Intensieve veehouderij en gezondheid Henk Jans, arts MG/biochemicus medisch milieukundige Voorzitter NVMM 6 juni 2009
Inhoud presentatie Actualiteit Componenten Beleving Kansen en bedreigingen Onderzoeksvoorstel Aanleiding voor het onderzoek de vraag van de huisarts over het meer voorkomen van luchtwegklachten in Elsendorp
Actualiteit “Handtekeningenactie huisartsen en specialisten tegen komst mega varkens- en kippenbedrijf” “Elsendorp: invloed stank op gezondheid onderzocht” 12 febr. 2008: “Megastal bedreiging voor volksgezondheid” Brabants Dagblad, 26-02-2009 Gezondheidsonderzoek komt vooral in Brabant, instituten doen samen voorstel aan minister van Volksgezondheid Juni 08 ”Pas op de plaats met de megastallen” GGD afgelopen jaar veel tijd besteed aan vragen van burgers maar ook wethouders. Overleg bij provincie gehad, presentaties aan Dorpsraden, Raadsleden. Regelmatig belt ook de journalist die we al dan niet t e woord staan, altijd in afstemming met de betrokken gemeente. 26 juni 08 ”Onderzoek risico veehouderij eerste aanzet” 5-12-08 ” Onderzoek megastallen in het slop' “RIVM meet lucht bij boeren in De Rips”
Situaties Bestaande situatie Nieuwe situatie: uitbreiding bestaande bedrijven, verplaatsing bedrijven (LOG) nieuwe (mega)bedrijven Het gaat om niet-grondgebonden bedrijven Gezondheidseffecten worden gerelateerd aan het werken in de intensieve veehouderij en he wonen nabij deze bedrijven, Daarnaast is er de ongerustheid over de uitbreiding van bedrijven en de komst van mogelijk megabedrijven
Gezondheidseffecten Onderscheid: Infectieziekten (introductie en verspreiding virussen, microrganismen) Belasting milieubedreigende factoren in de omgeving Infectieziekten meer gekoppeld aan schaalvergroting en concentrering van bedrijvigheid Daar kom ik later nog op terug in de presentatie. Ik wil nu ingaan op de belasting in de locale omgeving met milieucomponenten.
Biologische agentia Endotoxinen: celwandbestanddelen van gram-negatieve bacteriën; Schimmels: glucanen Virussen: influenza (varken/vogel) Bacteriën: Coxiëlla burnetii: Q-koorts; kan lang buiten de gastheer leven; (geiten, schapen, koeien) Salmonella Toxoplasmose MRSA etc
Belastende milieufactoren Ammoniak uitstoot en depositie Uitstoot van fijn stof (<PM10) Diergerelateerde micro-organismen Geur en geurhinder Een groot aantal stoffen speelt een rol in de intensieve veehouderij. De dieren worden gevoederd met allerlei verschillende voedermiddelen uiteenlopend van granen, soja, en afvalproducten uit de humane voedingsmiddelenindustrie (schroot), stallen worden gedesinfecteerd en dieren worden behandeld met geneesmiddelen. Hierdoor ontstaat blootstelling aan verschillende stoffen. Daarnaast scheiden de dieren zelf mest en urine uit, en dit is weer een bron van gassen waaronder ammoniak, mercaptanen (typische geurstoffen), en van bacteriën en dierlijke allergenen Ammoniak: geen gezondheidseffect omwonenden, evt bijdrage aan geur, bijdrage aan vorming secundair fijn stof.
Fijn stof In stallen hogere concentraties van de grotere stoffracties Bijdrage van stallen aan fijn stof (PM10-PM2,5): circa 20% Het gaat hierbij om achtergrondconcentraties 20% is landelijk, in brabant relatief hogere bijdrage van de landbouw aan achtergrond, individuele bedrijven normoverschrijdingen Landelijk onderzoek -> in LOG hogere belasting (lokaal), nationaal uiteindelijk een verbetering. Onderzoek De Rips:
Endotoxinen Blootstelling: In stallen concentraties hoog In woningen agrariërs concentraties hoog in huisstof In andere plattelandswoningen en nabije (< 500 m) leefomgeving niet hoog Chronische bronchitis, astma-achtige klachten, daling longfunctie Mogelijk minder allergieën (hygiënehypothese): beinvloeding van immunsysteem; bescherming tegen atopie en astma Endotoxinen zijn deeltjes van de celwand van bacterien. Bij inademing van deze deeltjes kun je klachten krijgen. Vooral bekend in de beroepssfeer. Hygienehypothese: van jongs af aan blootstelling aan microbiele deeltjes leidt tot bescherming van het ontstaan van astma en allergien, opgevallen omdat boerenkinderen minder astma en allergien dan andere kinderen met minder blootstelling.
MRSA (Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus) MRSA bij mensen Voor gezonde mensen is het risico klein om ziek te worden van MRSA MRSA bij dieren Antibiotica gebruik met 50% toegenomen in 10 jaar: bescherming tegen infecties en bevordering van groei; Antibiotica resistentie bij dieren neemt toe; MRSA komt voor bij varkens, vleeskalveren en pluimvee; Bij varkenshouders hoge prevalentie MRSA (23%); andere dierhouders onbekend; Bij varkensbedrijf werd MRSA in de lucht aangetoond tot op een afstand van 200 m; mogelijk nog verder tot 500 m?
Geur Hinder (afhankelijk van duur, frequentie, concentratie, karakter, adaptatie/acceptatie) Verstoring gedrag en activiteiten Geen directe schade aan gezondheid, mogelijk wel via stressmechanisme allerlei gezondheidsklachten Dosis-effect relatie geurbelasting en hinder Of je hinder hebt van geur hangt af van hoe lang, hoe vaak, hoe sterk is de geur, raak je eraan gewend of is het weerzinwekkend. Dosis-effect relatie = Er is onderzoek gedaan naar de mate van geurbelasting en tot hoeveel hinder dit leidt. Het blijkt dat verschillende mensen verschillend reageren. Boeren rapporteren minder hinder dan niet boeren bij dezelfde geurbelasting Op basis van deze relatie kun je in zekere mate geurhinder berekenen/voorspellen. Echter standpunt van de GGD -> er zijn veel aspecten die de mate van geurhinder ook nog beinvloeden bijvoorbeeld of je angst heb voor de geur, locale omstandigheden, economisch belang, etc… Dat betekent dat je locaal meer onderzoek moet doen om meer inzicht ter krijgen in de mate van geurhinder en de beleving.
Gezondheidseffecten omwonenden Meer luchtwegklachten, irritatie ogen, stress, hartkloppingen, hoofdpijn, misselijkheid, ademhalingsklachten Verminderde kwaliteit van leven en/of welzijn Geurhinder Longfunctiedaling Minder allergieën RIVM heeft literatuur over effecten intensieve veehouderij op de gezondheid op rij gezet. Gaat daarbij met name om onderzoek naar intensieve veehouderij waar kippen of varkens gehouden worden. Bij deze diersoorten zijn concentratie van verschillende stoffen in stallen hoger dan in stallen met koeien. In studie gekeken naar effecten bij werknemers, familieleden veehouders en omwonenden. In deze presentatie alleen ingegaan op effecten omwonenden. Resultaten betrekking op intensieve veehouderij. Voor megastallen nog geen wetenschappelijk onderzoek beschikbaar; nieuwe ontwikkeling. Feb 2008 wel 4-tal rapporten gepubliceerd in opdracht van Tweede kamer naar kansen en bedreigingen van megastallen. Rapporten gaan in op effecten op milieu en landschap (MNP/PBL), diergezondheid en dierwelzijn (Raad voor Dieraangelegendheden), inpassing in landschap envoorwaarden (raad landelijk gebied). Door RIVM gekeken naar risico’s voor volksgezondheid. Vooral ingegaan op risico infectieziekten. Bij werknemers komen aantal gezondheidseffecten vaker voor dan bij controlegroepen. Het betreft chronische bronchitis, astma-achtige klachten, en diverse luchtwegklachten. Allergieën blijken juist minder voor te komen. Onderzoek naar de gezondheid van omwonenden van intensieve veehouderijen is een stuk schaarser dan onder werknemers. Vertaling van de effecten bij werknemers naar de gezondheid van omwonenden is niet zonder meer mogelijk. Dat komt door: − Werknemers worden blootgesteld aan hogere concentraties van alle componenten dan omwonenden, grofweg een factor 100-1000. Bovendien komen werknemers in direct contact met de dieren. − Daarentegen zijn in de bevolking meer gevoelige groepen vertegenwoordigd (kinderen, ouderen), en kunnen zij gedurende 7 dagen per week, 24 uur per dag worden blootgesteld. Advieswaarden voor de blootstelling van de bevolking houden hier rekening mee. − In de omgeving speelt geuroverlast een rol in de relatie tussen het wonen nabij een intensieve veehouderij en (zelfgerapporteerde) gezondheidseffecten. Samenvatting effecten omwonenden (literatuuronderzoek jan 2008, RIVM, IRAS) Bepaalde symptomen die in diverse studies vaker bij omwonenden van intensieve veehouderij voorkwamen dan onder de algemene bevolking of controlegroepen: luchtwegklachten, irritatie van de ogen, stress, hartkloppingen, hoofdpijn, misselijkheid, aantasting van de stemming, ademhalingsklachten onder omwonenden, lagere kwaliteit van leven en/of welzij. Allergische klachten komen bij omwonenden, net als bij werknemers van veehouderijen juist minder voor dan bij de algemene bevolking. Verklaring: endotoxineblootstelling mogelijk beschermt tegen de ontwikkeling van allergie; effect tot op hogere leeftijd meetbaar. De gevonden longfunctieveranderingen zijn van een vergelijkbare ordegrootte als de veranderingen die bij werknemers worden gevonden, en dit is daarmee verbazend voor een studie onder omwonenden.
Recente onderzoeken NMP-bureau: integrale analyse megastallen CLM-rapport: megastallen nader bekeken Staat van infectieziekten Beoordeling gezondheid bij vergunning IPPC-bedrijven Onderzoeksprogramma MRSA RIVM lokale metingen ammoniak en fijn stof in LOG-gebieden Radon, 2007 IV-bedrijven kunnen bijdragen aan respiratoire klachten omwonenden; echter aanbeveling om meer objectieve data over blootstelling te verzamelen. De jaarlijks door RIVM-CIb uitgegeven Staat van Infectieziekten heeft in 2008 het thema "intensieve veehouderij en de infectieziekterisico's voor de mens". De VROM-Inspectie heeft het RIVM de opdracht gegeven een methode te ontwikkelen om te beoordelen of met deze integrale vergunningverlening ook de gezondheid van de omwonenden voldoende beschermd wordt. Radon: Onderzoek in periode 2002-2004. inwoners van vier plattelandsgemeenten hebben vragenlijst ingevuld en aantal van hen zijn ook medisch onderzocht. Parameters waren: IgE, bepaling voor allergenen, ook specifiek voor IV, longfunctie bepaling, bronchiale hyperreactiviteit voor metacholine. Blootstelling is bepaald mbv vragen geurhinder en hoeveel bedrijven in de nabijheid van woning staan. Resultaat: Zelfgerapporteerde astmaklachten en allergie nemen toe met toename zelfgerapporteerde geurhinder Aantal bedrijven binnen 500 m afstand is voorspellend voor zelfgerapporteerde klachten zoals maar ook afname longfunctieinhoud (FEV1).
Intensieve veehouderij oorzaak waargenomen effecten? Meeste effecten zijn zelf gerapporteerd, behalve daling longfunctie Deel ervaren gezondheidsklachten mogelijk gevolg van geurhinder Ontbreken blootstellingsmetingen Hierdoor geen relatie te leggen tussen blootstelling en gezondheidseffecten Nadeel zelfgerapporteerd: antwoorden van de respondenten beïnvloed kunnen zijn door de houding ten opzichte van het bedrijf. Mensen kunnen er bijvoorbeeld negatief tegenover staan omdat ze bang zijn dat hun huis in waarde daalt door de aanwezigheid van bedrijf (Cole 2000). Degenen die economisch met het bedrijf verbonden zijn, hebben in het algemeen een positievere houding. In vrijwel alle studies ontbreken schattingen van de daadwerkelijke blootstelling, waardoor niet goed duidelijk wat de eventuele gezondheidsklachten precies veroorzaakt. Het is waarschijnlijk dat een deel van de effecten wordt veroorzaakt via geurhinder. Geurhinder zelf wordt vaak gehanteerd als maat voor de blootstelling van de deelnemers aan de studie, evenals de (zelfgerapporteerde) afstand tot veehouderijen. Deze maten blijken slecht te correleren met de daadwerkelijke blootstelling, deels omdat mensen vaak niet weten hoeveel bedrijven er in de buurt staan en op welke afstand.
Risico`s schaalvergroting Introductie van virussen als pluimvee buiten loopt; Meer (vatbare) dieren en meer (indirecte) contacten tussen dieren; infectie gaat langer rond Verspreiding van virussen als bedrijven dichtbij elkaar staan; Vermenging varkensinfluenza en aviaire influenza bij gemengd bedrijf: risico op voor de mens gevaarlijke variant: denk aan Spaanse - (1918) en Hongkonggriep (1968) Nog meer antibioticagebruik;
Voordelen schaalvergroting Komst van nieuwe bedrijven met nieuwste stalsystemen en technieken (zoals luchtwassers) Bedrijven zoveel mogelijk verplaatst naar LOG`s, dus weg bij dorpskernen Steeds meer gesloten bedrijven
Aanbevelingen Geen varkens en pluimvee op één bedrijf Stalsysteem: geen vee buiten Goede ventilatiemogelijkheden in de stal Vermijden/ verminderen antibioticagebruik: convenant antibioticaresistentie Toepassing luchtwassers die bacteriën en virussen filteren Voldoende afstand tussen bedrijven
Belangrijkste conclusies Geen direct aantoonbaar verband tussen gezondheidseffecten en aanwezige iv-bedrijven zichtbaar; onvoldoende gegevens Beschikbare milieugegevens geven echter onvoldoende informatie om de extra belasting, veroorzaakt door intensieve veehouderij te kunnen bepalen; Op lokaal niveau meer onderzoek naar specifieke blootstelling nodig Op basis van huidige gegevens!! op korte termijn meer onderzoek nodig, steeds urgenter -> vanwege onrust, om gezondheidsvragen te kunnen beantwoorden
Onderzoeksvoorstel – 1- Consortium (IRAS, NIVEL, RIVM) Blootstelling omwonenden van intensieve veehouderij (fijn stof, endotoxine, MRSA) Ook specifieke activiteiten Onderscheid huidige situatie versus ontwikkelingen In consortium zowel humane Tegelijkertijd start een onderzoek bij huisartsenpraktijken naar gemelde gezondheidsklachten.
Onderzoeksvoorstel – 2- Gezondheidsproblemen omwonenden adhv bestaande registratie huisartsen Mogelijke relatie blootstelling en gezondheidsklachten Klankbordgroep
Bedankt voor uw aandacht ! VRAGEN? Henk Jans