Duurzame ontwikkeling: geschiedenis & toekomst van een wazig begrip L. Reijnders
Intellectuele traditie (I) ‘stationary economy’ volgens J. Stuart Mill (1842) ‘justice between the generations’ ‘internaliseren van afgewentelde kosten’ (Pigou, Kapp e.a.; sinds ~ 1920)
Intellectuele traditie (II) ‘Steady state economy’ (H. Daly, 1973) Sustainability (IUCN, 1980) Sustainable development (Our Common Future, 1986); toevoeging: een rechtvaardiger relatie tussen ‘Noord’ en ‘Zuid’
Sinds 1986: Meer dan 100 operationaliseringen duurzame ontwikkeling ‘Sterke’ en ‘zwakke’ duurzaamheid op basis van aannamen t.a.v. substitutie diverse soorten ‘kapitaal’ Relatief populair: 3P (people, planet, profit)
Operationalisering duurzaamheid met oog op milieu (‘sterke duurzaamheid’) Aansluitend bij stationary of steady state economy Conservering hulpbronnen op zelfde niveau Geen export schadelijke vervuiling naar volgende generaties Behoud ecosysteemdiensten N.B. gericht op de mens > kritiek vanuit standpunt dat levende natuur rechten heeft
3P bij bedrijven (I) Diverse namen MVO (Maarschappelijk Verantwoord Ondernemen) ‘Responsible care’ (chemische industrie) ‘Duurzaam ondernemen’ ‘License to produce’
3 P bij bedrijven (II) Grote variëteit van praktijken op milieu & sociaal gebied Indicatoren zoals Dow Jones Sustainability Index sterk procedureel georiënteerd; zeggen weinig over inhoudelijke prestaties
3P bedrijven i.p.v. staatsinterventie? Invloed ‘race to the bottom ‘ Geen grote stappen vooruit zonder gedwongen ‘internalisering’ van nu afgewentelde kosten
Index voor Duurzame Samenleving (IDS) 22 indicatoren, die worden geaggregeerd 6 voor persoonlijke ontwikkeling (o.m. gelijke kansen, voldoende scholing, veilige sanitatie, genoeg te eten) 6 voor stabiele samenleving (o.m. werkeloosheid, inkomensverdeling, schuldenlast) (uit Index voor Duurzame Samenleving 2006)
3P; IDS? Eenstemmigheid dat voor bereiken duurzame relatie met milieu sociale & economische aspecten belangrijk zijn. Onenigheid over vraag of economische en sociale aspecten onlosmakelijk onderdeel zijn van begrip duurzaamheid & over begrippen als ‘duurzame samenleving’.
Nu: Hernieuwde belandstelling voor duurzaamheid vooral vanwege: Klimaatverandering Deze eeuw: ‘Hubbert pieken’ in wereldwijde conventionele gas- en olieproductie
Meer belangrijke milieuproblemen Met oog op duurzaamheid vooral: Vermindering voorraden geochemisch schaarse nauwelijks vernieuwbare ertsen Aftakeling vernieuwbare hulpbronnen (o.m. water, vis) Oplading oceanen & bodems met vuil Verminderde ecosysteem dienstverlening
Klimaatverandering (I) Wereldwijd gemiddelde temperatuurstijging sinds begin industriële revolutie: 0.6-0.8 oC Daarvan verklaarbaar door natuurlijke oorzaak (verandering zonnestraling, vulkanisme etc. ): < 0.2 oC C.M. Annan et al. PNAS 104 (2007) 3713-3718
Klimaatverandering (II) Geen verdere stijging van temperatuur: emissies broeikasgassen met > 80% omlaag Netto-resultaat Kyoto protocol: temperatuurstijging gaat in iets sneller tempo door
Hubbert peak in de USA
Aardolie en aardgas Fossiele koolstofverbinding Verbruik anno 2005 in jaren vorming tijdens geologische piekproductie Aardolie (conventioneel) 1 miljoen Aardgas (conventioneel) 3 miljoen Steenkolen 60.000
Wat te doen (1): verbetering energie-efficiency (J/euro BNP) Nederland 1980-1985: verbetering met ~ 2.5%/jaar Nederland nu: verbetering < 0.5%/jaar Europese Commissie: Europa naar 2% per jaar Technisch mogelijk in Nederland: verbetering met factor 3-4 (veronderstelling: dezelfde energiediensten)
Wat te doen (2): toepassing stromingsenergie Zonne-energie: 121300x 1012 Watt Wind energie: 600x 1012 Watt Aardwarmte: 30x 1012 Watt (Totale voorraad fossiele brandstoffen + uraan < 1 maand zonne-energie) menselijk energieverbruik: ~14x 1012 Watt
Moraal: Genoeg stromingsenergie; probleem is de prijs daarvan Veel mogelijkheden voor verbetering van energie efficiency; echter: sociale dilemma’s en prijs kunnen een probleem zijn Zonder ingrijpende overheidsinterventie oplossing niet in zicht