De PM/ICD patient op de PACU Roel Beelen, MD Cardio-vasculaire en thoracale heelkunde OLV Ziekenhuis Aalst-Asse-Ninove
Trends in device implantation 1989 '90 '91 '92 '93 '94 '95 '96 '97 '98 '99 '00 '01 '02 '03 '04 '05 2006 First ICD implantations per million population
Post-op complicatie: Ingreep gerelateerd: Device gerelateerd:
Ingreep gerelateerde complicatie: Pockethemathoom Pneumothorax Hemothorax Tamponade AMI DVT + PE CVA/TIA
Pockethematoom: Bij 2 tot 15% in huidige patientenpopulatie (anti-plaquettaire/anti-coagulantia) Onmiddelijke drainage in functie van Grootte hematoom Pijn Risico huidnecrose/wonddehiscentie
Pneumothorax: Bij ongeveer 2 tot 5 % patienten Tgv Seldingerpunctie voor access Bij punctie steeds post-op RX Thorax Drainage in functie van: Collaps long Hemodynamische toestand (CAVE spanningscomponent)
Pneumothorax:
Hemothorax: Vooral tgv accidentele arteriele punctie Heelkundige exploratie in functie van: Hoeveelheid bloed Hemodynamische toestand patient
Hemothorax:
AMI: Tgv de peri-operatieve stress Na DFT-testing ( VF induceert myocardiale ischemie) Na coronair trauma tgv lead-implantatie Vooral LAD-letsel bij RVOT-leadimplantatie
DVT en PE: Thrombogeen: Luchtembool: Meestal tgv mobiliseren pre-existente thrombus tijdens leadimplantatie Luchtembool: Tgv manipulatie veneuze sheats Bij twijfel onmiddellijk per-op uitvoeren van pulmonalisangiografie
Longembool:
CVA/TIA: Ten gevolge van aanwezigheid links-rechts shunts ASD type 1 en 2 VSD Bij DFT testing, toestand van hypotensie
Device gerelateerde incidenten: “… To understand actions, one most know the principles……” Isaac Newton
PM versus AICD Pacemaker: Behandeling van brady-aritmie AICD (Automated Implantable Cardioverter Defibrillator) Behandeling van tachy-aritmie Ingebouwde PM functie
PM versus AICD
Kostprijs:
Indicatie voor implant: PM AICD 2°-3° graads AV blok Sinusknoopziekte Bi- en Tri-fasciculairblock Long QT VT VF Long QT Profylactisch Familiaal Na Ami
Pacemaker/AICD Systemen 1-kamer (atriaal/ventriculair) 2-kamer (atrio-ventriculair) 3-kamer (atrio-bi-ventriculair) (CRT-D/P)
Internationale conventie
Basisprincipes pacing: Sensing-sensitiviteit Treshold-output Polariteit
Sensing/sensitiviteit De registratie van het electrisch signaal van het hart (A/V) in mV Sensitiviteit: Ingestelde minimum-grens waarboven een PM zal reageren op sensing.
Sensing/sensitiviteit
Undersensing
Treshold/output: Treshold: Output: Synoniem drempel Minimum energie nodig om myocard te stimuleren Output: Maximum energie die PM kan genereren om myocard te stimuleren.
Uni-polaire pacing/sensing:
Bi-polaire pacing/sensing:
Lead constructie:
Conclusie: Sensing: Pacing: Zo weinig mogelijk artefact BIPOLAIR Pacing: Zo groot mogelijk contact, zo laag mogelijke drempel UNIPOLAIR
Normaal DDD-PM ECG:
Device gerelateerde complicaties: Post-op bradycardie Post-op tachy-aritmie VES Pacemaker gemedieerde aritmie VF/VT Spierstimulatie
Post-op bradycardie bij PM: Te lage lower rate Geluxeerde lead Oversensing Hoge pacing-drempel (non-capture)
Non-capture:
Post-op tachycardie bij PM: Ventriculaire triggering op VKF/VK flutter PMT Oversensing Geluxeerde lead (VES) T-top pacing
Post-op bradycardie bij AICD: Volledig normaal (lower rate 30-45 bpm) Geluxeerde lead Undersensing Hoge pacingdrempel
Post-op tachycardie AICD: Supraventriculair: PMT Triggering op VKF/VKFlutter Oversensing Ventriculair: Lead veroorzaakt arrithmie Lead luxatie Mogelijks anti-arritmie werking van toestel T-top pacing
VF-behandeling AICD:
Anti-tachy pacing AICD:
Post-op beleid na PM/AICD implantatie EKG monitoring/ lange strook EKG Werking device Snelle opsporing van complicatie RX-thorax Wondcontrole Bij incidenten: device analyse
Thank you for your attention!