Voorbereid op stage les 6: groepsprocessen
WAT GAAN WE DOEN? Groepsvorming: normen en cohesie, vijf fasen, Maslow Verhoudingen in de groep: sociogram Pesten Praktische zaken
Groepsvorming Hoe is dat in jouw groep gegaan…? Wat hebben jullie gedaan om elkaar te leren kennen? Wie gaat met wie om? Welke normen hanteren jullie? Hoe zouden jullie jezelf omschrijven als groep?
Groepsnormen interne normen wat de groep vindt en naar elkaar uitspreekt externe normen leerplicht motiveert de leerling wat de omgeving (het milieu) vindt van leren en scholing onderzoek (Alblas, 2010) groepsnormen hebben invloed op inzet en motivatie van leerlingen leerprestaties dalen als andere activiteiten bij de leerling een hogere prioriteit krijgen
Groepscohesie Cohesie: samenhang en onderlinge verbondenheid binnen de groep Factoren die cohesie versterken geringe omvang van de groep druk van buitenaf aantrekkelijkheid van de groep
Kwadranten: norm x cohesie
KWADRANTEN: NORM X COHESIE (vervolg) positieve groepsnorm en hoge cohesie groepswerk wordt goed uitgevoerd door de positieve groepsnorm t.a.v. leren, onderwijs en opdrachten grote groepsbrede opdrachten en leerlingen corrigeren elkaar positieve groepsnorm en lage cohesie geen samenhang en geen gezamenlijke aanpak van opdrachten individuele taken zijn geschikt negatieve groepsnorm en hoge cohesie leren, school en huiswerk vinden zij onbelangrijk, vooral wanneer ze bij elkaar zijn negatieve groepsnorm en lage cohesie er is geen groep, alleen verschillende groepsnormpjes
Een aantrekkelijke groep positieve normen grote cohesie (samenhang) van de groep
Factoren die cohesie versterken omvang van de groep vaak meer verbondenheid in een kleine groep: frequenter contact subgroepjes meestal zelf gekozen, waardoor er meer behoefte is aan onderling contact druk van buitenaf incidenten van buitenaf die een slachtoffer binnen de groep maken, leiden tot verhoogde cohesie (elkaar troosten, het voor elkaar opnemen) aantrekkelijkheid van de groep succes van leerlingen zorgt voor binding populaire/amusante leerlingen
Groepsvorming en basisbehoeften veiligheid, erbij horen invloed hebben het opbouwen van persoonlijk contact
Maslow in de onderwijssituatie erkend
Groepsproces in vijf fasen 1 2 3 4 5
1 1 Forming wat zie? wat doe je? fase van kennismaking eerste kennismaking veiligheid bieden - wie zijn die anderen? kennismaking organiseren - hoe zie ik hen? informatie behapbaar aanbieden - hoe zien zij mij? gezonde sociale norm bevorderen pas her-etikettering toe
2 2 Storming wat zie? wat doe je? fase van de behoefte om invloed uit te oefenen wat zie? wat doe je? sociale posities ontstaan oneens zijn mag en is veilig conflicten en irritaties problemen helpen oppakken grensoverschrijding sociale rollen zo mogelijk honoreren positieve sociale norm uitventen deze fase als uitdaging blijven zien
3 3 Norming wat zie? wat doe je? fase van ontwikkelen groepsnormen omgang in de groep groepsverantwoordelijkheid stimuleren wat moet en wat mag? onderling respect versterken samenwerken bevorderen beslissen door overeenstemmen problemen/conflicten oppakken
4 4 Performing wat zie? wat doe je? fase van uitvoering productief studieuze groepsopdrachten samenwerking groepsidentiteit versterken prettige leefsfeer sociale contacten bevorderen
5 5 Adjourning wat zie? wat doe je? fase van het helpen afbouwen jammer praat over gevoelens vitten creëer markeringspunt klitten richt blik op toekomst
Verhoudingen in kaart brengen Waarom is het nodig? kennis van de onderlinge verhoudingen (d.m.v. sociogram) kennen van het individu (bewust observeren)
Observeren individuele leerling observatie is niet altijd betrouwbaar gedrag van de leerling is niet per se wat hij bedoelt gedrag van de leerling wordt beïnvloed door hoe jij met hem omgaat als docent observator heeft een gekleurde blik door persoonlijke ervaringen en bagage belangrijke aspecten bij het observeren van de leerling oogcontact één op één contact met de leerling perspectieven
Een sociogram maken Sociometrische methode relaties tussen leerlingen in kaart brengen leerlingen beantwoorden de vraag: ‘Schrijf de namen op van de drie klasgenoten met wie je het beste op kunt schieten in de volgorde van eerste, tweede en derde keus’ de antwoorden worden genoteerd in een tabel de gegevens uit de tabel kun je nu verwerken in een sociogram
opdracht: Een sociogram maken de namen van de leerlingen op papier zetten de leerlingen die het meest gekozen zijn, centraal neerzetten de ‘randfiguren’ plaats je letterlijk meer langs de rand voorkeuren aangeven d.m.v. pijlen (dikke pijl is eerste keus, gewone pijl is tweede keus en de derde keus markeer je met een stippelpijl) de tekening laat zien welke subgroepen er zijn en hoe de onderlinge verhoudingen liggen Maak een sociogram van de gegevens op p. 14 Wat zou je kunnen doen met een sociogram?
Functie sociogram Leerlingen betrekken bij de (sub)groep bepaalde leerlingen niet met elkaar laten samenwerken (vanwege de kliekjes die dan ontstaan en verdere groepsvorming belemmert) duidelijk wordt of de leerlingen toe zijn aan samenwerkend leren het beeld van de groepen in een klas kan na verloop van tijd veranderen!
Pesten Ben jij gepest? Of was je een pester? Wat maakte dat je gepest werd? Of pestte? Welke effect had dat op je?
Pesten en plagen Pesten Plagen er is een winnaar en verliezer slachtoffer kan zichzelf niet verdedigen slachtoffer loopt psychische/ fysieke schade op de zondebok wordt voortdurend negatief bejegend leerlingen die pesten zitten vaak in dezelfde klas als de gepeste leerling (onderzoek van Mooij, 2002) Plagen gelijke machtsverhouding het slachtoffer verdedigt zichzelf loopt verder geen schade op plaaggedrag gebeurt niet stelselmatig
Waar komt pestgedrag vandaan? frustratie onfunctioneel autoritair gedrag van de docent competitieve sfeer in de klas slechte sfeer thuis of op school de kracht van de sociale norm
De betrokken partijen Wie spelen/wat speelt er een rol bij pesten? de pester het slachtoffer de middengroep vermindering van geweten in groepsverband lage dunk van zijn doelwit heeft niet door wat het met het slachtoffer doet fysiek en verbaal sterk agressieve persoonlijkheid versterkt door lage morele ontwikkeling en negatieve sociale norm in de klas volgens de belevingswereld van de pester is het pesten op dat moment voor hem de beste keus ‑> belangrijk is hier om handelingsperspectieven te bieden!
vermindering van geweten in groepsverband De betrokken partijen (vervolg) het slachtoffer de leerling is ‘anders’ bereikbaar gevoelig vaak al eerder slachtoffer geweest de middengroep pest mee om zelf niet gepest te worden pest mee, omdat ze denken er beter van te worden pesten niet, maar proberen het ook niet te stoppen heeft niet in de gaten dat er wordt gepest eenling met een sterke persoonlijkheid die het af en toe opneemt voor het slachtoffer vermindering van geweten in groepsverband
Wat te doen bij pesten? Bestudeer een van deze mogelijke acties, geef voor- en nadelen aan. de pester observeert het slachtoffer de vijfsporenaanpak no blame: stap 1 – gesprek met slachtoffer stap 2 – gesprek met de daders stap 3 – verantwoordelijk maken stap 4 – daders bedenken oplossingen stap 5 – evaluatie peer mediation
Digitaal pesten Wat is digitaal pesten? pesten middels de pc: versturen van virussen of haatmails via sociale netwerken (hyves, twitter, facebook) plaatsen van (contact)advertenties namens het slachtoffer filmpjes openbaar maken hoe onderscheidt digitaal pesten zich? losgemaakte emoties kun je niet waarnemen de pester wordt niet geconfronteerd met de gevolgen van zijn gedrag en zal daarom niet snel op andere gedachten worden gebracht digitaal pesten is (gedeeltelijk) verborgen, waardoor de docent het lang niet altijd in de gaten heeft, dat er wordt gepest
Digitaal pesten (vervolg) wat kun je doen tegen digitaal pesten? voor de leerlingen moet duidelijk zijn welke schoolregels er gelden rondom pc-gebruik verantwoordelijkheid aanleren bij de leerlingen omtrent hun rol als ‘media-maker’ slachtoffer heeft baat bij een aantal tips: negeer pest-mails blokkeer de afzender log uit op de site niet persoonlijk opvatten deel het probleem bewaar de pestmails schuldgevoel opzij zetten