De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Thema 10 Europa.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Thema 10 Europa."— Transcript van de presentatie:

1 Thema 10 Europa

2 Wat betekent een verenigd Europa?
Hoofdvraag: Wat betekent een verenigd Europa? Hoofdvraag: Wat betekent een verenigd Europa?

3 Eerste Wereldoorlog en crisis
Blok 1 Eerste Wereldoorlog en crisis Deelvraag: Welke gevolgen had de Eerste Wereldoorlog voor Europa?

4 De Eerste Wereldoorlog (1)

5 De Eerste Wereldoorlog (2)
Rond 1900 dreigde er oorlog. Europese regeringen sloten bondgenootschappen: afspraken tussen landen dat zij elkaar zullen helpen als een van de landen wordt aangevallen. Twee grote bondgenootschappen: Geallieerden = Rusland, Engeland en Frankrijk Centralen = Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Turkse Rijk

6 Een stukje vooruit, een stukje achteruit
1914 begin Eerste Wereldoorlog: strijd tussen de twee bondgenootschappen. Oorlog duurde lang. De twee partijen groeven zich in loopgraven in: greppels waarin soldaten zich verschuilden om van daaruit de vijand te beschieten. Veel slachtoffers zonder dat er gebied werd veroverd. Aanval vanuit een loopgraaf. Foto uit Eerste Wereldoorlog.

7 Vrede In 1917 deden VS mee met Geallieerden. Ze versloegen de Duitsers. 1918: Vredesverdrag van Versailles. Duitsland moest grondgebied afstaan, veel schadevergoeding betalen en het leger verkleinen.

8 Crisis en ontevredenheid
1929: hele wereld in economische crisis. Bedrijven failliet -> werknemers werkloos -> geen geld -> winkels verkopen weinig -> meer bedrijven failliet -> meer werklozen. In Duitsland was de crisis nog groter. Duitsland moest de oorlogsschade van de Eerste Wereldoorlog terugbetalen aan Frankrijk en Engeland. Veel Duitsers waren ontevreden.

9 Opkomst van de nazi’s 1920: Adolf Hitler leider van de NSDAP.
Nazi = aanhanger van het nationaal-socialisme, de politieke leer van Hitler. Na de crisis van beloofde Hitler dat hij voor werk zou zorgen en dat hij van Duitsland weer een groot land kon maken. Nazi’s gaven Joden de schuld van alle ellende. Antisemitisme = haat tegen Joden. Partijbijeenkomst van de NSDAP, 1938.

10 Hitler aan de macht 1933: Hitler rijkskanselier van Duitsland.
Hitler krijgt van het parlement alle macht. Dictatuur = politiek systeem waarin één persoon of één partij alle macht heeft. Nazi’s namen maatregelen om het leven van de Joden moeilijk te maken. Weinig verzet tegen Hitler.


Download ppt "Thema 10 Europa."

Verwante presentaties


Ads door Google