Randstad Werkmonitor state of mind arbeidsmarkt (werknemer perspectief) juli – augustus 2007 B7921-2
2 1.2 Vertrouwen in vinden werk elders STIJGENDE TREND VERTROUWEN AFGELOPEN 2 JAAR De aantrekkende economie heeft zijn uitwerking op het vertrouwen van werknemers in het vinden van een nieuwe baan niet gemist. Ruim driekwart van de werknemers heeft vertrouwen in het vinden van werk elders binnen zes maanden (77%). Dit aandeel is flink gestegen sinds begin Ook het vertrouwen in het vinden van ander soort werk (74%) of hetzelfde of vergelijkbaar werk (70%) is sindsdien behoorlijk toegenomen. Met name hoogopgeleide werknemers blaken van het zelfvertrouwen en verwachten waarschijnlijk tot zeker werk elders te vinden mocht men nu zonder werk komen te zitten (85%). Het vertrouwen bij oudere werknemers (46+) blijft behoorlijk achter bij de rest (62%). Opvallend verder is dat vrouwen positiever zijn dan mannen (81% versus 73%). Werknemers uit de dienstverlening maken zich het minst druk over hoe het nou verder zou moeten bij een eventueel ontslag. Stel dat men nu op zoek zou moeten naar een andere baan dan verwacht 86% binnen deze sector binnen zes maanden een nieuwe betrekking te vinden. Binnen de overige sectoren productie/industrie (75%), handel/distributie (71%) en de overheid/non-profit ligt het vertrouwen lager (77%).
3 1.3 Angst voor ontslag DALENDE TREND ANGST VOOR ONTSLAG AFGELOPEN 2 JAAR Voor het merendeel van de werknemers is het onwaarschijnlijk dat men binnen nu en zes maanden de huidige baan verliest. In het algemeen is de angst voor ontslag sinds 2005 licht gedaald. Binnen de overheid/non-profit heeft men de minste angst om zonder werk te komen te zitten. Maar wat is angst? Ondanks dat één op de vijf werknemers in Nederland de kans niet klein acht de eigen baan te verliezen binnen nu en zes maanden betekent dit niet dat 20% ook met angstzweet aan het werk is. Slechts 3% acht de kans op ontslag binnen deze periode groot. Bovendien verwacht 75% daarvan al weer binnen 6 maanden werk elders gevonden te hebben.
4 HELFT WERKNEMERS IN MEER OF MINDERE MATE OP ZOEK NAAR ANDERE BAAN Gezien het grote vertrouwen onder werknemers, de toenemende werkdruk en de stijgende kansen op de arbeidsmarkt is het niet vreemd dat werknemers open staan voor iets nieuws. Een beperkt deel echter, solliciteert echt actief. Daar staat tegenover dat de helft van de werknemers in ieder geval minimaal wel een beetje om zich heen kijkt. Werknemers ouder dan 46 en laagopgeleiden zijn hier overigens wat minder mee bezig. Een nieuwe uitdaging ziet de helft van deze werknemers wel zitten (laagopgeleide werknemers in mindere mate). Ook verbetering in primaire arbeidsvoorwaarden, doorgroei mogelijkheden (vooral de hoogopgeleiden) of ontevredenheid met de huidige functie zijn redenen om onze tentakels open te stellen voor nieuwe mogelijkheden op werkgebied. Deze laatste reden speelt meer bij vrouwen (34%) dan bij mannen (21%). Primaire arbeidsvoorwaarden hebben bij de oudere werknemers een minder grote rol van betekenis (waarschijnlijk hebben zij de zaken wat dat betreft al beter voor elkaar dan de jongeren). Helft staat dus wel open voor nieuwe baan. 3Een andere baan 3.1 Is men op zoek?
5 GROTER VERTROUWEN, MINDER ANGST, MEER KANSEN: RESULTAAT TOENAME VERWACHTE MOBILITEIT Dat werknemers gezien de ontwikkelingen meer open staan voor een nieuwe werkgever is ook terug te zien in de mobiliteitsindex. De mobiliteitsindex geeft een indicatie van het aantal werkenden dat verwacht binnen nu en 6 maanden hetzelfde of vergelijkbaar werk te doen bij een andere werkgever. Een kwart van de werknemers in loondienst heeft deze verwachting, daarmee komt de index uit op een waarde van 107. De index vertoont met ups en downs sinds begin 2005 overall een forse opwaartse beweging. Zoals onderstaande tabel aangeeft mag vooral beweging op de arbeidsmarkt verwacht worden van werknemers aan het begin of in het midden van hun carrière en van midden- en laagopgeleiden. Ook onder werknemers uit de handel/distributie en opvallend ook overheid/non-profit is de verwachting dat men binnen nu en zes maanden hetzelfde of vergelijkbaar werk bij een andere werkgever zal uitvoeren relatief sterk aanwezig. 3.2 Mobiliteit op korte termijn