aanpassen aan de organisatie

Scientific Management 1/6 Frederik Taylor (1856-1915) basis voor rationalisering van arbeid achtergrond: Industriële Revolutie  schaalvergroting en complexiteit  inefficiëntie en ineffectiviteit Wat kan de arbeider werkelijk presteren? Hoe krijg ik hem zover?  antwoord: scientific management of Taylorisme

Scientific Management 2/6 Doel: optimale uitvoering van individuele taken = “One best way of doing each task” 5 eenvoudige principes: scheiding denkwerk en uitvoering wetenschappelijke methodes; tijd- en bewegingsstudie selectie beste personen training controle

Scientific Management 3/6 M.a.w., formele beheersing van arbeidsproces = feitelijke controle over iedere stap in arbeidsproces  autoritair top-down management

Scientific Management 4/6 Toepassingen fast food restaurants lopende band: T-Ford (1908) kantoorfabrieken Gevolgen toename productie geschoolde ambachtslieden  ongeschoolde arbeiders

Scientific Management 5/6 Kritiek organiseren = technisch (werkprocedures > arbeiders)  menselijke problemen: bandwerk: geestdodend gespletenheid = GEESTELIJKE DRAINAGE VAN ARBEID

Scientific Management 6/6 Belang lopende band  robots wetenschap van de ergonomie totaal overzicht over de werkvloer hedendaags denken Nuancering deel van grotere maatschappelijke ontwikkeling nl. algemene mechanisatie van het dagelijks leven

STERKE VERSUS ZWAKKE KANTEN VAN DE MACHINEMETAFOOR

Voorwaarden voor het slagen van het mechanistisch model Duidelijk omschreven, eenvoudige taak Stabiele omgeving Productie van steeds opnieuw hetzelfde product Precisie is een vereiste Mensen voegen zich en gedragen zich zoals men van hen verlangt.

Schoolvoorbeeld van het 1/2 mechanistisch model: Mc Donald’s Productie en verkoop van een standaardproduct Organisatie gemechaniseerd in al zijn franchisebedrijven over de gehele wereld Productie en verkoop verloopt volgens volkomen geregelde en herhaalbare wijze

Schoolvoorbeeld van het 2/2 mechanistisch model: Mc Donald’s Precisie: hamburgerwetenschap (“Hamburgeruniversiteit”) Beroepsbevolking: niet aangesteld bij vakbond jobstudenten Andere voorbeelden: operatiekamer, financierings-kantoor, onderhoudsafdeling van een vliegveld,…

Beperkingen van het mechanistisch model Moeite met aanpassen aan veranderde omstandigheden Risico tot ontwikkeling van bureaucratie, waar geen vragen worden gesteld er niet zelfstandig wordt gedacht Risico op conflict tussen doeleinden van de organisatie / belangen van de werknemers Bedreiging van mensen in hun menselijke waardigheid

1. Moeite met aanpassen aan veranderde omstandigheden 1/2 Organisatie is niet ontworpen met het oog op innovatie Mechanistisch model leidt tot segmentalisme (Rosabeth Moss Kanter), “hokjesgeest” Nieuwe problemen worden ontkend of fragmentarisch behandeld

1. Moeite met aanpassen aan veranderde omstandigheden 2/2 Ingewikkelde problemen worden naar hoger hiërarchisch niveau gestuurd informatie komt vaak verminkt over top wordt vaak gedwongen om problemen te delegeren aan externe instanties Bijkomende moeilijkheid: hoge specialisatiegraad in bepaalde functionele gebieden van de organisatie

2. Risico tot ontwikkeling van bureaucratie 1/2 Duidelijke omschrijving van verantwoordelijkheid die hoort bij de functie  werknemer weet wat van hem wordt verwacht, maar ook wat niet Kan aanleiding geven tot maken / rechtvaardigen van fouten toezicht op de verschillende delen, niet binnen de verschillende delen systeem van kwaliteitscontrole

2. Risico tot ontwikkeling van bureaucratie 2/2 Kan aanleiding geven tot apathie / onverschilligheid / ontbreken van zelfrespect Functionele rationaliteit versus substantiële rationaliteit

3. Risico op conflict tussen doeleinden organisatie / belangen werknemers 1/2 Bedoeling  delen dragen bij tot het bereiken van de doelstellingen van het geheel Probleem  rationeel denkend personeel gedraagt zich niet steeds in overeenstemming met de doelstellingen van de totale organisatie Oorzaak  vaststelling: schaarste van middelen

3. Risico op conflict tussen doeleinden organisatie / belangen werknemers 2/2 Gevolg  gedrag dat rationeel lijkt voor de werknemers zal irrationeel blijken voor het geheel en kan de werking van het geheel ondermijnen. Voorbeelden: carrièrejagerij het verdedigen van belangen van een speciale afdeling bevoordelen van lievelingsprojecten opschroeven van een deelbegroting …

4. Bedreiging van mensen in hun menselijke waardigheid Mechanistische aanpak beperkt menselijke vaardigheden Mechanistische aanpak tracht mensen te vormen naar de vereisten van de organisatie Verlies voor zowel organisatie als voor personeel