Modulereview Natuur en milieu
1. Nederlandse landschappen Ieder landschap bestaat uit geofactoren. Het uiteindelijke landschap is het gevolg van de onderlinge verbindingen tussen de geofactoren.
Ieder landschap kent de volgende opbouw: Natuurlijke opbouw; Cultuurhistorische opbouw; Ecologische opbouw (zie clip 2).
De biologische diversiteit van een landschap wordt bepaald door: Veranderlijkheid van het milieu; Hoeveelheid energie en voedingsstoffen; De variatie in milieuomstandigheden; Omvang van het natuurgebied; Spreiding van natuurelementen en barrières.
Lösslandschap Puinwaaierafzettingen aan de voet van het middelgebergte; Plateaus, hellingen en dalen; Löss als afdeklaag. Eerste bebouwing in dalen, later op de plateaus
Zandlandschap Hoge en lage stuwwallen opgeduwd door het ijs; Zacht golvend dekzandlandschap. Oud: essen, groengronden, heide en stuifzand; Nieuw: heideontginningen, naaldbos.
Rivierkleilandschap Oeverwallen en kommen in het westelijk rivierkleilandschap: smal en laag, zware komklei; Oeverwallen, stroomruggen en kommen in het oostelijk rivierkleilandschap: breed en hoog, zavelige komklei. Oeverwalgronden, kleistroken nabij rivierdijken
Zeekleilandschap Kwelders; Zeeklei en de zeespiegelstand; oude zeeklei en jonge zeeklei. Opbouw van een zeekleipolder; terpen, kreekruggen en later ontginning; Droogmakerijen.
duinlandschap Vorming van de duinen; Oude en jonge duinen; Duinvalleien. Oude nederzettingen en geestgronden; Zeewering, natuur en zoetwaterleverancier.
veenlandschap Veengroei op voedselrijke plaatsen; laagveen; riet- en zeggeveen; Veengroei op voedselarme plaatsen; hoogveen; veenmosveen. Veenpolderlandschappen; Dalgronden en veenplassen.
Natuurlijke hulpbronnen Vernieuwbare en niet-vernieuwbare bronnen; Milieuproblemen; vervuiling, uitputting en aantasting; Sustainable development als reactie op milieuproblemen; milieugebruiksruimte.
Sustainable development Schaalvergroting in milieuproblemen; Handhaven van de milieugebruiksruimte; wordt bepaald door: Aanwezige winbare niet-vernieuwbare bronnen Tempo van aanwas Mate van onttrekking Import of export Uitbreiding van kennis en techniek Kwaliteit van het natuurlijke milieu
Milieugebruiksruimte zoet water Interne en externe bronnen van zoet water; Watergebruik door huishoudens, industrie en landbouw beperkt de milieugebruiksruimte; Bedreiging kwaliteit en voorraden zoet water.
Milieugebruiksruimte bodem De bodem als productiesysteem wordt bepaald door: Voorraad voedingsstoffen; Voorraad water; Goed bodemleven; Vergroting van de milieugebruiksruimte: Toevoer van meststoffen; Toevoer van fossiele energie; Toevoer van water door irrigatie en beregening.
Milieugebruiksruimte ontw. landen Goede landbouwgrond wordt schaars; Groeiend tekort aan water; Dure fossiele brandstoffen. Ecologische voetafdruk grote boosdoener!
Ontstaan van milieuproblemen Afwenteling van milieuproblemen; Afwenteling op andere milieugebruikers en andere gebieden. Afwenteling op toekomstige generaties. Sustainable development ontstond als reactie op milieuproblemen.
Ruimtelijk beleid mbt. milieuproblemen Zonering; Vier koersen: Gele koers: ontwikkeling van landbouw in intensieve en geconcentreerde vorm; Bruine koers: Grondgebonden landbouw heeft voorrang; Blauwe koers: Combinatie van functies en ontbreken van intensieve landbouw; Groene koers: Behoud, herstel en ontwikkeling van de natuur.
Nederlandse milieubeleid Duurzame ontwikkeling bij economische groei; Integraal ketenbeheer; Een hogere kwaliteit van producten; Minder gebruik van fossiele energie (Kyoto, ‘97)
Mondiaal milieubeleid Armoede en milieu; verschil tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden; Klimaatbeleid; trends op internationale schaal (bijv. Al Gore’s an inconvenient truth).
Gebruik van deze presentatie Deze presentatie is beschikbaar op deeljehuiswerk.com Gebruik hem tijdens het studeren als aandachtsrichter (stuurt je gedachten en dus je kennis). Succes ermee!