DIEREN Ieder dier zijn plekje
Dieren die als huisdier bij mensen leven. Verblijfplaats : groot loopren en een hok Belangrijke kenmerken : - grote bak met traliekooi - bodem met zaagsel, strooi en hooi - hok 1 of 2 keer per week verschonen - elke dag eten en drinken
Dieren die ongewenst bij mensen in huis leven. Verblijfplaats : in kelders, op zolders, in schuurtjes Belangrijke kenmerken : - Ze kiest een onopvallend plekje - De spin weeft er haar driehoekig web om insecten te vangen. - Ze maakt ook een veilig schuilplaatsje voor haar eitjes.
Dieren waarvoor de mens een woonplaats aanbiedt. Verblijfplaats : nestkastje, holle boom, een brievenbus Belangrijke kenmerken : - Nestkastje op de juiste plaats ophangen - Kastje reinigen na elk broedseizoen - Kastje is voorzien van een stokje
Vogels die nesten bouwen. Verblijfplaats : nestholte in een boomstam Belangrijke kenmerken : - Spechten leveren veel hakwerk met hun snavel - Het nest heeft een smalle ingang - De nestruimte is bedekt met houtspaanders - Voedsel voor de jongen is onder de boomschors
Dieren die zelf een woonplaats bouwen (geen vogels). Verblijfplaats : holen in bosachtige gebieden en duinen Belangrijke kenmerken : - Wilde konijnen leven samen in grote groepen of kolonies - Konijnenburcht van verschillende gangen en kamers - Vrouwtjes doen het graafwerk
Dieren die geen echte woning hebben, maar wel op specifieke plekken leven. Verblijfplaats : tussen planten en struiken, in een hoop dorre bladeren of tussen stenen Belangrijke kenmerken : - In de zomer zie je ze vaak op bladeren. - Op die bladeren zitten bladluizen. - Ze zijn het voornaamste voedsel van de lieveheersbeestjes en hun larven. - Legt eieren aan de onderkant van het blad