Hoofdstuk 3.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Duitsland in het interbellum
Advertisements

1.3 democratie maakt plaats voor fascisme
Paragraaf 2: Economische crisis
Hitler aan de macht Paragraaf 2.
Wereldoorlogen Kenmerk 38b & 39 38b Totalitaire ideologieën in de praktijk: fascisme/nationaal-socialisme 39 Crisis van het wereldkapitalisme.
Paragraaf 2.3 Arbeidersparadijs.
Paragraaf 4.5 Indonesië wordt onafhankelijk.
Interbellum en Vrede van Versailles.
Paragraaf 2.5 Sovjetunie.
Par. 3.3 Jodenvervolging.
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Nazi Duitsland 3.1, Een wankele republiek.
Nazi Duitsland 3.2, Een wankele republiek.
Nazi Duitsland 3.4, Führer aan de macht Jippie.
WO II.
Historisch overzicht hoofdstuk 4 WO II
Hitler komt aan de macht
Paragraaf 5.1: van vriend naar vijand.
Hitler!.
Hoofdstuk 2 W.O II.
Agressieve politiek van Hitler.
H2, P2.1 kannonenvoer Duitse aanvalsplan mislukt en moesten zowel in het westen en oosten vechten(tweefrontenoorlog) Een oorlog gevochten vanuit loopgraven.
Geschiedenis Module 7 H3 par 1 t/m 4.
Polenaktion In oktober 1938 sturen de Duitsers Poolse Joden uit Duitsland. De Polen willen er slechts 3000 opnemen. Er blijven Joden in niemandsland.
Welke oorlog zien we op deze foto?
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
Hoofdstuk 4 Paragraaf 1.
Opkomst van het nationaal-socialisme
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Hitler aan de macht.
H5 Koude Oorlog §3 Duitsland verdeeld.
Paragraaf 2.5 Sovjetunie.
§5.4 Het einde van de koude oorlog
Geschiedeniswerkplaats – 2KGT Paragraaf 3.4
Staatsinrichting, Paragraaf 2
Paragraaf 2: Economische crisis
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Verdrag van versailles
Paragraaf 3.4 Historisch Overzicht
De eeuw van de Holocaust
PARAGRAAF 3.4 HISTORISCH OVERZICHT Nazi Duitsland.
Tijd van wereldoorlogen,
Belangrijke kenmerken
Hoofdstuk 4 Paragraaf 1. Agressieve politiek van Hitler Hitler aan de macht in 1933 Er was veel armoede dus; Hitler beloofde een einde te maken aan het.
Democratie maakt plaats voor fascisme
Hoofdstuk 2: Tussen twee wereldoorlogen
Duitsland werd na WO-I…
SPECIAL EDITION: DE TWEEDE WERELDOORLOG Speciale editie: de Tweede Wereldoorlog.
Poort ‘Arbeit macht frei’ gestolen (nrc.nl 3 november 2014)
1935: Rassenwetten van Neurenberg
Duitsland Hoofdstuk 5 Het Derde Rijk I
9§3 Totalitaire ideeën in de praktijk II Fascisme
De Koude Oorlog
Fascisme en nationaal- socialisme Hoofdstuk 1. Wat gaan we doen? Verschillen en overeenkomsten De Republiek van Weimar Het Derde Rijk Opdrachten.
Eerste Wereldoorlog het einde en de gevolgen
De Twee wereldoorlogen Tijd voor de oorlogen Vijf grote landen uit Europa hebben veel macht over de wereld: Engeland Frankrijk Rusland Duitsland.
Het interbellum Duitsland: van democratie naar dictatuur
Context 2: Duitsland Les 6 – Nazi’s aan de macht.
De Tweede wereldoorlog Deel I
Het interbellum De opkomst van Adolf Hitler
De Tweede wereldoorlog Deel II
Thema 10 Europa.
HOOFDSTUK 4 DE TWEEDE WERELDOORLOG
Wereldoorlogen en staat en natie
Cursus 6.2 : Koude Oorlog 2 KGT Lesweek 1
§2.3 Duitsland van democratie naar dictatuur
§3.4 De crisistijd In deze presentatie leer je over:
Aantekening: - Hitler aan de macht
Hoofdstuk 1: De Eerste Wereldoorlog en verder
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 3

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland Waarom NL? Nederland was een neutraal land. Bleef in NL tot aan zijn dood.

Vrede van Versailles Vs, Eng, Fra winnaars. Duitsland als enige schuldig (oostenrijk-hongarije valt uit in meerdere staten) Men wilde Duitsland zwaar straffen (zwak houden) om te voorkomen dat ze ooit weer europa proberen te veroveren.

In de Vrede van Versailles staat: Duitsland moest herstelbetalingen in goud doen. Duitsland moest gebieden en kolonies afstaan. Duitse leger mocht niet groter zijn dan 100.000 man. Er mochten geen Duitse soldaten zijn in het Rijnland. (Rijnland was aan de grens met Frankrijk. Dus geen soldaten om te voorkomen dat ze ooit proberen aan te vallen). (Poolse corridor; polen kreeg een weg naar zee door Duits grondgebied)

De nieuwe regering: Republiek van Weimar 19 januari 1919 vrije verkiezingen in Duitsland (parlementaire democratie) De republiek tekende de VVV want anders zou het leidden naar een nieuw oorlog. Duitsers waren tegen de republiek omdat ze tegen de vvv waren. Men begreep niet waarom ze schuldig waren terwijl er niet op Duits grondgebied werd gevochten.

Volkenbond Conflicten op een vreedzame manier oplossen. De senaat wilde niets te maken hebben met problemen in Europa en stemden om geen deel te maken van het Volkenbond. Het volkenbond is een voorloper van de Verenigde Naties.

2.1 beurskrach van 1929 1923 duitsland kon de herstelbetalingen niet betalen. De regering begon extra geld te drukken met als gevolg inflatie. Rurhgebied werd in beslag genomen door de Fransen zodat Duitsland zich aan de herstelbetalingen hield. (1923) VS leent geld aan Duitsland om de economie te stimuleren. 1929: de beurscrisis; de beurskoersen stortten volledig in. Gevolg-> een wereldwijde economische crisis.

2.2 gevolgen VS wilde hun geleende geld terug. Duitsland had geen geld want alles was geïnvesteerd in de opbouw van de economie. Fabrieken moesten sluiten, werkloosheid, export daalde. De regering kon de problemen niet oplossen.

Nationaal-socialisten Nazi's De nazi's vonden dat de democratie en de joden de schuld hadden van alle ellende. Alleen een sterke leider kon de ellende oplossen dus Hitler Hitler beloofde een eind te maken aan de werkloosheid en de Vrede v Versailles.

2.3 NL onder Colijn 1934: 25% werkloosheid Werklozen kregen uitkering maar was te laag. Werlozen moesten elke dag gaan stempelen. Er kwamen werkverschaffingsprojecten (bv de afsluitdijk). Aanpassingspolitiek (alleen helpen als het nodig was). Nederland wilde zijn neutraliteit houden voor het geval er nog een oorlog zou uitbreken.

Hoofdstuk 3 Paragraaf 3.1 opkomst nationaal socialisme

1933 NSDAP (ideeën nationaal socialisme) Democratie afschaffen; èèn leider!! Lebensraum: levensruimte. Duitstalige mensen moesten binnen de grenzen van het Duitse rijk wonen. Herbewapening (dit gaat tegen de Vrede van Versailles) Rassenleer: de arische ras is de hoogste ras. Nazis vonden dat joden uitgeroeid moesten worden. Antisemitisme; jodenhaat. Joden kregen de schuld van de nederlaag van de WOI, werkloosheid etc.

Italië en fascisme Fascisten hadden ongeveer dezelfde ideeën als de nazi's. Tegen democratie, èèn sterk leider ( Mussolini). Verschil tussen nazi's en fascisten: bij de fascisten was de rassenleer en jodenhaat geen belangrijk punt.

3.2 Duitsland wordt een dictatuur 1933 wordt Hitler de eerste minister Hij zorgde ervoor dat de tweede kamer een wet aannam waarbij alleen de NSDAP als politieke partij werd toegestaan. Duitsland werd een dictatuur dus èèn leider en èèn partij hebben alle macht. Geen vrijheid van mening, alle burgers moesten de leider gehoorzamen.

Propaganda en terreur Via de media werden de ideeën van de nazi's verspreid. Op school leerden de kinderen dat Hitler een zegen was voor Duitsland. De jeugd was de toekomst!!! Kritiek op de nazi's was verboden. Mensen tegen de nazi's werden opgesloten. De SS en SA bedreigden de mensen, pakten de joden, zigeuners etc die tegen waren. D.m.v terreur de mensen onder controle houden.

Nationaalsocialisme in Nederland. 1931 NSB ( nationaal socialistische beweging) wordt de nieuwe politieke partij (leider Anton Mussert) Eens met Duitse ideeën. Volgens hen moest de democratie afgeschaft worden om de economische crisis op te lossen. Vonden andere (communistische en socialistische) partijen een gevaar. NSB was niet antisemitisch.

4.1 totalitaire staat. Iedereen is ondergeschikt aan de staat -> de staat beheerst het leven van de burgers. Gelijkschakeling: op dezelfde manier opgeleid worden. Iedereen moest op èèn lijn blijven ( geschiedenis, bio lessen over nazi ideeën) Eèn partij en één leider. Indoctrinatie( wij weten wat goed is voor jou) Geheime politie mag altijd ingrijpen. Rechten van de mens tellen niet meer. Alles staat onder controle van de staat (pers, kunst, opvoeding, godsdienst) alle joodse boeken, kunst etc werd verboden.

4.2 dagelijks leven Na 1933 daalt de werkloosheid. Niet alle Duitsers kregen een beter leven. Er werd veel beloofd maar alle winsten werden in de bouw van het leger gestopt. Joden kregen de schuld dat niet alles beter ging. Nazi ideeën werden aan kinderen geleerd ( gelijkschakeling) Moederschap werd bevorderd... Dus vrouwen moesten thuis zijn en meer kinderen krijgen. Gestapo (geheime politie) had als taak politieke tegenstanders op te sporen en gevangen te nemen in concentratiekampen.

4.3 discriminatie Joden en mensen met een andere huidskleur of afkomst werden ontslagen. 1935 Neurenberg rassenwetten: 1 huwelijk tussen Joden en "echte" Duitsers was verboden. 2 seksuele relaties tussen joden en "echte" Duitsers was verboden. 3 joodse bedrijven waren verboden om "echte" vrouwelijke Duitsers in dienst te nemen. Door deze wetten werd de burgerrechten van joden afgepakt. Duitsers hoopten dat joden het land zouden verlaten.

1938 Kristallnacht Winkels werden geplunderd, synagogen in brand gestoken en joden mishandeld of vermoord. Veel joden probeerden te vluchtten maar andere landen lieten vluchtelingen niet toe. Ze hadden al veel problemen met de economie. Dus veel joodse vluchtelingen werden terug gestuurd.